Het is een beetje verraderlijk; “The Lightbringers” van Ben Jones heeft de muziek van Rush met de stem van Phil Collins…maar toch ook weer Geddy Lee.
Orion is het project van de Britse multi-instrumentalist Ben Jones, een sessiemuzikant die voor verschillende bands heeft gewerkt en er ook soms deel van heeft uitgemaakt. Maarten Goossensen schreef in 2024 over de ep “Passing Through” en was daar zeer over te spreken.
Dit is zijn tweede volledige langspeler en inmiddels zijn de invloeden met Rush en Genesis volledig uitgepakt en herkenbaar in zijn werk. Wat we niet onbenoemd mogen laten, is dat Ben Jones wat mij betreft een icoon is. Hij heeft namelijk alle instrumenten zelf ter hand genomen en dat daagt de luisteraar uit om te horen waar er eventueel hulp van de computers is gebruikt. Dat blijken alleen de drumpartijen, programmering en wat orkestratie te zijn, hoewel Jones ook zegt “echt” te kunnen drummen. In zijn woorden: “Het helpt dat je fysiek kan drummen om de drumcomputer een realistische klank te laten produceren.” De link met Geddy Lee wordt nog sterker als we weten dat Jones’ eerste muzikale ervaringen via de basgitaar zijn verlopen.
Zoals gezegd heeft de muziek veel raakvlakken met Rush, en Jones steekt ook niet onder stoelen of banken dat hij geïnspireerd is geraakt door de Canadese band, en vooral ook door frontman, bassist en zanger Geddy Lee. Hij las onder andere zijn memoires, “My Effin’ Life”. In dat boek kijkt Lee terug op zijn leven en met name hoe zijn ouders verschrikkelijke dingen hebben meegemaakt tijdens de Tweede Wereldoorlog. Ook het artwork, wat verzorgd is door Hugh Syme, ademt Rush uit. Die is immers op zijn beurt verantwoordelijk voor veel van de hoezen van Rush, maar ook van andere muzikale grootheden binnen de progcommunity. Tekstueel gaat het op de cd over social media (This Sickness), is het gebaseerd op een boek (The Tumult of My Heart) en liefdesverdriet (As Best We Can).
Rush is niet de enige vergelijking die je kan maken. Over de hele linie blijft er een sterk Genesis-gehalte hangen, zeker tijdens de eerste vier nummers op het album. Jones brengt progressieve rock die stuwend te noemen is. De songs hebben een zweem van de jaren tachtig, zijn gitaar gedreven aangevuld met sfeervolle toetsen en fantastisch baswerk. Jones houdt van bombastische en rockende passages, dat wordt al snel duidelijk aan het begin van de cd. De drums hebben een prominente plek in de productie en de stem van Jones wordt hierin bescheiden gehouden.
Het lezen van de memoires van Geddy Lee bracht Jones tot het schrijven van zijn epic van vier delen: The Lightbringers. Het gaat over hoe mensen, maar bijvoorbeeld ook muzikanten of schrijvers, onbewust kunnen zorgen voor het licht in het leven, door middel van een geschreven woord, een fijne song of omdat je levensgezel dit doet. Het idee dat hoe erg een situatie ook kan zijn, het toch goed kan aflopen. Die epic bestaat uit vier tracks en beslaat een klein half uur. Het begint met het filmische Spark, met stevige en rollende drums en orkestrale trekjes. Opnieuw een typische Rush-riff en de heerlijke basklanken van de meester zelf, de start is volledig instrumentaal. The Scattering Stars vervolgt dan orkestraal en eveneens filmisch, waarbij Jones vervolgens de sterren toezingt. Toch ook hier weer duidelijk aanwezige drums die een ferme positie in de productie innemen. In The Falling Heavens komt Jones’ voortreffelijke basspel naar voren en hij bevestigt daarmee dat zijn hart nog steeds bij dat instrument ligt. Het laatste deel en tevens titeltrack The Lightbringers wordt in het begin sterk gedomineerd door orkestrale facetten maar kent een heerlijke solo op de gitaar, bovenop een mooi arrangement van akoestische gitaren. De kritische luisteraar zal hier de drumcomputer ontdekken, maar hoe dan ook wordt het album met een positieve vibe afgesloten.
In alle facetten is dit een interessante release. In potentie zal dit album een groot gedeelte van de Rush-achterban aanspreken. Toch is er een paar (kleine) kritische punten te benoemen. Ten eerste is dat de productie. Die is niet overal sprankelend en meeslepend en de mix is niet overal evenwichtig (luister nog eens naar The Scattering Stars. Maarten was in zijn recensie juist wel over te spreken over de productie. Ten tweede denk ik dat de zang van Jones wat minder bewerkt had mogen zijn, het klinkt allemaal iets te vervormd. Is Jones wellicht te kritisch geweest op zijn eigen prestaties en is hij daardoor gaan schuiven op het mengpaneel? Focus je daar als luisteraar niet te veel op, het is een klein mankement . Hoe dan ook heeft Jones een prima vervolg gegeven aan zijn debuutalbum en ep. We blijven hem volgen en mijn gevoel zegt dat het vervolg er heel snel zal zijn.