Q6, zoals Paul Cusick zich ook wel noemt levert met “P’dice” (afkorting van Prejudice en wat gaat over alle vormen van vooroordelen) zijn tweede soloalbum af. Liet zijn debuutalbum “Focal Point” met een notering in mijn top tien van 2009 nog een onuitwisbare indruk bij mij achter, met deze schijf ligt dat wat anders. Niet dat Cusick kwalitatief een slecht product aflevert, integendeel. De productie is weer door een ringetje te halen en het album luistert lekker weg. Waar ik moeite mee heb is dat het geluid en de sfeer wel erg tegen Porcupine Tree, Steven Wilson en soms Pink Floyd aanschurkt. Wanneer je niet beter weet kan de muziek zelfs doorgaan voor een van de vele nevenprojecten van Steven Wilson. Niet vreemd wanneer je beseft dat Gavin Harrison (Porcupine Tree) op drie van de tien nummers het drumwerk verzorgt. De andere zeven nummers zijn overigens ‘ingetrommeld’ door een ander drumbeest, Marco Minnemann.
Met de stevige opener Everything is het alsof je naar een nieuw nummer van Porcupine Tree luistert. Daar is op zich niets mis mee, maar van Paul Cusick had ik toch wat anders verwacht. Iets origineels. Dat wordt het aanvankelijk op God, Paper, Scissors met het karakteristieke open en luchtige drumwerk van Gavin Harrison. Het nummer kent een subtiel en geraffineerd begin met tal van geluidseffecten en percussie. Na een paar minuten zwelt de muziek aan en vervalt het nummer door de ruige gitaarakkoorden toch weer in een Porcupine Tree-achtig stuk ten tijde van “Deadwing”, inclusief vervormde zang. Wederom valt er kwalitatief niets op aan te merken, maar ik wil meer eigen identiteit. Borderlines begint al iets meer die eigen identiteit te krijgen, al hangt rond de koortjes wel de lucht van Blackfield.
Met You Know, Hindsight, Feel This Way en When It Rains wordt aanzienlijk gas terug genomen en horen we de rustige en meer gevoelige kant van deze schijf. In deze nummers doemen overduidelijk echo’s van een ander Steven Wilson project op: No-Man.
Naast dat Cusick zingt, bespeelt hij (met uitzondering van drums) alle instrumenten zelf. En dat doet hij voortreffelijk. Vocaaltechnisch vind ik het helaas een stuk minder. Dat ligt aan de manier waarop de zang is opgenomen en gemixt. Zijn stem klinkt regelmatig vervormd en emotie en gevoel lijken voor een groot deel weggepoetst te zijn. Op den duur vond ik de stem van Cusick zelfs wat eentonig.
Ik was onder de indruk van “Focal Point”. Van “P’dice” ben ik dat niet. Het verrassingseffect is verdwenen en de referenties liggen er té dik bovenop. “P’dice” lijkt teveel op een tribute aan Steven Wilson. Iets wat Paul Cusick gezien zijn kwaliteiten niet nodig heeft. Het zou zo maar kunnen dat dit album bij veel luisteraars daardoor spoedig in de vergetelheid raakt. Ik gun dit de sympathieke Paul Cusick niet. Het is wel iets wat hij zich moet realiseren bij het maken van een derde album. Toch adviseer ik iedereen deze cd zonder vooroordelen te gaan beluisteren. Dat kan onder meer op zijn website.
Hans Ravensbergen