Steve Hackett blijft onvermoeibaar het werk van Genesis vertolken. Tijdens de 2021/2022 tour staat de klassieke live dubbel-lp “Seconds Out” centraal. Op 7 en 8 maart 2022 doet hij Nederland aan voor optredens in Tivoli Vredenburg in Utrecht.
Ook wel weer eens lekker, zitten tijdens een concert. Dat kan in Tivoli Vredenburg in Utrecht natuurlijk uitstekend. Op 7 maart was de tent uitverkocht, de paar lege stoelen zullen een corona-achtergrond hebben gehad, want niemand met een kaartje wilde dit optreden missen. De formule van de optredens van Steve Hackett is al jarenlang vooraf duidelijk en beproefd. Hij speelt ‘iets’ van Genesis, aangevuld met klassiekers uit zijn eigen oeuvre en een paar nummers van zijn laatste cd. Succes verzekerd, want jaar na jaar trekt hij overal in de wereld nog volle zalen.
Tijdens de overture Clocks – The Angels Of Mons (van “Spectral Mornings”) houd ik mijn hart vast. Hackett’s gitaar lijkt van een andere planeet te komen. Niet zo onaards goed, maar zo slecht (afgesteld?). Misschien heeft het er mee te maken dat we ter hoogte van de cornervlag zitten, waardoor ik de meester schuin van achteren op de rug kijk. Na een tijdje kan ik met een gerust hart mijn hart weer los laten: met het geluid zit het toch goed! Every Day speelt hij ook elke dag dat hij optreedt en dat nummer gaat er altijd in als ketellapper. Van zijn nieuwste uitgave “Surrender Of Silence” uit 2021 kiest hij het bijna akoestisch startende, maar ruig uitpakkende Held In The Shadows. Evenmin rustig gaat het toe op The Devil’s Cathedral (wat wil je ook mijn zo’n titel), met zware orgelpartijen (heerlijk!) en woeste orkestraties. Terecht spreekt Hackett uit dat de opening hiervan niet in het repertoire van Genesis had kunnen zitten. Al met al zijn de heerlijke gitaarsolo’s natuurlijk intussen niet van de lucht! Het slotstuk van Shadow Of The Hierophant (van “Voyage Of The Acolyte”) is weergaloos en dan is de koek voor de pauze al op.
Set twee bestaat namelijk uit een integrale vertolking van de klassieke live dubbel lp van Genesis uit 1977, “Seconds Out”. Dit kan met enige fantasie wel als een ‘The best of… van Genesis worden gezien. Een neusje van de zalm die de periode van “Nursery Cryme” tot en met “Wind And Wuthering” omvat, precies dé glorietijd van deze absolute wereldband.
De zalige momenten volgen elkaar in rap tempo op. Squonk en Robbery, Assault And Battery van “A Trick Of The Tail” omsluiten The Carpet Crawlers. Fraai is ook de uitvoering van Afterglow, je zou de Mellotron die zo aan dit nummer verbonden is, bijna niet missen. Vaste kracht Roger King krijgt de schijnwerpers op zich gericht tijdens het piano-intro van Firth Of Fifth, als altijd een absoluut hoogtepunt en weer onberispelijk gespeeld door Hackett. Nog een vaste waarde in de begeleidingsband van Hackett, Rob Townsend, soleert er op saxofoon lustig op los in I Know What I Like (In Your Wardrobe). Alles waar hij door blaast verandert in muzikaal goud. Nad Sylvan kunnen we inmiddels ook een blijvertje noemen. Zijn fraaie stem, een wonderlijke combi van die van Gabriel en Collins, past daarom natuurlijk uitstekend bij deze muziek. Drummer en bassist zijn per tour inwisselbaar. Het bassen was in handen van Jonas Reingold, ook geen kleine jongen natuurlijk en hij kan nog op de 12-string gitaar uit de voeten ook! Achter de kit nam Craig Blundell plaats. Toen Collins de zang van Gabriel had overgenomen trad Genesis regelmatig op met een extra drummer. Het leek soms wel of Blundell met z’n tweeën aan het drummen was.
Voor mij moeten de absolute hoogtepunten van het concert dan nog komen. Supper’s Ready had ik nog nooit live zien spelen en alle zeven delen van deze epic van een minuut of 24 schoon aan de haak mee mogen maken is ronduit een feest! En dan nog The Cinema Show… De minutenlange toetsensolo brengt mij naar het puntje van mijn stoel (ook vanwege opkomende kramp) en bezorgt me rillingen over de rug en waar eigenlijk niet. Wat verschrikkelijk mooi is dit toch!
Steve Hackett laat zich niet voorstaan op zijn immens knappe gitaarspel, dat hij nog steeds blijft ontwikkelen. Hij komt soms bijna bescheiden over op het podium. Doorgaans blijven hij en de rest van de band heel dicht bij het origineel. Op twee momenten laat de meester toch een verrassende solo, buiten het boekje, horen, waarbij hij hoorbaar en zichtbaar alles uit de (klank)kast haalt.
De setlist is zo goed gevuld dat Hackett een kunstgreepje moet toepassen. De laatste nummers van “Seconds Out” speelt de band als toegift. Na Dance On A Vulcano, met dat geweldige instrumentale tussenstuk, krijgt Craig Blundell de ruimte voor een drumsolo. Ik vind dat drumsolo’s verboden moeten worden, maar ik moet toegeven dat ik wel onder te indruk was hoe deze man met de stokken tekeer ging. Ook bijna traditioneel vormt Los Endos de afsluiter van het concert, waarbij de diepe klanken van de Moog Taurus baspedalen zich in ieders maag nestelden en waarmee het zwaartepunt van “A Trick Of The Tail” in deze oude Genesis tour nog eens wordt onderstreept (geen protesten van mijn kant!).
Tevreden (dat kan niet anders) toog het publiek huiswaarts. Wat een ongelofelijke klasbak is die man toch en dan met zo’n band om zich heen en dan zulke muziek spelen, het was een topavond! En dat in de wetenschap dat de volgende tour, met het vijftig jaar oude album “Foxtrot” in de hoofdrol, alweer in aantocht is. Ik ben zeker weer van de partij, maar eerst nog even bijkomen en nagenieten van de overvolle symfonische snoeppot van vanavond…