Het is alweer twee jaar geleden dat Leprous met “Pitfalls” op de proppen kwam, een album dat lovend werd onthaald door eenieder die het leven neemt zoals het komt en met argwaan werd ontvangen door zij die liever in het verleden blijven hangen. Voor beide partijen valt wat te zeggen, maar het zal Leprous niet veel kunnen boeien. De Noorse progformatie doet wat het wil en weet zijn geluid op een organische wijze te laten groeien. Dat er in 2021 een nieuw album verschijnt, stond alleen niet op de planning. Maar ja, een groeistuip kan je niet zien aankomen en je houdt het ook niet tegen. Rik van den Heuvel ging het gesprek aan met Einar Solberg om hem en het nieuwe album, “Aphelion”, wat beter te leren kennen.
Het is 29 juli, mijn verjaardag. Ik heb net een stuk taart achter mijn kiezen als ik op de klok kijk en zie dat het tijd is voor mijn gesprek met de frontman van Leprous, Einar Solberg. Met een kop thee kruip ik achter mijn laptop om de zoom-meeting die de promotor voor ons heeft georganiseerd te starten. Met fris enthousiasme en een felicitatie komt hij het gesprek in rollen. De toon is gezet voor een ontspannen gesprek.
Wandelaar en brokkenpiloot
Wanneer ik vraag hoe het met hem gaat wordt me al snel duidelijk waarom Einar bij vlagen wordt overstemd door krakende omgevingsgeluiden. Hij blijkt een fervent wandelaar te zijn, waarbij hij er een gewoonte van heeft gemaakt om zijn interviews wandelend af te leggen. Enthousiast maak ik een opmerking over de prachtige natuur in Noorwegen die Einar als inwoner van dat land weet te beamen, toch geeft hij aan tijdens interviews niet de natuur op te zoeken vanwege het slechte bereik en de zorgen dat hij zijn focus verliest als hij buiten adem de zoveelste heuvel op moet.
Op diezelfde heuvels in de wilde natuur blijkt Einar vlak voor het begin van de pandemie een blessure te hebben opgelopen. Tijdens een trainingssessie op een rotsachtige omgeving wist hij zijn enkel flink te verdraaien. De omgeving was onbereikbaar voor ambulances, waardoor hij door de brandweer per boot moest worden afgevoerd. Hij weet het aardig weg te lachen, “een dramatisch gebeuren voor kleine blessure. Maar goed, ik kon anderhalve maand niet lopen”. Helaas komt ellende nooit alleen, want rond die tijd werd hij ook geopereerd aan zijn amandelen en moesten zijn verstandskiezen worden getrokken.
Nuchter en optimistisch
Alsof dat allemaal nog niet genoeg was, begon rond diezelfde tijd de COVID-pandemie. Wanneer ik Einar vraag hoe hij zich staande heeft weten te houden het afgelopen anderhalf jaar, reageert hij verbazingwekkend nuchter, er valt zelfs enig optimisme te herkennen in zijn antwoorden.
“Natuurlijk word je door zoiets uit je ritme gehaald, maar je kan twee dingen doen. Je kan je focussen op wat je allemaal mist en wat je niet kan doen, of je focust je op wat je WEL kan doen”, aldus Einar. “Ja, er is genoeg wat niet meer kan, zoals optreden, maar die energie kunnen bands wel steken in hun andere hoofdactiviteiten: muziek maken. Iedereen denkt wel eens ‘Goh, had ik maar eens wat meer tijd om dit of dat te doen’, en nu heb je die tijd!”.
Voor Einar staat de wereld dan ook niet stil. Hij geeft juist aan dat het leven sneller gaat dan ooit, met name als het gaat om de ontwikkeling van vaccins of de nieuwe muziek waar veel bands mee komen. Daarnaast geeft het gebrek aan regelmatige optredens hem de tijd om te fietsen, wandelen en gamen. Activiteiten waar hij anders weinig tijd voor zou hebben. Als je ernaar zoekt zijn de mogelijkheden eindeloos, ondanks de beperkingen.
Ongeremd experimenteren
En over tijd gesproken die je normaal niet hebt… Eigenlijk is dat precies de reden dat Leprous heeft besloten een nieuw album te maken. Toch heeft dat weinig met de pandemie te maken, hoewel het daarmee wel begon. Op de vraag of Einar in zijn blessuretijd en tijdens de pandemie veel aan nieuwe muziek heeft gewerkt gaf hij aan dat hij veel muziek heeft geschreven in die tijd voor veel verschillende projecten, maar niet per sé voor Leprous. Het was dan ook niet de intentie van de band om dit jaar erg creatief bezig te zijn, ze hebben immers nog aardig wat verplaatste shows in het verschiet en laten we de succesvolle livestreams niet vergeten.
Het begon allemaal met het nummer Castaway Angels, een single die eind 2020 uitkwam om de fans een hart onder de riem te steken. Einar gaf aan dat deze single als een éénmalig project is opgenomen in een dure studio en door de band samen geschreven is rondom wat akkoorden en zanglijnen die als basis dienden. De opnames gingen echter zo snel dat de band nog anderhalve dag in de studio over had. Daarom besloten ze met alle middelen die ze in die studio tot hun beschikking hadden ongeremd te experimenteren en te improviseren, een risico dat ze normaal niet zouden durven nemen, maar nu hadden ze toch nog tijd over in de studio. Het resultaat was een demo die later uitgewerkt zou worden tot All The Moments op het nieuwe album.
De opnames en het experimenteren zijn zo goed bevallen dat de band besloot er een heel album van te maken, zoal Einar in eigen woorden aangaf: “we keken elkaar aan en zeiden tegen elkaar ‘nu moeten we er eigenlijk wel een album van maken, niet dan?’”. En zo is “Aphelion” tot stand gekomen. Een groot verschil met hoe de band normaal werkt, nummer voor nummer in plaats van werken aan één gefocust geheel.
Organisch en vrij
Ik vraag Einar naar de risico’s van deze aanpak, de albums van Leprous geven vaak de indruk van goed uitgedacht conceptplaten en het gebrek aan samenhang zou fans tegen de haren in kunnen strijken. Hij weet echter te benadrukken dat een album als “Aphelion” iets is wat al lang op het verlanglijstje van de band staat: een album dat vrij voelt en organisch tot stand is gekomen, niet te veel over de dingen na hoeven denken en doen wat goed voelt. Het album moet leven.
Over de risico’s is Einar heel simpel: “Als we een album uitbrengen denk ik altijd aan wat het ergste is dat kan gebeuren. In het ergste geval vinden sommige mensen het niet mooi, maar dat soort mensen heb je toch wel, hoe dan ook. Het is ook niet dat dit album niet minder Leprous is, want het klinkt nog steeds als Leprous. Muzikaal is het in mijn ogen misschien de grootste stap die we tot nu toe hebben gemaakt, ja, maar je hoort er zonder twijfel ook nog wat “Pitfalls” in terug bijvoorbeeld. Dat mensen verschillende meningen zullen hebben zal je toch blijven houden. De één vindt dit mooier, de ander weer niet, maar zo is het met elk album geweest. Ik heb in elk geval altijd een album als dit willen maken, vrijer”.
Ook geeft Einar aan dat de band nooit een echt conceptalbum heeft gemaakt, niet bewust. Natuurlijk zijn de voorgaande albums meer gefocust en sommige albums (zoals “Pitfalls”) hebben een groter overkoepelend thema, maar dat is nooit het doel geweest en Leprous heeft nooit een album geschreven zoals bijvoorbeeld Pink Floyd’s “The Wall”. En daarin verschilt het nieuwe album dan ook niet heel erg van zijn voorgangers, behalve dat “Aphelion” een aaneenschakeling is van een aantal afzonderlijk geschreven liedjes die op een andere, vrijere manier tot stand zijn gekomen.
Einar is echter wel stellig dat het geluid op “Aphelion” niet per definitie de toekomst is van Leprous, maar dat dat ook niet betekent dat ze zichzelf met elk album bewust weer opnieuw uitvinden. Dat is volgens hem ook onmogelijk, want dat zou betekenen dat je creativiteit af moet dwingen en dat is niet te doen. Hij geeft daarbij aan dat Leprous zeker een avontuurlijke band is en dat hun geluid op elk album wel verandert, maar dat komt puur door de gemoedstoestanden tijdens het schrijven. Hierdoor krijgt elk album zijn eigen sfeer, elk album heeft een eigen karakter. Het ene album is wat donkerder en broedender, de andere meer introspectief en melancholisch. Dat proces moet je volgens Einar gewoon op zijn beloop laten en het nemen zoals het komt. Ook daarbij speelt het vrije en organische een grote rol en daarbij laten de bandleden zich vooral leiden door wat ze zelf willen en voelen.
De toekomst van Leprous live
Langzaamaan beginnen bands weer plannen te maken op live te spelen en voor Leprous staat er in een zeer nabije toekomst zelfs een Europese tour voor de deur. De band zal ook Nederland aandoen en ik vraag Einar wat de fans te wachten staat tijdens een avondje Leprous.
“Het wordt een tour in het teken van ons 20-jarig jubileum. Het wordt dan ook een soort geschiedenisles over 20 jaar Leprous. We starten met wat hele oude demo’s die we in een soort lied verwerken en bouwen daarna chronologisch op, waarbij we wat nummers spelen van alle albums en toewerken naar het nieuwere werk. Tussendoor praten we het een beetje aan elkaar met weetjes en anekdotes over hoe Leprous en de liedjes tot stand zijn gekomen en hoe we zijn gekomen waar we nu staan”, aldus Einar.
Tijdens de pandemie heeft Leprous hoge ogen gescoord met enkele uitstekende livestreams. Nu optreden voor een live publiek langzaamaan weer mogelijk lijkt vraag ik Einar naar hun plannen om dit concept voort te zetten. Hij geeft hierbij aan dat hij zeker mogelijkheden ziet in livestreaming en daar als band ook graag mee door zou willen gaan. Het zal dan niet per sé gaan om exclusieve livestreams zoals tijdens de pandemie, maar als aanvulling op daadwerkelijke liveoptredens.
Als voorbeeld schetst hij een situatie waarbij Leprous in een volle zaal ergens in Londen optreedt en de kaarten uitverkocht zijn. De livestreams kunnen dan worden ingezet zodat fans toch de show bij kunnen wonen, maar dan achter een beeldscherm. Het streamen kost de band ook niet veel extra om het te faciliteren, ze spelen de show toch al en wat camera’s hier en dat maakt dan ook weinig verschil in de kosten. Daarentegen kunnen de livestreams ook nog eens als goedkoper alternatief voor vrij hoge ticketprijzen worden aangeboden. Het biedt veel mogelijkheden voor zowel de band als de fans, een win-win situatie dus.
Aangezien platenlabel InsideOut Music er tegenwoordig een handje van heeft om rariteiten zoals bootlegs, livestreams en archiefmateriaal als fysiek schijfje uit te brengen begin ik mij af te vragen of dit verdienmodel binnenkort ook op Leprous wordt toegepast. Vooralsnog lijkt Einar daar nog niet al te veel mee bezig te zijn, hoewel hij hint dat de mogelijkheden er natuurlijk wel zijn. Hij geeft wel aan dat hij zelf het idee heeft dat er weinig vraag is naar fysieke kopietjes van de streams, gezien het marktaandeel van dvd en blu-ray releases al erg klein is. Wel is hij ervan overtuigd dat ze het materiaal van de livestreams ooit ergens nog voor gaan gebruiken, misschien als een bonus.
En met ook die vraag beantwoord merk ik dat mijn gesprek met Einar al bijna ten einde is. In de laatste minuut vraag ik hem nog snel of er nog iets is wat hij kwijt wil aan onze lezers. Hij geeft aan dat Nederland één van zijn favoriete landen is om in op te treden, mede door de combinatie van een gepassioneerd publiek en zeer gastvrije poppodia en dat hij niet kan wachten om weer voor ons te mogen spelen.
Met dat compliment is onze nationale zak neem ik afscheid van Einar en wens ik hem nog een fijne wandeling. Zelf maak ik ook nog een ommetje, van mijn kantoor naar de koelkast welteverstaan, om nog een stuk taart af te snijden en met Leprous door de speakers naast mijn vriendin op de bank te ploffen.