Circus All Star Band

Live

Info
Uitgekomen in: 1978
Land van herkomst: Zwitserland
Label: https://gadrecords.pl/
Website: https://www.facebook.com/circusswissband/
Genre: 70’s prog, alternatief, jazzrock
Tracklist
Eight Miles On A Highway (10:57)
Drivin’ Wheel (6:05)
Andante Maestoso / Rondo Furioso (5:48)
Augusta Rauricorum (20:54)
Stephan Ammann: toetsen
Marco Cerletti: basgitaar
Corina Corschellas: zang
Roland Frei: zang
Andreas Grieder: saxofoon, dwarsfluit
Ditschgi Gutzwiller: drums
Fritz Hauser: drums
Polo Hofer: zang
Theodor Jost: trompet, flügelhorn, hoorn
Shiver Schafer: gitaar
Alan Solomon: saxofoons
Live (1978)
Movin’ On (1977)
Circus (1976)

Na het artistiek zeer succesvolle tweede album “Movin’ On” haalde de Zwitserse band Circus zijn toetsenman van het allereerste uur, Stephan Ammann, terug binnen de gelederen. Hij was kort voor het titelloze debuutalbum afgehaakt. Tegelijkertijd werd de bezetting van de band behoorlijk uitgebreid met twee gitaristen, een drummer, twee blazers en twee extra vocalisten en werd de naam omgedoopt in de Circus All Star Band.

De gewijzigde bezetting resulteerde uiteraard in een rigoureuze verandering van het bandgeluid. In deze ‘bigband bezetting’ klonk de band als een Zwitserse versie van Blood Sweat & Tears. De jazzrockinvloeden kwamen onvermijdelijk bovendrijven.
In deze bezetting is het helaas niet gelukt om een studioalbum op te nemen. Wel heeft deze Circus All Star Band een aantal optredens gedaan waarvan enkele opnames op het album “Live” uit 1978 zijn vereeuwigd.

Het album opent met een fragment uit het openingsnummer van het tweede album “Movin’ On”, getiteld The Bandsman. Aansluitend volgt een langzaam opgebouwd crescendo, ondersteund met typische Hammond-uithalen door Ammann. Dit crescendo mondt uit in de volledige introductie van alle bandleden, compleet met korte solospots. Uiteindelijk gaat deze introductie over in het nummer Eight Miles On A Highway. Een energieke, snelle compositie die erg veel sporen van Blood Sweat & Tears draagt. De snelle jazzrock wordt regelmatig opgevuld met heerlijke blazersriffs.

In het buitenbeentje Drivin’ Wheel voeren de beide gitaristen en vocalisten de boventoon in een Derek & The Dominosachtig bluesje, dat gedeeltelijk in het Zwitsers wordt gezongen.
Het statige Andante Maestoso mag Theodor Jost met zijn hoorn inkleuren, waarna het wederom snelle Rondo Furioso een showcase is voor Stephan Ammann op de Hammond, Theodor Jost op de trompet en beide slagwerkers. Ze worden daarbij regelmatig onderbroken door de furieuze blazers.




De slottrack van ruim twintig minuten stamt nog uit de begintijd van de band, wat ook wel te horen is. Door de elektrificatie van de band en de uitbreiding met blazers klinkt de muziek nu echter veel hectischer, energieker, maar ook kleurrijker dan op de eerste twee albums. Zanger Roland Frei moet dan ook regelmatig forceren om mee te kunnen gaan in de energie.
In dit Augusta Rauricorum  wordt gescat door de vocalisten en horen we kortere solo’s voor bijna alle instrumenten, inclusief een, te lange, drumsolo. Maar ja, dat mocht in die tijd nog.

Na een geweldige Hammond-solo volgt een avant-gardistisch gedeelte rondom de dwarsfluit dat uitmondt in een instrumentale kakafonie. Wanneer het instrumentale stof is neergedaald horen we slechts de serene rust van de dwarsfluit en de Hammond. Van hieruit wordt het nummer naar het eind gezongen in een sfeer die we kennen van de eerste twee albums, maar nu in een opbouw met de volledige band.

Deze Circus All Star Band drijft veelal op bigbandachtige jazzrock en muzikaal vakmanschap. Gelukkig weten ze met vlagen terug te grijpen naar het authentieke Circus-materiaal uit de beginperiode. Het geluidsbeeld uit die beginperiode is echter ‘onherstelbaar beschadigd’.

Send this to a friend