Het Zweedse Soen is een band die in de loop der jaren weinig substantiële veranderingen heeft gebracht binnen de composities. Is dat kracht…of juist zwakte?
Toegegeven, na “Lotus” werd het allemaal wat harder en steviger: strakke ritmes, dynamisch en sterke melodieën, catchy en melancholische progrock; drums van mastermind Martin Lopez die direct, frontaal en vooraan in de productie staan. Krachtige gitaarriffs en solo’s, soms wat complex maar nergens frivool of uitgebreid; gitaarsolo’s die vaak ook doen denken aan Pink Floyd; muziek die neigt naar metal maar…het ook weer niet is. Elk detail lijkt weloverwogen, doordacht.
Een opvallend aspect na ruim een decennium is het hanteren van de titelnamen op de albums. Neem alle cd’s er bij en het zal opvallen dat de band altijd kiest voor één woord binnen de titels. Zeker de laatste vier albums laten dat zien. Het zijn in de meeste gevallen zelfstandige naamwoorden en daarmee stralen die titels ontegenzeggelijk veel kracht uit.
Naarmate de cd’s elkaar opvolgen kun je concluderen dat bij elke release de songs steeds verder worden ingekort tot radiovriendelijke tracks van hooguit vier en een halve minuut. Op dit album tikt slechts één nummer de vijf minuten aan, dat is het afsluitende Vitals. Op voorgaande albums was nog regelmatig een song te vinden die meer dan zes minuten duurde.
Daarnaast is er nog een kenmerkend detail dat niet in alle tracks tot uiting komt, maar op dit album wat meer in het oog springt. Veel tracks worden in een hoog tempo en ritme gespeeld. Fortress is een treffend voorbeeld van die “gehaastheid”. De productie klinkt nagenoeg té snel en in elkaar gepropt. Het vertoont onwennige overgangen die niet lekker in elkaar steken. Ik zie het productieteam al vol stress bij elkaar zitten: “Jongens, het nummer moet binnen de vier minuten passen, waar kunnen we tijd besparen?” En dan nog drie seconden te veel hebben. Ik bedoel maar.
En eerlijk is eerlijk, als recensent zou ik ook geen geschikte plek kunnen aanwijzen waar binnen die compositie nog tijd gewonnen kan worden. Zelfs de gitaarsolo klinkt gehaast. Icon heeft dat euvel ook een beetje. Snel, direct en productioneel erg vol. Zet beide tracks bijvoorbeeld eens naast Monarch van “Imperial” en je zult zien dat er op dit album minder rust gegund wordt binnen de composities.
Nu het positieve. “Memorial” is vooral de cd van Joel Ekelöf. Hij heeft nog nooit zo veelzijdig geklonken als op dit album. Violence is daarvan misschien nog wel het beste voorbeeld. Tragedian is gevoelig en zijn zang versterkt dat aspect nog eens extra. Dit is een heerlijke, vertrouwde “Soen”-track met geweldig gitaarwerk van Cody Ford. Titeltrack Memorial is een uitdaging voor Ekelöf. Hij zingt in beginsel geforceerd en dat is per definitie niet zijn kracht. Een kleine inschattingsfout. In Hollowed wordt hij geassisteerd door de Italiaanse Elisa Toffoli. Deze dame is in eigen land vooral bekend om haar eigen pop/elektronica-cd’s, maar ook om haar samenwerking met Ennio Morricone. Met hem schreef zij onder andere een soundtrack voor Quentin Tarantino’s film “Django Unchained”.
Op het langste(!) nummer Vitals treedt Ekelöf buiten zijn spectrum. Een atypisch nummer, rustig, met pianobegeleiding, waarbij de zanger nagenoeg onherkenbaar klinkt. Wat zingt hij hier ontzettend goed, met een timbre, een bereik, een ander geluid: weergaloos! Het album eindigt met absoluut het beste nummer en is een klassieker in de dop.
Soen heeft een sterk album geleverd dat de opgebouwde schare fans opnieuw zal boeien. Wellicht zal het zo hier en daar zelfs nog een nieuwe bewonderaar aantrekken. Het herkenbare geluid is niet veranderd, de songs kun je inmiddels wel typerend “Soen” noemen. De productie, de arrangementen, de kenmerkende en aangename zang van Joel Ekelöf, het typeert deze Zweedse band van voor tot achter. Bij vlagen is deze cd optimaal genieten. Ten tijde van het debuut werd vaak de vergelijking getrokken met bands als Tool en Opeth. Die overeenkomsten zijn nog steeds te vinden, maar de band heeft nu wel een eigen concept. Concluderend is bij deze cd een bijsluiter wel op zijn plaats: de kritische en/of progressieve fan zal inmiddels wat verveeld raken. “Memorial” klinkt minder uitdagend dan de voorgaande twee cd’s van de band, die stelling durf ik te deponeren.