Mensen die bij het uitdelen van de eigenschappen om uit te blinken in het maken van muziek achteraan lijken te hebben gestaan, maar dit toch zijn gaan proberen, zo zou een verklaring voor de bandnaam Poor Genetic Material kunnen zijn. Het blijkt met het DNA van dit Duitse gezelschap nog behoorlijk mee te zijn gevallen. Vanaf 1999 brengen ze muziek uit en met hun twaalfde cd “Here Now” uit 2020 blijkt het gezelschap nog springlevend. En het is ook nog eens niet slecht wat ze maken.
En als dan een van je favoriete albums de leeftijd van vijftien jaar aantikt is het de hoogste tijd voor het uitbrengen van een remix. De band vond namelijk dat “Spring Tidings” niet meer voldoet aan de hedendaagse standaard, dus hup in de remix die schijf. Dat bleek nog niet mee te vallen. De drumopnames moesten worden overgezet van een niet meer beschikbare technologie en de toetsenopnamen konden helemaal niet meer worden gered, dus dat vergde een nieuwe gang naar de studio. De cd heeft te veel muziek voor één lp, maar te weinig voor twee. Daarom is voor de lp-uitgave een selectie van zes van de acht nummers gemaakt. Bij de strikt gelimiteerde lp krijgt de koper de nieuwe cd erbij, zodat niets van het originele materiaal hoeft te worden gemist.
Een makkie voor een recensent: even wat op papier zetten over de remix, hoe mooi het allemaal is gaan klinken, dit onder de bestaande recensie plakken en klaar is Kees! Maar oeps, dat valt tegen, acht recensies van PGM staan op de site van Progwereld, maar nét deze niet. Moet ik me toch helemaal in dit werkje uit 2006 verdiepen. Het leven van een recensent gaat niet altijd over rozen…
Ik vertel niets nieuws als ik aangeef dat Poor Genetic Material muziek maakt met een soms licht buitenaardse sfeer, met veel toetsen als basis. In Three Steps Back… komt dit ijle, geheimzinnige sfeertje direct naar boven. De ijzige, hoge gitaarsolo past hier ook prima bij. Als Philip Griffith in Blow-Up vervolgens begint te zingen, belanden we weer terug op aarde en krijgt de muziek direct meer een pop inslag. Griffith heeft een prima stem, die iets weg heeft van Michael Sadler van Saga, maar ook van het theatrale van de zang van de oude Mandalaband zit er in. Toch slaat de muziek vaak een beetje dood als hij zingt. De weldadige wolken van toetsen van de hand van Philipp Jaehne en de pittige gitaarsolo’s, de laatste met een aparte vervorming, redden dit nummer nog. Ook in April is dit patroon te horen. Je moet je bijna door de zangpatronen heen worstelen om weer bij het volgende muzikale tussenstuk te geraken, dat dan gelukkig wel weer mooi is.
Regelmatig verzorgt Pia Darmstadter met haar dwarsfluit een gastoptreden. Op deze cd draagt ze bij aan het hele mooie begin van Watercolours. Stefan Glomb laat zijn gitaar weer heerlijk hoog, maar o zo subtiel janken en de combinatie met fluit en het subtiele toetsenspel brengt de luisteraar in Oosterse sferen. Dit is een van de hoogtepunten van de cd. De zang sluit hier ook veel beter aan bij de muziek. De nodige wisselingen in tempo en stemming en de heerlijke solo’s verhogen het luistergenot in dit nummer, wat mij betreft de prijspakker van de cd is.
Als Glomb zijn snaren zo ijzig (hoog) laat trillen dat dit je kippenvel bezorgt en Jaehne hier een mooi toetsenpatroon achter vlecht, op die momenten vind ik PGM op zijn best. La Ville Qui N’Existait Pas is met 10+ minuten nog net iets langer dan Watercolours en ook fraai van opbouw. Dit lied, in het Engels gezongen, gaat over de Franse stad van het licht. Dat raakt de thematiek van het album. De persoonlijke teksten gaan over licht en donker, leven en dood. Jaehne laat zijn Hammond wat meer op de voorgrond treden en de dubbel gespeelde gitaarsolo is ook bijzonder genietbaar. Weer bevallen de instrumentale passages het meest, zeker de laatste drie minuten, met een kort rustmoment waarna de muziek in een ander ritme nog even een nieuwe wending krijgt.
“Spring Tidings” is een behoorlijk knap album van Poor Genetic Materiaal. Ik heb genoten van de mooie melodieën, ingekleurd door fraai, subtiel toetsenwerk, aangevuld met heerlijke ijle gitaarsolo’s (al vertoont Glomb dit kunstje wel vrij vaak) en redelijke, maar duidelijk mindere zangpartijen. De Duitsers maken tamelijke complexe muziek die tegelijkertijd toegankelijk klinkt.
Zeker een goede keuze om dit werkje een opfrisbeurt te geven. Het leven van een recensent is zo slecht nog niet…