Wanneer je op onze site eens op je gemakje de vijf recensies van Poor Genetic Material zou doorlezen, krijg je waarschijnlijk niet de drang om eens een album aan te schaffen. De tendens die je in de recensies leest, is die van ‘saai’, ‘inwisselbaar’ en ‘weinig verheffend’. Kort samengevat kunnen we stellen dat de Duitse band tot nu toe bij ons nog geen potje heeft weten te breken. Ik moet daarbij zeggen dat ik de band na “Winter’s Edge” uit het oog (oor) ben verloren. Ik was daarom best nieuwsgierig naar dit nieuwe album. Waar staat de band inmiddels?
We zouden de band best het predicaat ‘literaire prog’ mee kunnen geven. Ze baseren hun albums maar al te graag op literaire werkjes. Bij het vorige album was het nog Shakespeare, nu is het boek “Ulysses” van James Joyce als inspirator gekozen. Een op zijn minst opvallende keuze aangezien het boek bekend staat als ongestructureerd, chaotisch en verwarrend. In 2007 organiseerde het Engelse dagblad The Guardian een verkiezing van het minst uitgelezen boek ooit. Ulysses eindigde op de derde plaats. De teksten op dit album passen wat dat betreft prima, ook daar is geen touw aan vast te knopen.
De muziek daarentegen heeft mij in positieve zin verrast. Op “A Day In June” hoor ik een band die relaxed overkomt en muzikaal gezien de boel behoorlijk goed voor elkaar heeft. Vrijwel alle nummers lopen soepel in elkaar over en hebben allemaal sterke kanten. Veruit het grootste pluspunten zijn de mix en de mastering. Het album klinkt fris en uitstekend gebalanceerd. Met name het drumwerk van Dominik Steinbacher komt opvallend goed uit de verf. Zijn ritmes zijn uitstekend en zijn drums klinken in elk nummer weer net iets anders. Ook de basgitaar Dennis Sturm zit solide in de mix. Samen vormen ze een prima ritmesectie.
Alhoewel ik de band niet direct als neo-prog band zou willen wegzetten, zijn deze invloeden wel sterk aanwezig. Dit komt vooral door de toetsen van Phillip Jaehne. Het typische zwevende toetsengeluid is veelal op de achtergrond aanwezig en daaroverheen produceert hij vaak sterke piano- en orgelstukken. Daarbij passen de tempowisselingen en overgangen bij het genre. Waar ik de band vroeger vaak saai vond, is dat op dit album een stuk minder. Het sterke Wisdom And Menace klinkt opvallend fris en sterk uitgebalanceerd. Tegen het einde wordt het, mede door het compacte gitaargeluid van Stefan Glomb, mooi stuwend. Wandering Rocks heeft een mooie onderhuidse spanning. Deze wordt veroorzaakt door de bombastische drums en het licht mysterieuze gitaarspel.
Toch ligt saaiheid wel altijd om de hoek. Het album is sterk zang georiënteerd en daar moet je van houden. Wat meer instrumentale passages zou de muziek goed doen. Een nummer als Ithaca heeft zodanig veel tekst dat het bijna storend wordt. Phil Griffiths heeft een prima stem, maar die van zijn vader Martin (Beggar’s Opera) moet je echt liggen. Zijn theatrale zang gaat mij op een gegeven moment wat tegenstaan.
Al met al heeft dit album mij best positief weten te verrassen. Geen meesterwerk, absoluut niet, maar wel een voldoende. Het album bevat een aantal prima nummers en de productie is opvallend goed. Mijn interesse heeft de band in elk geval weten te wekken. Toch wel benieuwd hoe de band zich nu verder zal ontwikkelen.
Maarten Goossensen