Dave Cureton, Yuval Ron, Sebas Honing of

‘Guitar Gods on Sunday’, 18 september 2022, Willem Twee Poppodium, Den Bosch

Info
Fotografie:
bij Sebas Honing: Aisley
alle andere foto’s door Friso Woudstra
Locatie
Sebas Honing
Robbin van de Bor- basgitaar
Pim Goverde- drums
Petra Honing- zang
Sebas Honing- zang/gitaar
Tijn Moerkerken- gitaar

Yuval Ron:
Yurval Ron – gitaar, zang, effecten
Victor Nissim – basgitaar
Yatziv Caspi – drums

Dave Cureton:
Adam Cough: gitaar, toetsen
Dave Cureton: gitaar, zang
William Kopecky: fretloze basgitaar
Tim Wilson: drums

Vanuit de Willem Twee werd gevraagd om de progavonden van Calling Occupants thematisch in te richten. Zodoende treft progressief Den Bosch zich dit jaar voor het eerst bij een avond opgehangen rondom de verschijning van de gitaarvirtuoos.

Wie is hij eigenlijk nog anno 2022? De bewonderenswaardige podiumgod, zoals in de jaren ‘70 en de eighties? Of een langsschuivende instagramverschijning die je zo weer verveelt en het veld moet ruimen voor het volgende megatalent. Wat mij betreft zie ik net iets te vaak nieuwe bands die met een erg verzorgde plaat vol technisch vernuft vervolgens op het podium niets meer presteren dan het leveren van een strakke openbare repetitie. Virtuositeit ontstaat tegenwoordig lang niet meer altijd door eindeloos te toeren en te groeien als podiumdier, vaak is het meer een zonderlinge zolderkamertjesaangelegenheid. Complete – dikwijls instrumentale – albums worden in isolement in elkaar geknutseld en de vraag is of de virtuositeit daarmee niet zijn doel langzamerhand voorbij schiet. Hoe dan ook, ‘Guitar Gods On Sunday’ is dan een perfecte dag om eens op onderzoek uit te gaan naar wat de hedendaagse gitaarheld nog in de melk te brokkelen heeft.

Gitaarbouwer, muziekschoolhouder en gitarist Sebas Honing (ook bekend van Equisa) mag de aftrap geven in de W2. Van hem recenseerden we ook al eerder meerdere werken als The Big Shift (https://www.progwereld.org/recensie/sebas-honing-the-big-shift) en Strange Release (https://www.progwereld.org/recensie/equisa-strange-release) van Equisa. Naast hem vinden we de nog de jong ogende Tijn Moerkerken op gitaar, een langharige bassist genaamd Robbin van de Bor en met vlagen ook de echtgenote van Sebas, Petra Honing. De band opent met strakke fusion metal met een dromerig, alternatief randje. Daarop volgt zwoele late-night fusion met een intieme schwung, die dan vervolgens uitgroeit tot een episch klinkend stukje melodische metal. Als zangeres Petra het podium opkomt ontstaat er wat sfeer. Zij is zo’n dame die mannen op een fijne manier kan aankijken en iedereen een goed gevoel geeft. Zingen kan ze ook spatzuiver, al blijven de liedjes een beetje afstandelijk. Sebas Honing kan erg snel spelen, maar hij blijkt met name een specialist van de langere noten. Ook is hij begenadigd whammy bar specialist (waarmee de gitarist de toon kan buigen). Het is al snel duidelijk dat deze band gewoon zijn eigen muziek zo precies mogelijk wil spelen, want meer dan dat is het ook niet. Daar zet ik dan wel tegenover dat een live-opname van dit concert waarschijnlijk geen háár zou onderdoen voor het studiomateriaal; het is simpelweg perfect. “Laten we er nog eentje beuken op de zevensnaar, yolo”, klinkt het vanaf het podium. Nummer na nummer volgt en het is allemaal beslist virtuoos te noemen, maar zoals ik me al eerder afvroeg, wat is virtuositeit an sich anno 2022 nog waard? Het wordt me bij deze band niet helemaal duidelijk, al heb ik tijdens het schrijven van deze review eigenlijk met plezier een plaat van Sebas Honing beluisterd.

Als Yuval Ron het podium betreedt met zijn drummer en bassist, allen in ruimtepak gehuld, oogt het niet meteen veelbelovend. Een toetsenist ontbreekt en daarom klikt hij eerst een paar keer op een laptop voordat de show kan beginnen. Er volgen zorgvuldig uitgeproduceerde gitaarklanken. De zangmicrofoon die voor het openingsnummer staat opgesteld laat het afweten, maar de karavaan gaat door. Deze muziek is vreemd, even weet ik niet waar ik nou eigenlijk naar zit te kijken. Toch zijn de akkoorden mooi en avontuurlijk. Er volgt een passage met allemaal losse pingelnootjes, een soort combi tussen komisch en kosmisch. Daarna beginnen de elektrische fusion chops en openen mijn ogen zich voor de muziek van Yuval Ron. Ineens staat daar een reïncarnatie van Allan Holdsworth die wél interessante sfeervolle reizen weet voor te schotelen aan de luisteraar. Na een minuut of zeven slaat mijn mond open van verbazing; jeetje wat is deze muziek interessant. Ongewone toonladders, magische melodietjes, spacey akkoorden en een sfeer alsof je in een zwart gat gezogen wordt. Het is voor mij totaal nieuw, maar misschien lijkt het in de verte nog wel een beetje op The Flower Kings’ hun meest fusion-achtige nummers. Yuval Ron speelt veel tapsolo’s (met twee handen op de hals als Eddy van Halen), maar zijn stijl is daarin uniek en prachtig dissonant.

In het drietal speelt ook bassist Victor Nissim, die prachtige lage fusion solo’s speelt over abstracte muzikale landschappen van synths. Drummer Yatziv Caspi is een indrukwekkende jazz-drummer die een bijna Christian Vander-achtige maniakale stempel drukt op de muziek. In hun spel gebeurd zo veel moois, je vergeet de – overigens uiterst smaakvolle – symfonische backdrop compleet. Als we het dan nog even mogen hebben over de virtuositeit; Yuval Ron had met deze muziek ook zónder zijn bijzondere tapsolo’s evenveel indruk op mij gemaakt. Zijn grote kracht is het kunnen ontwikkelen van een uiterst frisse muzikale visie.

Na het optreden spreek ik een andere concertganger die het mooi samenvat: “normaal moet ik complexe muziek vaker horen, maar dit was én heel complex én heel pakkend de eerste keer”. Na het optreden spreek ik Yuval Ron ook even in de gang, hij heeft zich ondertussen even omgekleed. Hij vertelt dat zijn band bestaat uit drie Israëlische muzikanten die zich sinds een paar jaar in Berlijn hebben gevestigd. Het roept in mij allerlei geschiedkundige associaties op, maar die houd ik even voor me. En die laptop, zo vertelt hij, daar gaat elk instrument ‘in’ en zodoende hoor je op het podium de muziek zoals het in de studio zou zijn afgewerkt. Elk moment in het liedje kan dus zijn eigen klanken hebben. Het viel me al op dat de drums en de basgitaar in sommige passages een bijzondere galm hadden. Nog vol in extase leg ik – als een echte opdringerige muzieksnob – uit aan hem dat ik het zo bijzonder vond dat hij de gitaar van Holdsworth eindelijk heeft ondergebracht in het verhalende, het beeldende en mystieke van de progressieve rock. Zijn ogen lichten op – dit bleek precies zijn visie te zijn en hij was dan ook blij dat het zo overkwam. Daarna moet hij wel even door, cd’s verkopen. Een recensie van deze plaat (https://www.progwereld.org/recensie/yuval-ron-somewhere-in-this-universe-somebody-hits-a-drum) kunt u uiteraard ook op Progwereld vinden, al zou ik zelf even bij deze YouTube link (https://youtu.be/DCUNFUHrEJg) naar een soortgelijk concert beginnen als ik Den Bosch heb beleefd. Wie weet koopt u dan wel spontaan een kaartje voor Progdreams, waar Yuval Ron volgend jaar ook van de partij zal zijn.

We recenseren hier wat af als het gaat om solo-acts van leden van bekende groepen en met Dave Cureton van IO Earth is er geen sprake van een uitzondering; zie ook onze recensie voor zijn album State of Mind (https://www.progwereld.org/recensie/dave-cureton-state-of-mind). Deze solo-act van Cureton is echter andere koek. In contrast tot het de etherische, folky imago van IO Earth komt hier een band het podium op waarvan je verwacht dat ze aan zijn komen rijden in twee oude Cadillac’s met dames met tijgerprinten op de achterbank. Lekker vuige mannen dus.

De band komt het podium op en het is van begin tot einde één brok energie en performance. Zelden heb ik een band in de W2 zo’n lekker vol rockgeluid horen maken, het is niet alleen snoeihard, maar ook qua samenklank erg goed uitgedacht. Alle noten die Dave Cureton speelt op zijn gitaar verschijnen ook in de mimiek op zijn gezicht. En dat wérkt gewoon zeer aanstekelijk. Links naast hem staat Adam Cough (ook van IO Earth) die de tweede gitaren en de toetsenpartijen voor zijn rekening neemt. Rechts van hem vinden we dan bassist William Kopecky, die op het publiek een bijzondere indruk achterlaat. Met zijn fretloze bas heeft hij binnen dit progressieve hardrock format een interessante invulling geven aan zijn rol; vol met slides en snel rollende noten. Ook de klank is net even anders dan anders. Dat hoor je trouwens ook goed in de single Psycho-Tronic (https://youtu.be/GPVZfi4MO8k). Drummer Tim Wilson is ook een IO Earth bandlid en met zijn enthousiaste hippy uitstraling en grote slagwerkmotoriek draagt hij vanuit de achterhoede ook goed bij aan de beweeglijkheid van dit optreden. Dit kost hem ook wat en na de laatste buiging lijkt hij even een dutje te willen gaan doen op het podium.

De muziek van Dave Cureton is geen poging om het wiel opnieuw uit te vinden; laat dat alvast gezegd zijn. Zijn muziek is wél een vehikel voor een fantastische liveband, om heerlijke muzikanten een uur volledig de tent te laten afbreken. En dat ook nog eens binnen het progressieve genre. Het is dus precies géén huiskamer virtuositeit, maar live-ervaring wat je hier ziet. Overigens is er hier meer te vinden dan hard rockende prog, met vlagen heeft de muziek een bluesy melancholie of ruimtelijke passages met spacey sequencers. Ik zeg; helemaal prima dit en als je het live hebt gezien ga je de cd ook als nóg wilder ervaren.

Guitar Gods on Sunday heeft me dan een hoop gebracht op deze druilerige zondagmiddag. De gitaarvirtuoos mag dan weliswaar geen god meer heten, in een band die uitblinkt qua muzikale creativiteit óf podium performance is hij/zij toch maar mooi net dat toefje op de taart dat de muzikale uitspattingen over het randje van het alledaagse kan tillen. Tijdens de gierende klanken en onnavolgbare vingerzettingen vliegen de vonken er dan van af. En als het gaat om de liefde voor de muziek zijn er vandaag zeker wel wat vonken overgevlogen tussen de bands en het Bossche publiek van de W2. Op naar de volgende editie van Calling Occupants!

Send this to a friend