Weserbergerland is een experimenteel muziekproject bestaande uit verschillende Noorse muzikanten die verzameld zijn door Ketil Vestrum Einarsen. Hij is bekend met zijn bijdrage aan onder andere White Willow, Jaga Jazzist, Motorpsycho, Panzerpappa en Kaukasus.
Nu is Weserbergland ook een regio in Duitsland en de keuze voor deze bandnaam is dat dit allemaal te maken heeft met zijn voorliefde voor krautrock. Zo hebben de eerste twee albums daarom ook al een Duitstalige titel meegekregen. Het debuutalbum met de briljante titel “Sehr Kosmisch – Ganz Progisch” bevat dan ook invloeden van bands als Tangerine Dream en Can en is doorspekt met een flinke dosis jaren ’70 progressieve rock in het algemeen.
Het derde album, “Sacrae Symphonia no.1” is geïnspireerd op muziek die vijf eeuwen overspannen. Het gaat van laat Venetiaanse Renaissance muziek via de sonische verkenning van de avantgarde componist Stockhausen tot aan de Duitse experimentele rock muziekscene in de jaren ‘70 en daarna. Het veertig minuten durende titelnummer is deels gecomponeerd en deels geïmproviseerd. Het is daarna door componist en producer Ketil Vestrum Einarsen digitaal bewerkt met behulp van codetaal en open source software op een doorsnee pc en gemixt door John McEntire (Tortoise). Uw recensent wordt nog wel eens badend in het zweet wakker van de verknipte geest van Unquiet Music Ltd. Gelukkig is de soundbites bewerking ditmaal een fantasierijke ervaring geworden vol atmosferische klassieke elementen, experimentele elektronische muziek, noise rock-aanvallen en alles daar tussenin zonder enige samenhang.
Waren de eerste albums al moeilijk te vatten, daar gaat Einarsen met zijn nieuwste werk nog een stap verder. Ontsproten uit de elektronische stijl van Karlheinz Stockhausen start de eerste zes minuten nog als vervreemd klassieke noise die opdoemen als gevechtsdrones. Daarna is het al snel chaos troef. Na minuut twaalf gaat de snelheid door het gebruik van drums stabiel omhoog en vind het zich een weg richting krautrock. Rond minuut 18 vind er dankzij een gigantische hoeveelheid ruis voortdurend geluidsevoluties plaats door steeds weer nieuwe lagen toe te voegen. Met pulserende ritmes is het in minuut 22 weer de chaos die explosief dicteert en regeert. Op minuut 27 neemt het drumwerk het stokje weer over en is de rol van dreunende basgitaar heerlijk prominent aanwezig. Wat volgt is puur exorcisme gevat in muziek en verandert het uiteindelijk in iets ondefinieerbaars donkers en sombers avant-gardistisch. Het geheel aan experimentele geluiden komt hier zeer sterk en krachtig over. Zoals het wel betaamt geraakt de vrije symfonie in minuut 36 in steeds rustiger vaarwater waardoor het in de grote brij aan toonzettingen er op die manier toch nog iets van een kop en staart valt te ontdekken.
In zekere zin is dit prog doordat het elke notities voor standaard songwriting en vaste structuur tart en overstijgt. Het is de onvoorspelbaarheid en wirwar aan ingewikkelde texturen, dissonante melodieën en sombere soundscapes waarin de afhakers en de bijblijvers rap van elkaar gescheiden worden. Er gebeuren zoveel subtiele dingen met non-lineaire melodieën die door de compositie opdraven en weer wegrennen dat dit het soort muziek is dat je ofwel zal betoveren of dat je mentale gezondheid zwaar op de proef gesteld gaat worden. Deze plaat vereist absoluut een open geest van de kant van de opofferende luisteraar die houdt van de rusteloze geluidsenergie en de variatie van luidruchtig en verontrustend tot bizar en angstaanjagend.