Wired Ways is het project van een collectief uit Berlijn en Hamburg. Multi-instrumentalist Richard Schaeffer en gitarist/producer Dennis Rux verzamelden een kern van muzikanten om zich heen, die het hart van het project/de band vormen. In totaal leveren niet minder dan 40 muzikanten een bijdrage aan het gelijknamige debuut. Zij zorgen voor een bonte stoet aan niet alledaagse instrumenten zoals de sitar, bugel, celesta, klavecimbel, bamboefluit, piccolo, fagot, gong, pomporgel, luit en pauken.
Grote man is toch wel Schaeffer die (mede) alle muziek schreef en verantwoordelijk is voor alle teksten. Hij bedacht alle concepten tijdens het reizen in het openbaar vervoer. Dat verklaart ook het thema van de nummers die handelen over transport, communicatie, verbinding, scheiding en loslaten. De teksten kunnen over het dagelijkse leven gaan, maar ook dromerig van aard zijn, een persoonlijk touch hebben of maatschappelijke issues aansnijden.
Wired Ways wil een hommage brengen aan de technieken en geluiden van eind jaren ’60, begin jaren ’70, dit alles met een moderne twist. Het resultaat is een negental niet al te lange composities. Dit levert dan rockmuziek op met zeer sterke popinvloeden, met inderdaad een onmiskenbare terugblik naar genoemde periode. Vleugjes wereldmuziek en psychedelica maken het plaatje bijna compleet, want we kunnen als inspiratiebron niet om The Beatles heen. De negen nummers zijn doorspekt met klanken die heel erg lijken op wat de Fab Four maakten. Regelmatig denk je: ha, dat klinkt als dát nummer van The Beatles, maar dat is steeds ook maar even, want Wired Ways hanteert toch een eigen stijl. Schaeffer heeft nadrukkelijk eigen, unieke composities in elkaar gezet.
Ik zag de band live op de 2022 editie van Night Of The Prog, in het openluchttheater Loreley, hoog boven de Rijn. Het podium was goed gevuld, maar natuurlijk niet met 40 muzikanten! Ik schreef in mijn festivalverslag dat ik een bont gezelschap aan het werk zag, waarbij het speelplezier van het podium afspatte. En dat je heel wat fantasie moet hebben om dit prog te noemen.
De muziek van Wired Ways kunnen we verder nog omschrijven als fris, ongecompliceerd en super toegankelijk. Het zijn echt liedjes, zoals The Beatles ze ook maakten. Er ligt veel nadruk op de zang, die door verschillende uitvoerenden goed verzorgd is. Naast de solopartijen zijn ook veel koortjes te horen. In de meeste nummers is het middenstuk gebruikt voor een muzikaal intermezzo, bijvoorbeeld een korte solo op fluit, gitaar of toetsen.
Opvallend is ook dat het gezelschap lustig strooit met geluidseffecten. In alle nummers duiken wel, stemmen, stukken van gesprekken, rijdende auto’s, vertrekkende treinen, toeters en bellen op. Een heel kort rondje langs de velden dan maar. Ticket Tally man had zo maar een Beatles nummer kunnen zijn, het refrein nestelt zich zo in je hoofd. Peacock On The Highway heeft licht psychedelische trekjes met heel uitbundige samenzang. Het gebruik van de Hammond trekt de aandacht. De subtiele zang in Lazy Daisy is mooi (ik hoor She’s Leaving Home…), totdat opeens een bluesy gitaarsolo opduikt. Oosterse klanken krijgen we voorgeschoteld in Hanoi Tramway, uiteraard gespeeld op bijpassende instrumenten (bamboefluit, percussie).
When The Doors Are Closed springt er wel een beetje bovenuit. Na een fraaie vocale opening met akoestische gitaar krijgen we bijna het hele instrumentarium te horen. De Hammond ronkt, zelfs de Mellotron zoeft zachtjes op de achtergrond. De registers gaan open, we belanden met wisselende ritmes in wereldmuziek en beleven indrukwekkende orkestrale passages die wij als proggers zo graag horen.
Op het randje (van de prog) dit, het is toch vooral rock en pop wat de klok slaat op “Wired Ways”. Luchtig, vrolijk makend, ontspannen, toegankelijk, uitbundig, speels, afwisselend, werelds, dat zijn etiketjes die we er ook op kunnen plakken; met hier en daar een randje prog. Het is weer eens wat anders, en het is niet onprettig.