Willowglass is een éénmans project. Adrew Marshall is de multi instrumentalist die achter deze naam schuil gaat. Enkel voor de drums heeft hij wat hulp ingeschakeld. Deze man is overduidelijk helemaal weg van de symfonische rock zoals deze in de jaren 70 werd gemaakt. Zijn muziek ademt één en al Genesis met een vleugje Camel en King Crimson.
Drie jaar geleden was ik al erg lovend over zijn debuutalbum “Willowglass“. Een heerlijke instrumentale plaat die geen moment wist te vervelen. Een prestatie op zich om een instrumentaal album te kunnen maken dat nergens verveelt. Gelukkig voldoet ook zijn tweede album aan deze eisen. Marshall gaat met dit album verder op de weg die hij was ingeslagen zonder dat je het gevoel hebt dat hij in herhaling valt.
Ook dit album is bijzonder veelzijdig en zit boordevol prachtige solo’s en pakkende thema’s. Deze thema’s worden goed uitgewerkt en doordat hij veel varieert heb je niet het gevoel dat deze tot op het bot worden uitgewrongen. Dat houdt de muziek speels en energiek. Het knappe van zijn muziek is dat het als achtergrondmuziek goed doet, maar onder de koptelefoon vervolgens helemaal tot leven komt. Dan ga je de kleine dingen horen die je anders niet gehoord hebt.
En wat is er een hoop moois te horen! Heerlijk up-tempo zwevend toetsenspel variërend van slepend tot watervlug, maar ook lekker pianospel en een bombastisch kerkorgel komen voorbij. En dan de pakkende gitaarsolo’s in de stijl van Andy Latimer en Steve Hackett die je golven kippenvel bezorgen. Ook wanneer hij de paspedalen laat ronken is het genieten. Maar even later is zijn muziek weel heel breekbaar met mooi akoestisch gitaarspel en fluit. Zo wordt deze cd beluisteren een echte trip. Een trip door de symfonische rock.
Het moge duidelijk zijn, we hebben hier met een dikke aanrader te maken. Ook zo genoten van de nieuwe Hostsonaten? Dan moet je ook deze zeker eens beluisteren. Marshall weet het niveau van Zuffanti nog niet helemaal te halen, maar hij komt zeker een eind in de buurt en dat is een groot compliment voor deze Engelsman.
Maarten Goossensen