Voordat Peter Bardens eind 1971 zich bij Andy Latimer, Andy Ward en Doug Ferguson voegde om Camel op te richten, had hij als toetsenist (lees: organist) al een behoorlijke staat van dienst opgebouwd.
Na een korte periode in Them speelde hij met onder meer Mick Fleetwood, Peter Green en Rod Stewart in Shotgun Express en deed hij uiteenlopend sessiewerk. Totdat hij in 1969 van het Transatlantic label een aanbieding krijgt om twee albums onder zijn eigen naam op te nemen. Die zijn nu verzameld op deze dubbel-cd, inclusief de zeldzame single van Village en een fraaie outtake, die Bardens pre-Camel werk netjes op een rijtje zet.
Bardens’ solodebuut heet “The Answer” en verschijnt september 1970. Een plaat waarop blues en underground op een interessante wijze worden gecombineerd, niet in de laatste plaats dankzij het sterke songmateriaal, een keur aan prima musici en niet in de laatste plaats de bijdragen van Peter Green op drie stukken (alhoewel zijn naam op de hoes ontbreekt). Homage To The God Of Light is zijn eerste échte epic, een stuk dat zelfs in Frankrijk op single verschijnt (en ook in die vorm op deze dubbel-cd te vinden is) en later bij Camel nog tot in de loop van 1972 op de setlist blijft staan. De energie is onmiskenbaar Bardens, zijn muziek straalt en broeit als geen ander.
Maar het commerciële succes blijft uit. Ook de opvolger die onder zijn eigen naam in juli 1971 uitkomt, doet in feite niets. Ook als de plaat in Amerika onder de titel “Write My Name In The Dust” verschijnt, sterft het album een stille dood. Toch horen we op dit album ook genoeg aanwijzingen in de richting van het Camel-geluid. Down So Long, Tear Down The Wall en vooral het instrumentale My House blinken uit in muzikaal vakmanschap. En dan ziet hij in september 1971 ineens die advertentie in Melody Maker staan van Latimer, Ward en Ferguson en gaat hij een nieuw muzikaal avontuur aan. Drie weken later spelen ze hun eerste optreden.
Pas in 1979 waagt Bardens zich weer op het solopad, met het eerder door Esoteric heruitgegeven “Heart To Heart”. Wat zijn eerste twee platen zo speciaal maakt, is dat ze ‘in the wake’ van de gloriejaren van de Britse progressieve rock een fraaie link leggen tussen blues, underground en de nieuwe geluiden die onder andere vanuit de Canterbury-scene en ook vanuit Nederland (Supersister, Group 1850) behoorlijk van invloed was. Bardens’ Transatlantic albums vormen in die zin een soort sleutelrol en laten die overgangsperiode waarin muzikaal alles mocht in volle glorie horen. En dat wist de twintig jaar geleden overleden toetsenist maar al te goed.