Na hun eerdere albums “Tides” uit 2015 en “Departures” uit 2018, is de cinematische postrockband Downriver Dead Men Go, in 2021 een Kickstarter-project gestart voor de funding van hun nieuwe album. Dit resulteerde eind 2022 in hun derde studioalbum getiteld “Ruins”, waarvan de cd-versie in de tussentijd al te koop is via het Freia Music label. Liefhebbers van vinyl moeten nog even wachten, maar ook een versgeperste lp komt eraan.
De muziek van onze Hollanders schraapt langs de gerafelde randjes van het bestaan, waarbij verlating en vergankelijkheid de centrale thema’s zijn. In het dagelijkse leven zullen de heren best vrolijke fransen zijn, qua muziek is er echter geen vrolijke noot te bekennen. Zelf refereren zij hun invloeden aan bands als The God Machine, No-Man en No-Sound. Zelf hoor ik vooral het Franse The Black Noodle Project en wat Mogwai, in een wat minder euforische uitvoering.
Dus met melancholie in combinatie met sobere melodie, verankerd in een dromerige postrock aanpak, belooft het in ieder geval een fraaie reis te worden langs de ruïnes van het verleden, maar ook een zoektocht naar de schoonheid in het heden. Voor mij is het heavy randje, gecreëerd door de twee gitaristen en een logge ritmesectie die een zwaar fundament legt, iets waar ik vooral naar uitkijk.
De band uit Leiden pikt naast al die eerder genoemde kenmerken ook wat darkwave en ambient mee. Hierdoor zijn de meeste nummers voor de een lang en meeslepend, met subtiele details en dynamische contrasten. Voor de andere kan het echter langdradig uitpakken. Met name de zang die wat weg heeft van Felix Maginn van Moke roept vraagtekens op en is voor mij een dingetje. Wat als er anderhalve noot hoger en vaster was gezongen? Ongetwijfeld hadden het Radiohead-achtige Secrets en het zwakke slotnummer The Lie heel wat hoopvoller en intenser geklonken. Ik zou zeker een paar centen in een nieuwe fundraising hebben gestopt om dit hele album daarvoor helemaal opnieuw op te nemen. En waar de drums normaliter in de productie bij postrock hol en met veel galm worden opgenomen, zijn ze hier alleen over de zang heen gelegd. Wat mij betreft de minst geslaagde keuze en gelukkig ook de enige.
Wie cinematische muziek roept zegt eigenlijk ook Pink Floyd. Dat komt het meest naar voren in de aanpak en gitaarlijnen in Ruins, Helpless en Line in the Sand, dat verre frontgevechten in oorlogsgebieden als audiovisuele ondersteuning precies dat duistere meegeeft wat het nodig heeft. Het, met bijna twaalf minuten, langste nummer Cruel World behoort gelijk tot het beste van het album en mag zich rekenen tot een van de betere postrocknummers, door de klassieke aanpak van een gitaar met veel echo en eentje met alsmaar aanzwellende uithalen.
Het album “Ruins” is een aanrader voor liefhebbers van postrock waarin ook gezongen wordt, waardoor luisteraars die niets op hebben met instrumentale muziek, ook aan hun trekken komen. Wie echter van een vrolijke noot houdt, moet iets anders gaan zoeken. Zeker als je bedenkt dat ingetogen en emotioneel passen bij de thema’s van muzikale uiting van verlies, eenzaamheid en vervlogen hoop. Langzaam, verdrietig en gedragen vormen nu eenmaal de ultieme soundtrack voor een mistroostige dag, waarop de regen met bakken uit de inktzwarte hemel valt. Al met al toch weer een muzikale stap voorwaarts voor Downriver Dead Men Go, dankzij de hardere kant die ze nu meer laten zien.