Bij wie een voorliefde heeft voor het binnen de progwereld bijna magische instrument de Mellotron, gaat bij de term ‘35 tapes’ misschien een lichtje branden. Een Mellotron heeft namelijk 35 tapes, die dat karakteristieke geluid voortbrengen. Een mooie naam voor onze band, dacht een groepje Noren toen ze in 2018 hun muzikale krachten bundelden.
Het mag dan ook geen verbazing wekken dat de Mellotron welig zoeft op de derde schijf van 35 Tapes, “Fabric of Time”. Zij combineren dit met het gebruik van analoge synthesizers, waardoor het erg old school klinkt, maar ze geven er toch ook een wat moderne neo-prog/artrocktwist aan en kneden dit tot een fraai, melancholisch klinkend geheel. Het credo van de band is eenvoudig: niet te veel noten, maar de juiste, geen vaste, maar zwevende en open akkoorden, niet virtuoos maar echt.
De klanken die 35 Tapes voortbrengen doen ons toch vooral in de jaren 70 wanen. De heren nemen er de tijd voor, haast in de nummers is ver te zoeken. Thema’s smeren ze best wel lang uit en net als je aandacht even dreigt te verslappen volgt een heerlijke gitaarsolo of eruptie op toetsen. Die toetsen, inderdaad zo vintage als maar kan, nemen je als het ware mee door het verstilde, schier eindeloze Noorse landschap.
Melancholie viert hoogtij en het pastorale van Genesis, vooral ten tijde van “Wind And Wuthering”, en in het bijzonder het spel van Tony Banks, klinkt helder door. Vleugjes Camel zijn nu en dan ook te bespeuren. Hoewel de muziek, als gezegd, zwevend en vloeiend is, ontbreken wat dwarse elementen ook niet. Dan krijgen we even het gevoel van King Crimson light.
Van de zangpartij gaat evenmin enige urgentie uit. Naadloos gaat het vocale op in het voortkabbelende instrumentale. Bij vlagen lijkt de zang op die van David Gilmour (helaas niet het gitaarspel) en in het lome klinkt soms ook gewoon Pink Floyd door. Soms steekt Yogi Lang van RPWL zijn hoofd ook even om de deur. Al is de muziek niet goed te vergelijken, qua sfeer en hoge mate van ontspanning dwingt ook de vergelijking met landgenoten Jordsjø zich op.
Het zijn vijf nummers, maar het hadden net zo goed vijf delen van een grote suite kunnen zijn, zo onderscheidend zijn ze niet. Ik hou hier erg van. Die zich in bijna traag tempo uitrollende oude toetsentapijten, met de Mellotron en Moog als leidend patroon, waar dan met enige regelmaat een gitaarsolo uit opstijgt. Ik krijg hier niet snel genoeg van. Dit scoort laag qua vernieuwing, er zit niet heel veel pit in en je hoort inderdaad geen noot te veel of technische hoogstandjes. 35 Tapes speelt op “Fabric of Time” wel 100% uit het hart en dit bezorgt mij hele warme gevoelens.