Rush is de band die deze jongen veranderde van een echte metalhead in een progrockfan met een hele brede interesse in muziek. De liefde voor muziek is al zo’n beetje sinds 1986 bij mij aanwezig, maar Rush zorgde ervoor dat deze liefde een passie werd. Mijn eerste kennismaking met deze band was op een verzamel-cd met verschillende rocknummers. Hierop stonden ook Roll The Bones en The Spirit Of Radio van dit Canadese orkestje. Vooral dat laatste nummer maakte enorme indruk op me, met zijn verscheidenheid aan stijlen in één nummer, maar het waren vooral de veelvuldige breaks en complexe baslijnen die mij voor deze band deden vallen. Inmiddels zijn we vele jaren verder en is Rush één van de weinige bands waarvan ik echt alle officiële uitgaves blijf verzamelen.
De fans die alles willen hebben worden de laatste jaren wel verwend, want van de laatste tournees verscheen telkens weer een live-registratie. Ook van de laatste tour – die tot grote teleurstelling van menig Europese Rush-fan beperkt bleef tot het Noord-Amerikaanse halfrond – is nu een registratie uitgebracht, “R40” getiteld, vernoemd naar de carrière van de band die al ruim veertig jaar duurt. De laatste nieuwsberichten rondom de band doen echter vrezen dat de R40-tour uiteindelijk een afscheidstournee is gebleken, wat het voor de Europese fans nog extra zuur maakt dat ze niet deze kant op gekomen zijn. Met name drummer Neal Peart schijnt het intensieve touren zat te zijn en wil niet te lang meer bij zijn gezin wegblijven. Hoe zuur het ook is voor de fans, je kan hem moeilijk ongelijk geven.
Goed, wij moeten het dus doen met deze live-registratie. En die is gewoon zoals we van Rush gewend zijn. We krijgen een superstrakke show voorgeschoteld die weer geweldig in beeld is gebracht. Het camerawerk is zodanig dat we bijna alle tovenarij die deze drie klasbakken uithalen prima kunnen volgen. Het dolenthousiast publiek (wat wil je, als je in je thuisstad, Toronto, staat te spelen!) wordt hier getrakteerd op een groot deel van de gebruikelijke klassiekers. Zo komen natuurlijk Tom Sawyer, The Spirit Of Radio, Subdivisions en 2112 voorbij. Deze laatste trouwens in een flink uitgebreidere versie dan we de laatste jaren gewend zijn.
Dat laatste geeft wel een beetje aan wat er anders is aan deze show ten opzichte van de vorige dvd-releases. Wordt 2112 al uitgebreider gespeeld dan gebruikelijk; er komt ook een aantal nummers voorbij die al heel lang (of in een enkel geval zelfs nooit!) niet meer live zijn gespeeld. Wat te denken van Jacob’s Ladder, de Prelude van Hemispheres, Lakeside Park/Anthem en Xanadu (compleet met double necks bij Geddy en Alex!). We worden hier zelfs getrakteerd op een prachtuitvoering van Losing It met Ben Mink op viool, die ook op het album “Signals” deze partij verzorgt. Als het dan toch een laatste tour moet zijn, draagt de setlist in elk geval bij aan een waardig afscheid. Wat dat betreft is het ook wel mooi dat de nummers echt van oud naar nieuw worden gespeeld. Als opener zien we The Anarchist van “Clockwork Angels” en de eerste set voor de pauze wordt afgesloten met Subdivisions. Als dan na een hilarisch filmpje (hier getiteld No Country For Old Hens) de tweede set met Tom Sawyer aftrapt, kan het feest echt beginnen, met alleen maar werk van de platen van “2112” tot en met “Moving Pictures”. Uiteindelijk wordt de toegift afgesloten met Working Man van de debuutplaat uit 1974. Met recht een geweldige reis door de tijd. Prachtig ook te zien dat Neal Peart tijdens de tweede set speelt op zijn drumkit uit de betreffende tijd (compleet met dubbele ‘Starman’ bass drums).
Valt er dan helemaal niets te mopperen hier? Nou ja, eigenlijk wel. In de recente nieuwsberichten wordt gesproken over Peart’s aversie jegens het touren en zou gitarist Lifeson last hebben van artritis. Van dit laatste is overigens niets te merken en ook Neal Peart toont hier wederom aan dat hij wat mij betreft al decennia lang de beste drummer van de wereld is. Waar wel behoorlijk de sleet op zit, is de stem van Geddy Lee. Natuurlijk, zijn baswerk is van een andere planeet en ik blijf me verbazen over hoe hij dat ook nog weet te combineren met zijn spel op de toetsen. Echter, aan zijn stem is wel te horen dat ook bij meneer Weinrib de jaren gaan tellen. Hier en daar zingt hij behoorlijk geforceerd en op zijn articulatie valt ook wel één en ander aan te merken. Sterker nog, hier en daar is het zelfs vals. En hoewel ik af en toe in woede kan ontsteken om een slechte zanger, is het gekke dat Lee er bij mij mee weg komt. Dat is misschien alles behalve objectief, maar het geeft aan hoe hoog ik deze man heb zitten.
Als bonus op de dvd is een drietal mooie nummers toegevoegd die zo te zien elders zijn opgenomen. Ook de cd bevat deze bonustracks, uitgebreid met nog vier extra nummers (waaronder The Camera Eye!). Voor het overige bevatten de drie cd’s dezelfde tracklist als de dvd.
Zoals gezegd is het uiterst jammer dat de drie Canadezen deze show niet naar Europa hebben gebracht. Was dat wel zo geweest, dan had uw recensent de nacht voor de voorverkoop figuurlijk in een slaapzak voor het postkantoor doorgebracht om een kaartje te kunnen bemachtigen. Helaas mocht het niet zo zijn, maar is deze dvd een aardige pleister op de wonde.
Ralph Uffing