Yes

The Quest

Info
Uitgekomen in: 2021
Land van herkomst: Verenigd Koninkrijk
Label: InsideOut Music
Website: http://yesworld.com/
Tracklist
CD1:
The Ice Bridge (7:01)
Dare To Know (6:00)
Minus The Man (5:35)
Leave Well Alone (8:06)
The Western Edge (4:26)
Future Memories (5:08)
Music To My Ears (4:41)
A Living Island (6:52)
CD2:
Sister Sleeping Soul (4:51)
Mystery Tour (3:33)
Damaged World (5:20)
Billy Sherwood: basgitaar, achtergrondzang
Alan White: drums, percussie
Steve Howe: gitaar, achtergrondzang
Geoff Downes: toetsen
Jon Davison: solo zang
Met medewerking van:
Jay Schellen: drums, percussie
The Quest (2021)
The Royal Affair Tour: Live From Las Vegas (2020)
From A Page (2019)
Yes 50 Live (2019)
Live At Glastonbury Festival 2003 (2019)
Fly From Here Return Trip (2018)
Topographic Drama – Live Across America (2017)
Like It Is: Yes at the Mesa Arts Center (2015)
Progeny: Seven Shows From Seventy-Two (2015)
Like It Is: Yes At The Bristol Hippodrome (2014)
Heaven And Earth (2014
Yes Acoustic dvd (2013)
In The Present - Live From Lyon (2011)
Fly From Here (2011)
Live At Montreux 2003 (2007)
9012LIVE dvd (2006)
The Word Is Live (2005)
Songs From Tsongas dvd (2005)
The Ultimate Yes - 35th Anniversary Collection (2004)
In A Word: Yes (1969- ) (2002)
Symphonic Live dvd (2002)
Magnification (2001)
Keystudio (2001)
House Of Yes - Live From The House Of Blues (2000)
The Ladder (1999)
Open Your Eyes (1997)
Keys To Ascension 2 (1997)
Keys To Ascension (1996)
Talk (1994)
Highlights - The Very Best Of Yes (1993)
Yesstory (1993)
Yesyears (1991)
Union (1991)
Big Generator (1987)
9012Live: The Solos (1985)
90125 (1983)
Classic Yes (1981)
Yesshows (1980)
Drama (1980)
Tormato (1978)
Going For The One (1977)
Yesterdays (1974)
Relayer (1974)
Tales From Topographic Oceans (1973)
Yessongs (1973)
Close To The Edge (1972)
Fragile (1972)
The Yes Album (1971)
Time And A Word (1970)
Yes (1969)

Zelden zal de aankondiging van een nieuw album tot zoveel anticipatie hebben geleid als in het geval van het nieuwe studio-album van Yes, “The Quest”.

Althans bij ondergetekende, zelf-verkondigd fan en criticus van de Britse prog legende. Dat heeft met name te maken met het voorlaatste album, het zwakke “Heaven and Earth” uit 2014, al weer zo’n zeven jaar geleden. Ook indertijd keek ik met spanning uit naar het nieuwe werk. Met het bekende resultaat, een behoorlijke teleurstelling. ‘Once bitten, twice shy’ zeggen de Britten, wat zoveel betekent als ‘een gewaarschuwd mens telt voor twee’. Balancerend tussen hoop en vrees plaats ik het zilveren schijfje in het apparaat…

Het nieuwe langverwachte album opent sterk met The Ice Bridge, een Downes/Davison compositie. Een bombastisch, zij het wat op ELP (Touch and Go) gelijkend, toetsenintro wordt gevolgd door een intrigerende gitaar riff van oudgediende Steve Howe. Het nummer bevat alle kenmerken die Yes maakt tot wat het is: het terugkerende thema, een verrassend hard slaande White en de stuwende basgitaar van Sherwood, de engelachtige vocalen van Davison, de inventieve toetsenbijdragen van Downes. En, niet in de laatste plaats, de gitaristische duikvluchten van Howe. Het klopt allemaal, in zo’n zeven minuten komt het beste van Yes in jaren voorbij, een uitstekende start van “The Quest”.




Dare To Know is nog steeds onmiskenbaar Yes, Steve Howe schreef het nummer dat met zware orkestrale arrangementen is opgesmukt. Howe’s heldere gitaarspel en de meerstemmige-harmonie zang leiden naar een tussenstuk wat wel wat weg heeft van de soundtrack van een film. Het fragiele akoestische gitaar miniatuurtje aan het einde maakt eigenlijk nieuwsgierig naar meer. Davison schreef samen met Sherwood Minus The Man. Dat is ook wel te horen, het heeft veel weg van het solowerk van die laatste. Aanzwellende violen, ook hier weer een behoorlijke orkestrale participatie. Tekstueel wordt gewaarschuwd voor de invloeden van kunstmatige intelligentie, interessant nummer.

Leave Well Alone is met acht minuten het langste nummer op het album. De samenzang doet denken aan Simon & Garfunkel in hun beste dagen. Het tweede deel klinkt een beetje als Würm van het iconische Starship Trooper. Niet onaardig, maar mist wat vuur en vooral tempo. Het Davison/Sherwood partnerschap is eveneens verantwoordelijk voor The Western Edge. Ook de zang wordt door het duo gedeeld, nu eens niet een orkest maar de toetsen van Downes en Howe’s heerlijke steel gitaar natuurlijk, dat zou hij toch echt vaker moeten doen.

Future Memories werd door Davison in zijn eentje geschreven. Crosby, Stills & Nash-achtige harmonieën en een akoestische ‘feel’ domineren. Mooie fretloze baslijnen van Sherwood en flarden steel gitaar van Howe, wel een tikkeltje gezapig allemaal. We horen heldere pianoklanken in de intro van het door Howe gepende Music To My Ears, een aardig nummer, maar ook wat bloedeloos en veelal in het zelfde (lage) tempo als eerdere nummers.

Als afsluiter van de eerste cd worden we getrakteerd op nog een door Downes en Davison geschreven nummer. A Living Island tikt nog net de zeven minuten niet aan en start ook al weer in dat al gememoreerde lage/midden tempo dat het merendeel van de nummers typeert. Davison werd bij het schrijven van dit rustig voortkabbelende liefdesliedje geïnspireerd door Barbados, waar hij ook woont en een studio heeft. Het is allemaal (te) mooi en lief, Howe’s solo aan het einde redt de dag nog een beetje.

Het eerste nummer van cd 2, Sister Sleeping Soul, is wederom van de hand van Davison. Weer zo’n aardig nummer in een laag tempo, de violen komen er nogmaals aan te pas. Heeft wel iets weg van Wonderous Stories, maar het nummer mist simpelweg de brille en de spanning van het origineel. Twee nummers van de grote man, Steve Howe himself, staan aan het slot van de tweede cd. Het korte Mystery Tour is een ode aan The Beatles, doorspekt met songtitels van de Fab Four. Barclay James Harvest had dit in 1975 al eens eerder (en beter) gedaan. Dan is er als slotakkoord nog Damaged World, waar Howe nog wat solozang produceert. Hij is absoluut beter gaan zingen en in combinatie met de hoge noten van Davison klinkt dat helemaal niet slecht. Helaas geldt dat niet voor beide composities, die zijn gewoon saai en oninteressant. Jammer.




Waarom InsideOut in al zijn wijsheid heeft besloten om het album als twee cd’s uit te brengen is me een raadsel. De speeltijd van cd 1 is ca. 48 minuten, de drie nummers op cd 2 in totaal 14 minuten. Dat had toch makkelijk op één schijfje gekund? Bovendien hebben de drie nummers op de extra cd nauwelijks toegevoegde waarde: dit is materiaal dat veel beter tot zijn recht was gekomen op een solo-album van Steve Howe.

Aan de plus kant: de band is in goeden doen, de drums van Alan White klinken als kanonskogels en zijn geprononceerd aanwezig in de mix. Billy Sherwood laat opnieuw horen dat Chris Squire een juiste inschatting had gemaakt toen hij hem aanwees als zijn natuurlijke opvolger op basgitaar. Maar ook zijn vocale bijdrage mag er zijn, gelukkig zonder gebruikmaking van de door mij verfoeide autotune.

Die meerstemmige zang is sowieso een van de sterke punten van het nieuwe album. Davison maakt er op dit album een gewoonte van om wat vreemde stembuigingen en wendingen in zijn zang aan te brengen, dat kost enige gewenning van de zijde van de toehoorder. En ik moet eerlijk toegeven: Geoff Downes komt steeds beter tot zijn recht binnen het totaalgeluid van de band, zonder al te veel op de voorgrond te treden.

Dan zijn we aanbeland bij de man die in zijn eentje het fenomeen Yes belichaamt, meestergitarist Steve Howe. Hij is zonder enige twijfel de nucleus van de groep. Zijn gitaarspel is ongeëvenaard, nog steeds. Zijn kenmerkende stijl en geluid is de rode draad, altijd al zo geweest. Met scheurende solo’s, hoog boven het bandgeluid uit, dan weer met gierende duikvluchten terug naar aarde. Ondertussen het duel/duet aangaand met toetsen en zang, en passant nog wat strooiend met akoestische noten, voor Howe alleen luister je naar Yes.

Des te meer teleurstellend is het dat juist hij, Mr Yes, zo tekort schiet in compositorisch opzicht. Wat is dat toch met Howe? Het gehalte van zijn composities is gewoonweg te matig voor een band als Yes. Zou het komen doordat hij onvoldoende wordt uitgedaagd om het beste uit zichzelf te halen? Zouden de eeuwige ruzies met Jon Anderson en Rick Wakeman niet een veel betere uitdaging en inspiratie zijn dan de gezapige, vriendschappelijke band die hij met zijn huidige bandleden onderhoudt?

De productie is in handen van diezelfde Steve Howe en daarvoor verdient de veteraan weer een groot compliment: het geluid is helder en transparant. Het prachtige en kleurrijke hoesontwerp is wederom van de hand van oudgediende Roger Dean, al aan boord sinds “Fragile” in 1971.

Resteert dus het eindoordeel: een matig album van de iconen van de progrock, hoewel substantieel beter dan “Heaven And Earth”, vooral door openingsnummer The Ice Bridge maar ook Dare To Know, de samenzang en de productie. En Howe’s gitaar natuurlijk. Maar verder toch vooral teveel rustig voortkabbelende medium tempo luisterliedjes, zonder vuur, zonder ballen. Het is allemaal te lief, te saai en futloos. Dit kan toch niet het definitieve slotakkoord zijn van de legendarische band die als (mede-) grondlegger voor het genre te boek staat?

Send this to a friend