Een kwartet Poolse muzikanten richtte in 2018 een band op met de bedoeling metal te gaan maken. Ze konden geen geschikte zanger vinden en daarom besloten ze het roer om te gooien en legden ze zich toe op instrumentale rock. De komst van het vijfde lid, toetsenman Rafal Piniaź, die heel sfeervol kon spelen, maakte dit tot een logische keuze. We hebben het hier over de band Yenisei.
Soms lijkt het gras je als recensent voor de voeten weggemaaid. Dat gevoel heb ik een beetje bij de tweede schijf van dit Poolse gezelschap. “Reflections” lijkt nogal op het debuut van Yenisei, “The Last Cruise”, waarover collega John van Leijen een recensie schreef. Grote delen van zijn verhaal kan ik klakkeloos overpennen. De nummers zijn wat korter, er staat meer muziek op de schijf en het klinkt allemaal net iets volwassener.
De Yenisei mannen maken sfeervolle instrumentale postrock met een hoog ambiëntgehalte. Ze hebben hun tweede schijf niet geheel toevallig opgenomen in de Nebula Studios, die gerund wordt door de mannen van Tides From Nebula. Die maken ook van dat soort muziek.
Ik sluit mijn ogen en verbeeld me dat ik een treinreis maak langs de bijna 6.000 km lange rivier de Jenisej, die van noord naar zuid door Siberië stroomt. Eindeloze landschappen trekken aan me voorbij. De klanken van “Reflections” volgen dit steeds wisselende patroon. De ritmetandem van basgitaar en drums vormen de basis, het voortdurende geluid dat de wielen maken als ze over naden in de rails rijden verbeeldend. De gebieden en sporadisch langstrekkende stadjes worden ingekleurd door het ijle toetsenspel en het gitaarwerk van duo Piotr Grobelny en Piotr Klaminski.
Met name de gitaren kleuren de thema’s in die vaak herhaald worden, om zo de eindeloos aan de reiziger voorbij trekkende toendra te illustreren. Het is bepaald geen TGV waarin we ons bevinden, we ervaren de weldadige rust van een boemeltje. Als we een bergpas passeren of een wat grotere stad, ondergaat ook de muziek een oprisping. Best wel straffe riffs doen de reiziger even opschrikken, maar dat duurt steeds maar even. Met de heerlijk rustige ambiënte klanken van Gravity verlaten we de vertrekplaats.
Op Waves laten de mannen zien wat ze kunnen. Even rangeren we met stevige riffs en twee op elkaar ingaande gitaren, dit brengt ons in een Pink Floyd-achtige omgeving. Een heerlijk nummer om volledig op weg te dromen.
Dat gaat door op de pianoklanken van Aftermath, die een opmaat vormen voor het duo ijl schurende gitaren, oneffenheden op het spoor worden met een drumroffeltje tot leven gebracht. Het duetje van piano en de twee gitaren is genieten geblazen. Niet spectaculair, wel verstilde schoonheid.
Een extra truitje gaat aan, we rijden door Siberië en het is Bitter Cold. De gitaren domineren weer en geven het tempo aan op een bedje van hypnotiserende toetsenklanken. Een zachte subtiele solo leidt ons een grote weidsheid binnen die hel is verlicht. De piano is de baas in Abandoned, het landschap is volkomen vlak en in zijn eenvoudig erg mooi. Als je nog niet tot rust was gekomen gebeurt dit nu. De pingelende gitaar wijst ons de weg naar licht glooiende heuvels.
En zo voltrekt de reis zich verder. We zien een tijdje niets meer door een dichte mist. In Blurred Horizon horen we Hank B. Marvin (The Shadows) op gitaar bijna tot leven komen en krijgt de bassist Gregorz Cisek iets meer ruimte. We hebben inmiddels ook kennisgemaakt met onze coupégenoot Porcupine Tree. Vele coupés verder denken we een vrouw te horen zingen. Haar stem vervliegt in de lucide toetsenklanken. Dinertime, geen ontsnappen mogelijk in No Escape. De catering brengt een stevig bordje borsjtsj. Langzaam wegstervend pianospel maakt duidelijk dat we de nacht in gaan. We prepareren onze couchettes.
Twee snel duellerende gitaren leiden ons de volgende ochtend door iets ruigere bospartijen. Tergend langzaam glijdt het boemeltje het eindstation binnen. In plaats van uit te stappen, laten we de stationsgeluiden enigszins versuft tot ons doordringen en in gedachten beleven we de hele reis opnieuw.
Bij de klanken van “Reflections” laten de vijf van Yenisei de luisteraar wegzweven op een comfortabel bedje van ijle, ambiënte post-rock klanken, door een geraffineerd samenspel van toetsten en gitaren, met een functioneel ondersteunende ritmesectie. Rustgevend is het zeker, maar de zo nu en dan opspelende riffs en de afwisseling in ‘het landschap’ zorgen er voor dat je zeker niet in slaap valt. Zonder tot grote hoogte te stijgen en tot échte hoogtepunten te komen is deze muziek alleszins genietbaar.