Kruisbestuiving. Waar de groep van Opeth’s producer Steve Wilson, Porcupine Tree, juist harder ging klinken door het werken met deze groep op hun laatste cd “In Absentia“, zo kiest Opeth zelf op deze zevende studio-cd juist voor een aanmerkelijk rustiger geluid. Daarmee is “Damnation” een plaat geworden, die niet alleen erg als Porcupine Tree klinkt, maar tegelijkertijd warm en melodieus is geworden.
De argwaan en twijfel een plaat als deze te gaan beluisteren kan ik me voorstellen. “Damnation” lijkt in zijn geheel niet op Opeth’s doorbraak-cd “Blackwater Park”, sowieso een cd waar de deathgrunts, de snoeiharde gitaren en het symfonisch vertier hand in hand gingen. ‘We zullen die symfofans eens een poepie laten ruiken’, moeten ze gedacht hebben. Nou, missie geslaagd, zou ik zeggen. “Damnation” zet het grootste gedeelte van de huidige progscene op enorme achterstand, alhoewel van een parodie geen sprake is. Daarvoor is de muziek van Opeth veel te serieus.
Neem bijvoorbeeld het prachtige, maar vreemd getitelde Death Whispered A Lullabye, een nummer met een prachtig, verslavend refrein. Een nummer ook dat ik kan aanraden als eerste te luisteren. De Porcupine Tree-invloeden liggen er dik bovenop, vooral als de tweede stem zich aandient. Bovendien -dat is ook erg mooi- hoor je een bepaalde mate van broeierigheid door het nummer, versterkt door het uitstekende, duidelijk hoorbare drumwerk van Martin Lopez en de gitaarfratsen aan het einde van Peter Lindgren. Mikael Åkerfeldt blijkt een prima stem te hebben voor dit soort rustiger werk.
Het wat langere openingsnummer Windowpane, het met een mooi toetseneinde gekenmerkt To Rid The Disease, het met mellotron opgesierde In My Time Of Need, ze illustreren stuk voor stuk het bovenstaande. Broeierige, warme muziek, van ongekende schoonheid.
Het instrumentale kleinood Ending Credits laat Opeth ineens horen als het ondeugende zusje van Camel en Arena, een nummer dat zich geheel vormt rondom de gitaarklanken van Peter Lindgren.
Het drukste nummer van deze plaat is Closure, dat zich kenmerkt door een bijna oosters karakter, met een heerlijk instrumentaal thema, dat twee keer terugkeert en vooral de tweede keer een angstaanjagend gevoel oproept. Dit mag dan een rustige plaat zijn, ze heet niet voor niets “Damnation”. Samen met eerder verschenen “Deliverance” (met Opeth ‘zware stijl’ in optima forma) vormt dit album een tweeluik waarbij gerust gesteld mag worden dat “Damnation” een boeiend juweeltje is.
Markwin Meeuws