De Italiaanse band Witchwood is opgericht in 2014 uit de restanten van de cultband Buttered Bacon Biscuits. Deze band trad destijds veel in Italië op, onder andere als support act voor bands als Uriah Heep en Jethro Tull.
En laat de invloeden van deze twee illustere bands nu duidelijk weerklinken in de muziek van Witchwood. Andere referenties zijn Deep Purple, Rainbow, Hawkind en Lynyrd Skynyrd. Dan weet u meteen waar Witchwood de mosterd haalt. En vies van vintage mosterd zijn ze niet, deze Italianen. Hun muziek bestaat uit een mix van melodische jaren zeventig hardrock, Southern rock en een vleugje psychedelica. Maar dat had je uit bovenstaande misschien al begrepen.
Zanger Riccardo ‘Ricky’ Dal Pane heeft een lekker galmende stem die het midden houdt tussen Ronnie James Dio, Ian Gillan en Phill Mogg. Voor een Italiaan heeft hij een foutloze Engelse uitspraak. In combinatie met het bandgeluid, dat duidelijk teruggrijpt op de jaren zeventig van de vorig eeuw, zou je denken dat je naar een Britse of Amerikaanse band zit te luisteren. Omdat bijna alle bandleden een tweede, Engelse voornaam hanteren lijkt het erop dat ze dat zelf ook graag uitstralen.
Openingstrack Anthem For A Child deed me meteen aan het Uriah Heep uit de beginperiode denken. Lekker stuwende ritmesectie met rauwe gitaren en een, net iets te hol klinkende Hammond. De zang is zeer melodieus, terwijl de fluitist zich lenig en melodieus door het geheel beweegt.
A Taste Of Winter heeft meer een Deep Purple-feel met een lekker ritme in het refrein. In het gedreven Feelin’ zet Dal Pane een lekkere bluesy strot op en gooit Olivi er een mooie synthesizersolo uit, gevolgd door een funky Fender Rhodes.
Daarna wordt gas teruggenomen met het fraaie ingetogen Crimson Moon, waarin de fluit en de mandoline een belangrijke rol vertolken. In dezelfde categorie valt Nasrid, waarin Jenifer Vargas met haar prachtige zang een “Once Upon A Time In The West” achtige sfeer weet te creëren.
De Southern rock klinkt evident door in tracks als Hesperus en Crazy Little Lover (compleet met mondharmonica en koortjes). Deze tracks staan bol van bluesy licks en Tesori weet Ian Anderson hier af en toe aardig naar de kroon te steken. De gitaarsolo’s baren geen opzien maar zijn functioneel en passen goed in deze melodieuze, vintage omgeving.
Slottrack Slow Colours Of Shade is misschien wel de meest proggy compositie van dit album. Het langzame nummer start klein met gitaar en zang en wordt mooi uitgebouwd. In het instrumentale, riff-georiënteerde middendeel komen dwarsfluit en synthesizer uitgebreid solistisch aan bod met zelfs een Ayreon-achtige passage, waarna het nummer op het eind door de zee wordt verzwolgen.
De lp-versie van dit album biedt nog een bonustrack in de vorm van een cover van het door Marc Bolan (T.Rex) geschreven Child Star. De licht psychedelische benadering van met name het couplet doet soms aan het vroege King Crimson denken.
Alhoewel er voor mijn gevoel af en toe wat meer zweet- en kruitdampen uit het schijfje hadden mogen opstijgen heb ik me geen moment verveeld met deze nostalgische trip down memory-lane.
Voor de liefhebbers van ouderwetse melodieuze hardrock is dit beslist een aantrekkelijk album.