Het is de ultieme droom van menig symfonische rock-musicus om zijn muziek met een heus symfonieorkest uit te kunnen voeren. Procol Harum, The Moody Blues, Yes, Emerson, Lake & Palmer, Deep Purple en Dream Theater volbrachten dit huzarenstukje al eens in het verleden.
Zo hoopte Steve Hackett de muziek van Genesis ook een keer met een symfonieorkest ten gehore te kunnen brengen. Deze droom werd uiteindelijk verwezenlijkt op 4 maart 2017, toen Hackett met zijn band op het podium werd vergezeld door het Buffalo Philharmonic Orchestra onder leiding van de Canadese dirigent Bradley Thachuk. Laatstgenoemde had, tezamen met zijn tweelingbroer Steve, de arrangementen voor het orkest geschreven. Dit “one-off” evenement kreeg zoveel positieve respons, dat besloten werd het een vervolg te geven met een tour van acht concerten in Groot Brittannië in het najaar van 2018 met het Heart of England Orchestra. Tijdens deze tour werd het optreden in de Royal Festival Hall in Londen opgenomen voor een dubbel cd/blu-ray: “Live at he Royal Festival Hall”.
De Duitse “Rock meets Classic” organisatie smeedde het ijzer toen het nog heet was en wist Hackett & Thachuk te strikken voor drie concerten in 2020 in Wuppertal.
Als gevolg van de Covid-pandemie moest het concert echter tot drie keer worden verschoven. 14, 15 en 16 april van dit jaar was het eindelijk zo ver, Hackett met symfonieorkest en koor op het Europese vasteland.
De Historische Stadthalle in Wuppertal blijkt zijn naam alle eer aan te doen. Het interieur lijkt enigszins op ons eigen Concertgebouw, zij het in een iets kleiner formaat. De akoestiek blijkt uitstekend, de zaal is volledig uitverkocht, ‘also sind wir alle sehr gespannt’.
Hackett trapt af met Dance on a Volcano, dat een dankbaar stuk blijkt voor band en orkest. Het Sinfonieorchester Wuppertal voegt vanaf het begin een extra rijke klank aan de band toe, zonder irritant op de voorgrond te treden. Als arrangeur weet Thachuk met zorg zijn momenten te kiezen om het orkest te laten shinen. Op die momenten waan je je in de zevende Genesis-hemel en komt het filmische karakter van veel van Hackett’s muziek nóg sterker tot uiting. Met het koor weet hij daar nog een extra kleur bij aan te brengen.
Met die insteek voegen orkest (en soms koor) een extra fraaie dimensie toe aan heftige stukken als Out of the Body, The Steppes en El Niño, alle uit het solorepertoire van Hackett.
In die categorie vallen ook Serpentine Song en Shadow of the Hierophant. Het eerste laat hier tezamen met koor en orkest een erg zoete, musicalachtige indruk achter. Van het tweede wordt het eerste gedeelte jammer genoeg niet gespeeld omdat Amanda Lehmann haar stem volledig kwijt was. De tweede helft van Shadow of the Hierophant wordt gekenmerkt door de prachtige geleidelijke dynamische opbouw naar de climax aan het eind. Heel lang blijft het orkest hier enigszins op de achtergrond tot het in het laatste kwart uit de schaduw van Hackett’s band treedt en triomfantelijk naar het slot speelt. Magistraal!
Het wegvallen van de stem van Amanda Lehmann was niet het enige smetje op de avond. Hackett had die week zelf een ongelukje met zijn linkerhand gehad en was daardoor licht beperkt in zijn spel. Dat uitte zich af en toe in de snelle gitaarpassages waarbij de mimiek van de maestro niets aan duidelijkheid te wensen over liet.
Rob Townsend vormt ondertussen een niet te missen schakel in de band van Hackett. Zijn instrument, de sopraan-saxofoon, heeft natuurlijk sinds Branford Marsalis zijn vloeiende spel aan The Blue Turtles van Sting toevoegde, een ware revival beleefd. Townsend is echter een zeer veelzijdig muzikant en gaat in zijn speelstijl moeiteloos mee met alle etnische uitstapjes die Hackett in zijn muziek maakt. Luister maar eens naar zijn prachtige solo aan het eind van Out of the Body als overgang naar The Steppes. Geweldig zoals hij daarin beide nummers met elkaar verbindt. Naast zijn smaakvolle bijdragen op de diverse fluiten en percussie heeft hij een heerlijk droog Brits gevoel voor humor.
Toetsenist Roger King en bassist/gitarist Jonas Reingold kwijten zich onopvallend van hun niet te onderschatten taak. Drummer Craig Blundell heeft een krachtigere speelstijl dan zijn voorganger Gary O’Toole, waardoor de geluidsmensen in het begin van het concert tijd nodig hadden om de balans met het orkest in evenwicht te krijgen.
Ook bij de Genesis-songs zorgde arrangeur en dirigent Thachuk voor smaakvolle arrangementen: krachtig ondersteunend in de hectische passages, subtiel in de zachtere stukken, majestueus in de klassieke passages en afwezig wanneer dat nodig was.
Zo kreeg Firth of Fifth van alles wat, Blood on the Rooftops ‘slechts’ een subtiel ‘strijkje’ en vormden de koppel In That Quiet Earth en Afterglow de sublieme combi van proggy hectiek en heerlijke berusting, slechts gescheiden van elkaar door die alleszeggende drumbreak. Heerlijk dat koor erbij en het majestueuze kopergeschal in het laatste refrein. Daarna mocht Jonas Reingold zich in het instrumentale outro nog even uitleven op zijn basgitaar.
Absolute hoogtepunten waren voor mij Dancing with the Moonlit Knight en Supper’s Ready. De open mystieke sferen, extra kracht in de heftige proggy passages en de heerlijk warme inkleuring van de klassieke melodieën door koor en orkest geven deze mini-symfonieën van Genesis zoveel extra’s.
Na een overweldigend, niet aflatend applaus, moest de (geplande) toegift The Musical Box natuurlijk volgen. De eerste helft van deze toegift werd zonder koor en orkest gespeeld. Dat was even wennen maar halverwege voegden de Duitsers weer even fraai in voor de apotheose: kippenvel, oftewel Gänsehaut, zoals onze oosterburen plegen te zeggen.
Toen alle bandleden op het eind van het enthousiaste applaus van het podium waren gelopen liep Hackett in zijn eentje nog even naar koor en orkest om deze musici extra in het zonnetje te zetten. Sympathiek gebaar van een man wiens droom was uitgekomen.
Een concert van Steve Hackett en zijn band is meestal van een heel erg hoog niveau, al zijn er altijd mensen die twijfels hebben over het voortdurend herkauwen van die Genesis-klassiekers. Wanneer die klassiekers echter op een dergelijke wijze worden herschapen, met zo’n fraaie wisselwerking tussen band, koor en orkest, mag hij dat van mij vaker doen.
Als ik dan één tip mag geven: Go West…………