Amerikaanser wordt het beeld niet als Neal Morse via Zoom op ons scherm verschijnt: een man in spijkerbroek en t-shirt, achterover geleund in een comfortabele stoel op zijn ‘porch’, zo’n typische houten veranda. Ondanks de drukte rond de promotie van het nieuwe album is hij prettig ontspannen, waarmee de toon voor het gesprek meteen gezet is.
Hallo Neal, hoe gaat het? Je zit er nog relaxed bij voor iemand die waarschijnlijk tot over zijn oren in de promotie zit.

Ach ja, ik doe momenteel inderdaad veel interviews. Een stuk of vier of vijf per dag, schat ik zo.

Ik neem aan dat daarbij vaak de vraag voorbij komt waarom je een compleet nieuwe band hebt samengesteld met onbekende artiesten. Ik las ergens dat je vrouw daar achter steekt.

Nou ja, ze stelde het voor. Maar toen heb ik er zelf natuurlijk ook lang over nagedacht en gebeden, en het leek me wel een cool idee. Weet je, Mike (Portnoy, RP) is druk met Dream Theater in 2024 en 2025. En ik heb een soloalbum-deal met Inside Out, maar ik wilde niet weer een album in mijn eentje maken. Ik had net de twee Joseph-albums (“The Dreamer” en “The Restoration”, RP) grotendeels zelf gemaakt. Dat voelde een beetje als het bouwen van een huis. Je huurt wel een aannemer in en een paar mensen die het beton komen storten, maar je bouwt toch grotendeels alleen. Dat is een enorme onderneming, en soms voel je dan: “Oké, ik ben toe aan een pauze.”
Dus toen dacht ik: “Hé, misschien moet ik wat nieuwe gasten erbij betrekken.” Zo beginnen dat soort dingen meestal bij mij: “Laten we gewoon een beetje gaan klooien.” Dus we zijn in mijn studio bij elkaar gekomen om te spelen, te improviseren, verschillende ideetjes uit te proberen. En toen had ik al snel door dat het creatief gezien wel ging werken met deze club.


Betekent dat ook dat de andere muzikanten meer betrokken waren bij het componeren dan bij eerdere platen het geval was?

Nou, sommige dingen hebben we samen geschreven in de studio, maar als de ideeën echt gaan stromen, kan ik overal schrijven. Het idee voor No Hill For A Climber kwam bijvoorbeeld toen ik op vakantie in Colorado was met mijn dochter en haar man. Maar hoewel ik vrij veel muziek heb geschreven zonder de band, had ik de groep wel de hele tijd in mijn achterhoofd. Dus ik schreef bewust dingen waarvan ik dacht dat het goed bij deze groep mensen zou passen. In die zin zit er nog steeds een element van samenwerking in, als je begrijpt wat ik bedoel.

Kan je iets meer vertellen over de achtergrond van de bandleden? Hoe heb je bijvoorbeeld John Bisaha, de huidige zanger van The Babys (wellicht bekend van seventies hits als Isn’t It Time en Every Time I Think Of You, RP) weten te strikken?

Nee, zijn VADER zit bij The Babys, ze hebben dezelfde voornaam, haha. Ik weet het, ik was zelf eerst ook in de war. Ik was op zoek naar iemand die de hoge noten kan raken EN in de buurt woont, en een vriend stelde toen voor dat ik Johnny zou benaderen. Dus ik zocht wat meer informatie over hem en dacht: “Wacht, zit hij nou in The Babys?” Nee nee, dat is zijn vader, dit is Johnny Junior, haha. Je ziet hem ook in de video voor All The Rage die we in de studio hebben opgenomen.
De andere gasten heb ik allemaal leren kennen in de lokale scene. Met sommigen heb ik gespeeld in mijn kerk, bijvoorbeeld bij de kerstconcerten. Anderen ken ik dan weer van willekeurige muzikale samenwerkingen hier in de buurt.




Ben je inmiddels op een punt in je carrière waar je voornamelijk je eigen gang kunt gaan, of was de platenmaatschappij toch kritisch over je idee om met een groep ‘no names’ de studio in te duiken?

Nee hoor, helemaal niet, Inside Out is vrij ‘hands off’. Ze hebben het idee eigenlijk juist vanaf het begin ondersteund. Thomas Waber (oprichter van Inside Out, RP) had er volgens mij wel een goed gevoel bij. Mijn fans hebben natuurlijk al zoveel muziek van mij gehoord met grotendeels dezelfde groep muzikanten, dus het is helemaal niet verkeerd om weer eens een andere benadering te kiezen. En hij heeft gezegd dat hij dit een geweldig album vindt, wat zelfs een beetje atypisch is voor hem, haha. Hij houdt zijn kaarten normaal nogal dicht tegen de borst.

Heeft het album een overkoepelend concept? Het geloof is natuurlijk een terugkerend thema binnen jouw muziek.

Ja, die spirituele reizen zitten er altijd wel in, in dit geval vooral in de langere stukken. Maar in principe zijn het verder aparte gedachten met hun eigen insteek. Ik zie niet direct een grote connectie tussen de tracks.

Nu je het toch over de langere tracks hebt: wat betekent dat idee ‘No Hill For A Climber’ voor jou eigenlijk?

Het mooie is dat je het op twee verschillende manieren zou kunnen gebruiken. In de negatieve zin, als je bijvoorbeeld een bergbeklimmer in de woestijn bent: “Ik wil klimmen, maar er zijn hier geen heuvels.” Maar op het einde gebruik ik het meer als: “Er is geen heuvel die we niet kunnen beklimmen. Er is niks dat we niet kunnen overwinnen.” Het hele idee van dat nummer komt eigenlijk voort uit dat ene zinnetje.


Hoe sluit het artwork aan bij die interpretatie? Want toen ik het zag, was mijn eerste gedachte: “Oké, geen enkele bergbeklimmer gaat daar tegen op kunnen klimmen!”

Haha, zo zou je het ook nog kunnen zien, ja. Dit was het eerste grafische idee dat Thomas Ewerhard ons gestuurd heeft. Hij heeft natuurlijk een aantal Spock’s Beard covers gedaan, en de meeste albumcovers van mijn solowerk door de jaren heen. Dit album is voor mij net zo goed en belangrijk als een album van de Neal Morse Band, of Transatlantic, of Spock’s Beard, dus ik wilde dat het ook behandeld zou worden als een ‘A-list’ prog album. Daarom was het logisch om ook Thomas erbij te betrekken. Volgens mij heb ik hem de titeltrack gestuurd in mp3-formaat voordat die volledig afgemixt was. Dit stuurde hij terug, en ik dacht meteen: “Ja, perfect, klaar!”

Het album bevat ook een aantal kortere, meer compacte songs. Heb je zelf een specifieke favoriet?

Nou, ik ben heel blij met hoe Thief uitgepakt heeft. Het is zo anders, met die bijna hiphopbeat in de refreinen. En ik speel zelf de contrabas aan het begin. Ik wilde altijd al zo’n bas, en ik heb hem speciaal voor deze track op de kop getikt. Het nummer gaat zo gladjes door al die verschillende fases en de mix is fantastisch. Johnny en ik zingen die gelaagde zanglijnen ook samen. Ik ben heel blij met het eindresultaat. Het is net als met koken. Soms heb je een brood gebakken en denk je achteraf: “Yes, dit is er echt goed uit gekomen!” En ik weet dan ook niet precies waarom dat ene brood zo goed gelukt is. Datzelfde heb ik een beetje met dit nummer.




Waarschijnlijk stelt iedereen deze vraag, maar toch: zijn er plannen om met The Resonance te gaan toeren?

Op het moment niet nee, we hebben het daar nog niet over gehad. Ik word een beetje opgeslokt door de drie Morsefests die eraan komen, waar we de Joseph-albums spelen. Eén daarvan is natuurlijk in Nederland, in De Boerderij. Ik heb mijn handen vol met de voorbereiding daarvan, dus we gaan het waarschijnlijk pas hebben over een tour voor dit album wanneer de rook weer een beetje opgetrokken is.

Spelen er verder nog spannende dingen in je muzikale leven momenteel? Stil zitten lijkt me niet echt iets voor jou.

Nou, ik heb inmiddels zelfs mijn eigen streaming-app Waterfall! Ik vind het zelf heel cool, haha. Je kan er alle muziek vinden die ik met mijn verschillende projecten en groepen uitgebracht heb, maar ook iets als ‘Neal’s Secret Box’ met allemaal spul dat niemand ooit gehoord heeft. Dus het bevat dingen die je nergens anders kunt vinden. En het is natuurlijk handig dat je overal naar alles kunt luisteren zonder de cd’s of lp’s te hoeven zoeken.

We praten nog even verder over andere zaken die momenteel spelen in Morse-land voordat Neal weer verder moet naar het volgende interview, zoals zijn online ‘How To Make A Progressive Rock Album’ masterclass. Die wordt waarschijnlijk op termijn aan de bredere proggemeenschap beschikbaar gesteld. De Progwereld-redactie gaat natuurlijk in de gaten houden wat de invloed daarvan is op de gemiddelde kwaliteit van de gerecenseerde albums.