De WOW Factor!
Waarschijnlijk staat het in de Nederlandse taal nergens gedefinieerd, maar iedereen die overdonderd, verrast of geïmponeerd wordt, weet ongetwijfeld wat ik met deze factor bedoel. Door te zien, voelen, ruiken of horen kan je plotseling door een positieve ervaring overbluft worden. Dat je achteraf diep adem haalt en Wauw! zegt.
Met goede muziek kan je dat dus ook overkomen. Dat kan ontstaan bij het beluisteren van een nieuwe band, maar ook bij een band waar je al jaren graag naar luistert. In 2011 overweldigde Wolverine mij met hun vijfde studio album “Communication Lost”. Wat een fantastische plaat! De band had in 2006 al het bovengemiddelde “Still” uitgebracht, waardoor we erg lang moesten wachten op nieuw materiaal. Maar gelukkig werd ik bij de eerste luisterbeurt van “Communication Lost” overdonderd door het gevoel, de sfeer en kwaliteit die het album uitstraalde.
We zijn inmiddels opnieuw vijf jaar verder en daarmee kan je concluderen dat Wolverine wederom flink de tijd heeft genomen om tot een nieuwe release te komen. Niets mis mee zou je zeggen, maar dan wek je ook hoge verwachtingen bij je fans en stiekem ook bij recensenten. Het lange wachten komt deels door het feit dat de opbrengsten die voortkomen uit de band geen echte broodwinning zijn voor de heren. Dat uit zich bijvoorbeeld ook in het feit dat de band weinig optredens geeft in thuisland Zweden en de rest van Europa. In Nederland is er dit jaar overigens wel een spaarzame kans om het vijftal live te bekijken, dat kan namelijk tijdens het Progpower Europe festival, in het eerste weekend van oktober.
Maar dan… sluimert een album gedurende een eerste paar luisterbeurten té onopvallend door. Onbewust ga je even wat andere dingen doen terwijl je nu juist vrije tijd had gemaakt om de cd goed te luisteren. Even over je telefoon scrollen, even wat nieuwsberichten lezen op je computer, even wat te drinken pakken, even de afwasmachine inruimen. De eerste tekenen aan de wand…
Vooropgesteld; het is onherroepelijk de band Wolverine die deze cd heeft gemaakt. De herkenbaarheid van de band is onmiskenbaar teruggebracht in de composities. De tragiek, de herkenbare piano en elektronische toetsen, de cello, de stem van Stefan Zell, geen twijfel over mogelijk dat er niet een andere identiteit is aangenomen. Nog steeds heeft de muziek een hoog doom gehalte, die tegelijkertijd erg melodieus gebracht wordt. En hoewel gitarist Mikael Zell is vervangen door Jonas Johnsson, is er niet noemenswaardig veel veranderd in het geluid van de elektrische snaren. Een goed voorbeeld van een typisch Wolverine nummer is The Bedlam Overture, wat net zo goed op één van de voorgaande albums zou kunnen staan. Stevige doom metal riffs, een kenmerkend toetsengeluid, de nodige tragiek en een meeslepend karakter, het is onmiskenbaar Wolverine. Toch verveelt de track na een tijdje en uiteindelijk is de (wellicht kunstmatig gerekte) song te lang geworden, het verliest met elke minuut zijn kracht. Het zorgt ervoor dat het wat gaat vervelen, in plaats van dat je vol spanning op het puntje van je stoel zit.
Het is zeer zeker niet slecht wat Wolverine met dit nieuwe album brengt, want de combinatie van de gitaarsolo, de cello en percussie op het einde van When The Night Comes is vertrouwd sterk en representeert juist wel de tragiek en emotie die we gewend zijn van voorgaande albums. Ook een nummer dat indruk maakt is Sheds. De stem van Stefan Zell klinkt sereen en sust je samen met het kalme instrumentarium in slaap. De stembanden van Zell klinken nog steeds uniek, maar de emotie die ten tijde van “Communication Lost” vrij kwam ontbreekt volledig. De tragiek die op dat album tot in de haarvaten voelbaar was, ontbreekt eenvoudige op “Machina Viva”. Ook de dynamiek die op de voorganger in extreme mate voelbaar was, komt in deze collectie songs niet optimaal naar voren. Er springt geen nummer naar voren waar je populair gezegd ‘flabbergasted’ van raakt.
De productie van het album imponeert ook niet in het bijzonder. Ondanks dat vakman Christian ‘Moschus’ Moos (Everon, Haken, Delain, Cloverseeds) het album heeft gemixt, klinkt die mix wat koud en weinig organisch. Het pure gevoel ontbreekt een beetje, hoewel het natuurlijk moeilijk is aan te wijzen waar de pijn precies ligt. Wat een engineer bij het mixen en het masteren niet helpt, is de gebrekkige atmosfeer die de tracks van de band heeft meegekregen tijdens de opnames. Met toetsen en strijkers kan je heel ver komen, maar val als muzikant niet teveel terug op de melodieën die je in het verleden al veelvuldig gebruikt hebt. Wel een specifiek verwijt naar de eindmix is dat het geluid van de hoorn op de nummers The Bedlam Overture en Our Last Goodbye wat kunstmatig klinkt en ik pas bij bestudering van de credits er achter kwam dat het niet uit een toetsenbord komt, maar wel degelijk door een sessiemuzikant geblazen wordt. Maar ook de kleine details kunnen niet concurreren met de geweldige impact van “Communication Lost”. Bijvoorbeeld de gitaar riffs in Pledge ter hoogte van de drie en een halve minuut zijn lang niet zwaar genoeg in de mix gezet, waardoor er veel dreiging ontbreekt en de track een stuk aantrekkelijker zou maken.
Is het moeilijk om te definiëren waarom dit album nu juist geen “Wauw”! factor heeft? Wat deze recensent betreft niet. Natuurlijk heeft het te maken met persoonlijke smaak, maar het gros van de fans van Wolverine zal onderkennen dat dit album geen echte stap voorwaarts in de ontwikkeling van de band is. Vakkundig en vermakelijk? Ja, maar als je tot het einde van het album blijft wachten op een nieuwe verrassing, overrompeling, stevige eruptie of felheid en die dan nergens overtuigd komt, ontstaat er toch een lichte kater.
Ruard Veltmaat