O.A.K.

Nine Witches Under A Walnut Tree

Info
Uitgekomen in: 2020
Land van herkomst: Italië
Label: Goodfellas
Weblink: www.goodfellas.it
Website: http://www.oaksound.com
Tracklist
Kant A
Chlodswinda (6:12)
Goiconna (3:49)
Dame Harvillers (5:10)
Janet Boyman (3:32)
Franchetta Borelli (6:25)

Kant B
Polissena (4:41)
Donna Prudentia (5:27)
Nadira (5:30)
Rebecca Lemp (6:02)
Jerry Cutillo: zang, toetsen, gitaar, fluit, blokfluit, drums
Met medewerking van:
Jonathan Noyce: basgitaar
David Jackson: saxofoon
Daniele Fuligni: vleugel
Tetyana Shyshnyak: sopraanzang en achtergrondzang
Cristiana De Bonis: achtergrondzang
Gerlinde Roth: gesproken woorden
Marta Perozzi: achtergrondzang
Eclisse di Luna: achtergrondzang
Nine Witches Under A Walnut Tree (2020)
Giordano Bruno (2018)
Viandance (2016)
Shaman Feet (2010)
The amazing world of prog (2010/2011)
Filosofi senza libri (2005)
Parallel dances (2000)
Heresis stagiatiom (1995)

Dat de Italiaanse multi-instrumentalist Jerry Cutillo een grote liefde voor symfonische rock, folk en legendes heeft, staat buiten kijf. Eerder maakte hij met “Giordano Bruno” al een conceptalbum over deze vrijdenker die in 1548 werd geboren en nu duikt hij in een legende van negen heksen die in 1572 plaatsgevonden zou hebben. Kunnen we magie verwachten of is dit album meer geschikt voor op de brandstapel?

Alhoewel ik persoonlijk niets heb met legendes, kan ik de passie van Jerry Cutillo erg waarderen. Het album is alleen op vinyl verkrijgbaar (en via de streamingsdiensten) en ziet er prachtig vormgegeven uit. Hij heeft zich helemaal op het verhaal gestort en doet er alles aan deze muzikaal tot leven te brengen. Dat merk je direct als het album opent met het geluid van zwaarden en paarden en je ziet het ook in het clipje dat hij maakte van opener Chlodswinda.




We mogen traditionele, typisch Italiaanse, symfonische rock verwachten met veel folk-invloeden en folklore. Het typisch Italiaanse zit hem in de veelal theatrale zang, het gebruik van veel vintage toetsen en een toefje drama. Er zijn heel wat verwijzingen naar de muziek van Jethro Tull en Caravan. Jerry Cutillo heeft een prima zangstem waarin hij het theatrale niet schuwt. Hij zingt in het Italiaans, Latijn, Frans en Duits. Deze man is van alle markten thuis.

Niet alle heksen die voorbijkomen zijn net zo aantrekkelijk als Donna Prudentia. Op dit nummer klopt alles. Het doet een beetje denken aan La Maschera Di Cera en zit vol zalig toetsenspel en ook het saxofoonspel van David Jackson (VDGG) voegt hier veel toe. Verder komt Polissena er wat schil vanaf. De toetsen zijn dan wel sterk, evenals het groovy basspel, maar het nummer zelf doet gezapig aan en heeft helemaal geen sjeu. De schoonheid van Dame Harvillers valt ook wat tegen. Het toetsenspel is zeker verleidelijk, zo ook de Franse zang, maar het bevat te weinig spanning waardoor je toch verder gaat kijken. De vreselijk slecht gedoseerde fade-out is een afknapper.

Nee, doe mij maar Franchetta Borelli. Ze weet mijn aandacht meteen te trekken met jazzy toetsenspel en heel veel Hammondorgel. De gitaar laat zich hier meer horen en ook dat verhoogt mijn interesse. Deze dame geeft ons pure traditionele symfo en dat alleen al maakt dat ik haar beter wil leren kennen.

Ronduit wanstaltig is de laatste dame Rebecca Lemp. Hier wordt Duits gezongen en komt de geforceerde uitspraak niet echt fijn over. Maar het is vooral het hoge kitschgehalte dat mij echt doet afknappen. Wanneer het té vrolijk wordt en de heksen gezellig “lalalala” gaan zingen, zijn we echt bij de Duitse schlager uitgekomen en waan ik mezelf op een bierfeest waarin iedereen een lederhose draagt en vervelend aangeschoten is. Brrrrr.

Zo heeft elk nummer wel iets dat je zal bevallen. Als geheel vind ik het album minder geslaagd. Daarvoor is het vaak net iets te stroperig en heeft het te weinig verrassingen. Het vrij hoge folk- en folkloregehalte moet je liggen. Daar tegenover staan de sterke toetsen, de old school Italo symfo en het toffe fluitspel. Geen echte magie dus, maar zeker ook geen brandstapel.

Send this to a friend