Het is eigenlijk wel passend dat juist het vervolg op “The Sentinel” is ingezongen door de kersverse nieuwe zanger van Pallas, Paul Mackie. Immers, ook deze illustere voorganger werd niet gezongen door Alan Reed, maar door Euan Lowson. Als je het zo bekijkt is het dus wel op zijn plaats. Mits er dan geen toekomstige Pallas-cd’s meer verschijnen, en dat willen we eigenlijk ook niet.
Zeker niet als de kwaliteit zo hoog is als op “XXV”. Want ik vind het een dijk van een plaat. Ik schrijf dit zeer bewust op, want binnen de proggemeenschap is de plaat op zijn minst met reserve ontvangen. Ik begrijp dat wel. “XXV” is namelijk een plaat waardoor het begrip ‘opgefokt’ een nieuwe dimensie krijgt. Het zal voor sommigen een enorme hoofdpijnplaat zijn, en de slim gepositioneerde, overigens prachtige, ballad Something In The Deep zal daar niets aan afdoen. Gelijk al vanaf de stoere opener Falling Down vliegt de groep al volledig uit de bocht. Of toch net niet. De luisteraar heeft direct al door: dit is geen fijnzinnige versie van Pallas. Dit is Pallas waar de adrenaline vanaf druipt, waar het testosteron je om de oren vliegt en het stoere-mannen-zweet je neus binnendringt. Je zal er bijna van als een Neanderthaler bronstig van je op borst slaan. Oehwa!
Maar zoals je met in houthakkersoverhemden getooide bouwvakkers ook best een goed politiek gesprek kan voeren, zo kan een bombastische, haast kitsche versie van prog ook toch goed zijn. Want laten we wel wezen: van een portie bombast zijn we toch niet vreemd! En dit is BOMBAST in HOOFDLETTERS. Dus het zal de lezer niet verbazen dat de plaat klinkt als een klok. De productie is om door een ringetje te halen, en de band zit gelukkig in het ‘goede’ kamp wat betreft de zogenaamde Loudness War. Dus hoewel je je soms voelt als een bezoeker van de nieuwste achtbaan in Drievliet, nergens zal je de neiging krijgen je volumeknop te beroeren.
Daarnaast zijn de liedjes zonder uitzondering van hoge klasse. Toegegeven zijn de twee openingstracks als goed doorbakken steaks, daarna gaat de versnelling wel iets lager. Het spelplezier van alle leden is zeer hoorbaar, ik zou deze recensie met gemak kunnen vullen door alle gitaarsolo’s van Niall Mathewson of alle toetsensolo’s van Ronnie Brown, en dan zou ik nog de gitaarriffs en toetsenpaletten van beide heren buiten beschouwing moeten laten. En dan praat ik nog niets eens over het grommende basspel van Graeme Murray of het opzwepende drumgeluid van Colin Fraser. Ach, luister The Alien Messiah maar, daar zit alles in. Inclusief een spookachtig gesproken gedeelte van Paul Mackie.
Het knappe van Pallas vind ik op deze plaat vooral het evenwicht tussen bombast en diepgang, tussen compositie en uitvoering. Een goed voorbeeld hiervan vind ik Young God, een uiterst ‘daar ga ik weer’ bombastische track, maar van een onvoorstelbare diepgang en typische compositorische rariteiten. Daarbij is het zowaar tamelijk emotioneel! Ik krijg rillingen over mijn lijf, elke keer als ik dit nummer hoor.
Wat verder leuk is te vertellen is dat op de Pallas-website (http://www.pallas.f2s.com/page4/page4.html) een uitleg van het concept staat, compleet met teksten en commentaar van alle vijf leden, en dat track voor track. Leuk om eens een keer de plaat te beluisteren met deze gegevens erbij. Hoewel ook op een mp3-speler zetten en meenemen naar de sportschool uitermate inspirerend is!
“XXV” is wellicht niet voor iedereen, maar voor progrockers met tatoeages op hun bovenarmen. Dat neemt niet weg dat zij die ervoor openstaan, te maken hebben met kwaliteit van de hoogste plank. “XXV” is een waardige opvolger van “The Sentinel” en het is bepaald geen guilty pleasure om hiervan te genieten.
Markwin Meeuws