
Room – Pre-flight
15 februari 2022
Oud, obscuur en female fronted deel V: Saint Just – La Casa Del Lago (1974)
Onze recensent Friso Woudstra staat bij zijn vriendenkring bekend om het enthousiasme dat hij kan opbrengen voor muziek die zelfs voor liefhebbers van rock totaal onbekend is. Men kent hem niet anders en doet het er maar mee.
Toch weten sommige van zijn ‘vondsten’ indruk te maken op zijn beste maatje Ayla, een kunsthistorica en maatschappijleerdocente van 1 meter 94. Ze ging al eerder overstag voor Fairport Convention en luisterde daarvoor al naar oude platen van Genesis. Samen houden dan ze af en toe platenavondjes waarbij er soms ook thema’s zijn. Zo was er laatst een avond waarop ze conceptalbums met een soort kinderlijk sentiment beluisterden waarbij “The Snow Goose” van Camel en “Rockpommel’s Land” van Grobschnitt aan bod kwamen. Op een andere avond waren dan female fronted groepen aan de beurt en kwam ook deze herpersing van Saint Just onder de naald te liggen. Het bleek muziek te zijn die de fantasie prikkelt en warm klinkt als een zojuist doorgebroken zonnetje.
Dat Italië in de jaren ‘70 een bakermat is geweest voor het progressieve genre zal de meesten van u wel bekend zijn. Een band die dan echter niet zo vaak genoemd wordt is de psychedelische folk formatie Saint Just uit Napels, welke overigens vernoemd is naar een belangrijke spil uit de Franse Revolutie. Liefhebbers van de groep komen er onderling niet uit of het debuut of juist deze tweede plaat hun beste werk is, maar onze recensent koos voor dit tweede album, omdat deze qua sound en productie het best de tand des tijds heeft doorstaan.
Op dit “La Casa Del Lago”, oftewel ‘het huis aan het meer’, heeft Saint Just een sound die zich laat vergelijken met (progressive) folk groepen als Fairport Convention, Trees, Spirogyra en Dando Shaft. Het onderscheidende van de muziek is echter hoe de vondsten uitgewerkt worden en van interessante, warme, analoge geluidslandschappen worden voorzien. Door lagen te stapelen ontstaat een breed symfonisch geluid dat toch geaard wordt door de traditionele klanken van de folk instrumenten. Zangeres Jane Sorrenti lijkt de muziek te belijden en ervaart veel vrijheid bij het gebruik van haar stem, waardoor je ook eigenlijk weinig merkt van het gegeven dat ze alles in het Italiaans zingt. Ze weet de muziek de juiste intensiteit en levendigheid mee te geven. Een geïrriteerde reviewer op het internet omschrijft haar echter – vrij vertaald als – “een zangeres die zingt als een eindeloos solerende lead gitarist”.
Eén van de krachten van dit album is dat het een consistent prettige kwaliteit heeft, waar andere albums het soms meer moeten hebben van de pieken. De psychedelische laag zit hem in de keuzes van klanken en de bezwering van de uitvoering. Zo hoor je in het openingsnummer al vibrafoon, viool, saxofoon, akoestische en elektrische gitaar en een verrassende stevige ritmische sectie.
Het tweede nummer, Nella Vita, Un Pianto, het langste stuk van de plaat, heeft dan juist een elegante opening met idyllische folk sferen. Liefhebbers van de Mellotron mogen dan ook aansluiten. Wanneer basgitaar en drums inkicken weet Saint Just een bijzondere spanning op te roepen en kan zangeres Jane uithalen als een knijpende en bijna krijsende Sharon den Adel. Als het reeds intense spel zich verder ontwikkelt blijkt Saint Just nog meerdere keren er een schepje bovenop te kunnen doen met scheurende violen, pompende bassen en natuurlijk zangeres Jane die zingt voor haar leven. Met eens symfonisch eindspel weet de band prachtige hoge snaarklanken effectief in te zetten voor een magisch sfeerbeeld. En dan is er ineens één kant van een elpee al weer voorbij. Natuurlijk zijn er de imperfecties; met name instrumenten die net een tikkeltje toonvaster hadden mogen zijn. Het hoort bij de jaren zeventig en geeft het ook de smoel die in hedendaagse retro-prog vaak lijkt te ontbreken.
Op de tweede kant bouwt de groep nummers uit vanuit een sterke basis. Met name ook het nummer Viaggio Nel Tempo weet daarbij te verrassen met een sfeer die van optimistisch, feestelijk en strijdbaar kan wisselen met wanhopig en zelfs hemel reikend. Ik kan geen voorbeeld bedenken van een ander lied dat deze sprong zo kan maken. Misschien ‘The Clairvoyant’ van Iron Maiden, maar dat is wel een heel ander genre. Onze recensent vond hier in elk geval een favoriet.
Soms fantaseert onze recensent wel eens over hoe het zou zijn voor de uiteen gewaaide bandleden van een groep als Saint Just om erachter te komen dat ergens op de wereld – nou ja, gewoon in Den Bosch – een recensent en een kunsthistorica zich genoeg doen aan een bijna vergeten album dat zij ooit in hun wilde jeugd opnamen. Dat er naar hun muziek geluisterd wordt, dat het besproken wordt en dat wanneer de muziek zijn mooiste passages bereikt er enkel nog blikken worden uitgewisseld. Dat ze direct opstaan om de elpee, een soort semi-illegale herpersing van Akarma, met goede zorgen om te draaien wanneer de muziek dreigt te stoppen. Ach, wie weet wonen de ondergetekenden van Saint Just ondertussen wel in een pittoresk huisje aan een meertje in Italië en valt er nog weinig te fantaseren. Wie weet kan een vroeg lentezonnetje dat achter een wolk tevoorschijn komt ze wel meer bekoren.