Sinds de oprichting in 2003 zijn er van de Deense progressieve metalband Anubis Gate acht studioalbums verschenen, terwijl de line-up in de loop der jaren geregeld is gewijzigd. Van de huidige leden sloten, vanaf het tweede album in 2005, gitarist Kim Olesen en zanger en bassist Henrik Fevre aan en in 2012 kwamen gitarist Michael Bodin en drummer Morten Gade Sørensen de band versterken.
Er zijn in die jaren net zoveel verschillende platenmaatschappijen als muzikale ontwikkelingen voorbijgekomen. Waren in de beginjaren de hardrockinvloeden van Thin Lizzy, Judas Priest en Iron Maiden te horen, vanaf het album “Andromeda Unchained” uit 2007 voegde de band steeds meer progmetal toe. Na een retrospectieve boxset en een coveralbum heeft Anubis Gate dit jaar een nieuw platencontract bij het Nederlandse No Rust Records getekend. En nu komen ze met een gloednieuw studioalbum dat als titel “Interference” heeft meegekregen. Daarop staan tien nieuwe nummers die laveren tussen een compacte vier en een halve minuut potje stevig doorrammen en meer uitgewerkte progmetal richting de negen minuten grens.
“Interference” was hiervoor geen willekeurige titelkeuze. Het leven lijkt zaken soms in de weg te staan, zoals dat met dit album ook echt gebeurd is. De coronacrisis zorgde voor meerdere keren uitstel en daar kwam de grote schok van het overlijden van oerlid Jesper M. Jensen in 2020 nog eens bovenop. Dergelijke ingrijpende gebeurtenissen dragen vaak bij aan het creatieve proces, en dit was hierop geen uitzondering. Uiteindelijk is er in de afgelopen zes jaar een gevarieerde verzameling materiaal geschreven en geproduceerd, terwijl tussendoor ook nog het coveralbum “Covered in Colours” uitgebracht werd. Tekstueel gaan de nummers onder meer over de kortegolfzenders van nummerstations tijdens de Koude Oorlog, intergalactische reizen en ernstige psychologische problemen. Het conflict tussen mensen die alles hebben in het leven en degenen die niets hebben, is het onderwerp van het nummer Dissonance Consonance. Zelfs zelfmoord komt aan bod in dit ruim 67 minuten durende progressieve metalalbum.
Qua muziek is dit album nog melodieuzer maar ook harder dan voorheen. Het flirt met de hardheid van Pain of Salvation, de melodieuze aanpak van Threshold, de symfonische progelementen van Arena en bij vlagen met de complexe riffs en breaks van Leprous. Ik durf zelfs te beweren dat de geniale, in strakke djents verpakte, pakkende melodieën van landgenoten Vola, zoals op hun album “Witness”, als inspiratiebron hebben gediend.
Het mag duidelijk zijn dat de langere nummers het meest beklijven, omdat deze meer inhoud gekregen hebben en uitgewerkt zijn dan de eendimensionale uitvoeringen, zoals bijvoorbeeld in Emergency en World Of Clay, wat meer refereert aan hun verleden. Het stapje naar de top van de progmetal is voor Anubis Gate met “Interference” in ieder geval gezet.