Apart gezelschap dat Phideaux!
Het zevende album van Phideaux is uitgekomen in de vroege zomer van 2007. In mijn vorige recensie (over de plaat “The Great Leap”) van deze art-progband maakte ik al melding dat de Amerikaanse groep er een straf werktempo op nahoudt. Deze stelling is anno 2007 door Phideaux in elk geval niet onderuit gehaald. Driekwart jaar na de release van “The Great Leap” ligt in de vorm van “Doomsday Afternoon’ de opvolger alweer voor mijn neus. Aangezien ik het gezelschap rond Phideaux Xavier een zeer warm hart toe draag is dit een zeer prettige ontwikkeling. De normale gang van zaken rond Phideaux was dat de twee originele leden Phideaux Xavier (zang, toetsen en gitaren) en Ritch Hutchins (drums) allerlei ideeën uit hun brein lieten ontspruiten en daarmee aan de gang gingen met een hoop bevriende muzikanten die op dat moment voorradig waren. Dit is nu veranderd en vanaf “Doomsday Afternoon” is het tweekoppige bandje omgetoverd tot een negen man sterke formatie. Overigens zijn dit grotendeels wel dezelfde muzikanten die in het verleden ook al te horen waren op een Phideaux plaat.
Muzikaal is het gelukkig niet zo radicaal gegaan. De muziek is nog steeds op en top Phideaux zonder al te veel te lijken op andere bands. Op elk album verandert de muzikale toon wel enigszins. Was het muzikale gebodene op “Ghost Story” wat ruiger, op “313” ietwat psychedelisch en op “The Great Leap” het beste van beide vertegenwoordigd, daar is de sfeer op “Doomsday Afternoon” een stuk melancholischer en mistroostiger van aard. Je kan de duistere sfeer een beetje vergelijken met de tevens in 2007 uitgekomen albums van Sylvan (“Presets”), Blackfield (“II”) en Gazpacho (“Night”). Qua teksten was het sowieso nooit een vrolijke boel wat Phideaux Xavier bij elkaar schreef en enkel al aan de albumtitel kan je zien dat dit niet is veranderd. Wederom laat Xavier zijn behoorlijk donkere visie op de politiek, natuur, dierenleed, mensheid en religie aan de luisteraar horen.
Naast de negen koppige band vallen er ook nog de nodige gastoptredens te noteren. Behalve de medewerking van een met zestien mensen gevuld orkest is de bekendste naam uit dit rijtje ex-Jadis en sinds juli 2007 ook ex-IQ toetsenist Martin Orford. Orford mag tijdens het epische Thank You For The Evil zijn kunsten etaleren. Een redelijk onopvallende bijdrage maar zeker niet verkeerd. Een andere verrassing is dat op de albumafsluiter Microdeath Softstar (op vreemde titels kan niemand Phideaux de baas) een aantal tekstregels zijn geschreven door Nederlands grootste prog-export product Arjen “Ayreon” Lucassen. Hoe de bombast himself op deze subtiele cd terecht is gekomen is de vraag, maar dat zijn vraagstukken voor later – eerst nog even genieten van deze cd. Want dat is zeker het geval, hoewel de werkdruk bij Phideaux groot moet zijn lijden de albums daar geenszins onder. Sterker nog met “Doomsday Afternoon” brengt Phideaux zijn sterkste werk uit. Waar je zou denken dat Phideaux mede door de gasten meer richting de Neo-prog gaat schuiven is dit gelukkig niet het geval. Al valt niet te ontkennen dat aan het begin van het album er wel wat Tony Banks-achtige toetspartijen voorbij komen.
De herfst maakt snel zijn intrede, bladeren vliegen je denkbeeldig om de oren, het haardvuur knappert er op los en de regen spat tegen de ramen. Dit is het gevoel dat je bekruipt als je “Doomsday Afternoon” in je cd-speler laat ronddraaien. Een gevoel dat je niet loslaat en een gevoel dat je eigenlijk niet wil loslaten. Dacht je dat met de andere albums van Phideaux het hoogtepunt al bereikt was? Dan klopt dat zeker niet want met deze cd heeft Phideaux zijn beste cd tot nu toe uitgebracht. Ik kan het u misschien nog sterker vertellen. In een jaar dat er fantastische cd’s uitgekomen zijn van prog grootheden als Blackfield, Marillion, Rush, Porcupine Tree, Beardfish, Sylvan en Gazpacho heeft Phideaux stiekem misschien wel de beste van het stel!
Sander Kok