Argus is een nieuw biermerk dat exclusief bij een bepaalde supermarktketen te koop is, een stripfiguur uit de Bommelstrips en een album van Wishbone Ash uit 1972. Maar het is ook een nieuwe Nederlandse band uit Veghel (Brabant), ontstaan in 2008, die nu eindelijk zijn debuutalbum “Tell Me!” heeft opgenomen. En over dat laatste gaan we het hier hebben, alhoewel een relatie naar die andere betekenissen niet uitgesloten kan worden.
Laten we eens met het album “Argus” van Wishbone Ash beginnen. Deze klassieker uit 1972 is wellicht het voorbeeld voor de band Argus. De twee gitaristen, Ton van Extel en Wim Wassenberg, kenden elkaar al in de tijd dat dit album uitkwam en vormden – vele jaren later – in 2008 een Wishbone Ash coverband. Toen de bezetting van de band ergens in 2010 compleet werd, met Ed de Groot op basgitaar en Frans Nooijen als zanger/toetsenist, werd besloten om een geheel eigen repertoire neer te zetten. Hetgeen uiteindelijk in 2015 leidde tot de opnames van dit album met eigen nummers, die in de eerste week van 2016 is uitgebracht.
De invloed van Wishbone Ash vinden we niet alleen in hun naam en de gezamenlijke voorliefde voor deze band, maar klinkt ook door in hun muziek. Zoals de twee gitaristen die regelmatig het duel met elkaar opzoeken en wedijveren om de beste solo neer te zetten. Een goed voorbeeld hiervan horen we op What If waar de ene gitaarsolo wordt overstemd door de volgende. En op het titelnummer Tell Me! blijven de gitaarsolo’s elkaar opvolgen.
Maar hebben we hier dan te maken met good old seventies rock? Nee, dat zeker niet alleen. Invloeden uit ons huidige progressieve genre zijn duidelijk aanwezig, denk aan Porcupine Tree, Neal Morse en Spock’s Beard, maar ook de wat oudere prog-invloeden van Pink Floyd, Genesis en IQ zijn hoorbaar. En het is ook zeker niet alleen gitaargedreven muziek, luister maar eens naar het eerste nummer Crisis. Het nummer bouwt heerlijk op met synthesizer (Hammond) geluiden, die worden ondersteund door een lekkere vette basgitaar. Pas na ruim een minuut komt de gitaar meer naar de voorgrond. De eerste helft van het nummer blijft zeer rustig en de invloeden van Johnny Cash, waar Frans Nooijen in het mini-interview al naar refereerde, zijn inderdaad hoorbaar. Als Nooijen begint te zingen verandert ook het tempo en wordt het meer een stevig progrock nummer. Frans Nooijen heeft een rauwe, ietwat hese rockstem, die de muziek het wat stevigere rockrandje geeft. Het slot met nogmaals heerlijke Hammond toetsen a la Neal Morse en Martin Orford – een gitaarsolo en stevige base en drums maken dit een schitterende opener van het album.
Het nummer My Star wordt opgedragen aan goede vriend Maarten Verwijst en is – zeker met deze achtergrond – een heel indrukwekkend nummer. Hier en daar doet het nummer muzikaal denken aan het eveneens indrukwekkende album “1000 Wishes” van PBII of – zeker qua teksten – aan een nummer als Going To The Run van Golden Earring. Een afscheid van een vriend op een emotionele wijze bezongen.
De Theremin is een elektronisch muziekinstrument dat bespeeld wordt door de afstand van de handen en de twee antennes te variëren (Wikipedia). In het laatste nummer, The Wall, is dit instrument duidelijk aanwezig en geeft levert een bijzonder geluid. Hiermee benadrukt de band nog maar eens niet alleen een gitaarband te zijn met twee gitaristen, die overigens zeker een stempel drukken op de muziek, maar vooral ook het symfonische geluid uit de progrock scene weten te waarderen.
Wat hebben we nu hier: zes nummers met een gemiddelde lengte van zo’n acht minuten, prachtige meeslepende gitaarsolo’s, verrassende tempowisselingen, heerlijke toetsenerupties op Hammond en Mini-Moog, onderbouwd met een solide basgitaar en drums. Ik vind dit een goed debuut van een nieuwe Nederlandse band. Volgende week (16 januari 2016) wordt dit album gepresenteerd in de Pul in Uden. Dit wil je niet missen!
Mario van Os