Erik Norlander staat bekend om zijn enorme arsenaal aan (retro)synthesizers en andere toetseninstrumenten. Hij is ook een van de zeldzame (rock)toetsenisten die live gebruik maakt van een enorme modulaire Moog synthesizer, door zijn roadies omgedoopt als “The Wall Of Doom”.
Al jaren lang maken diverse Moog-synthesizers onderdeel uit van zijn arsenaal aan klavieren. Sinds het overlijden van Bob Moog in 2005 heeft Norlander zich echter ook ontpopt als een ware ambassadeur van de op 21 augustus 2006 opgerichte Moog Foundation. “The Galactic Collective” moet dan ook mede worden gezien als een hommage aan Bob Moog in het algemeen en de Moog-synthesizer in het bijzonder. Zo maakt Norlander op dit album gebruik van zes verschillende Moog synthesizers. Naast dit moois is er nog wat ruimte gevonden voor een Hammond B3 orgel, een Steinway model B grand piano en zijn ‘oude’ vertrouwde Andromeda A6. Het mag duidelijk zijn dat op deze schijf bijna alles uit de spreekwoordelijke toetsenkast wordt getrokken.
De nummers op dit album zijn opgenomen in Cleveland Ohio in de beroemde Magnetic North Studio met engineer Chris Keffer en producer Dena Henry. Als gastmuzikanten heeft Norlander onder anderen Mark Matthews op bas en Nick LePar op drums aangetrokken. Naast een kwartet gitaristen, waaronder de getalenteerde Freddy DeMarco, is nog een bescheiden rol weggelegd voor John Payne (ex-Asia) die wat gitaarpartijtjes heeft ingespeeld en samen met Lana Lane de (koor)zang voor zijn rekening heeft genomen.
Dan zijn we automatisch aanbeland bij waar het op “The Galactic Collective” allemaal om draait: bijna 80 minuten wervelende muziek. Norlander heeft een aantal instrumentale nummers uit zijn oeuvre en dat van Lana Lane en Rocket Scientists in zijn geheel opnieuw ingespeeld en opgenomen. Daarbij heeft hij niet nagelaten om in vrijwel alle composities hoorbare veranderingen aan te brengen. Zo is Neurosaur nu voorzien van gotische zangstukken door John Payne, is het middenstuk opgesierd met een fraai stuk op grand piano en wordt het nummer een tandje sneller gespeeld. Doorgaans ben ik geen voorstander van het veranderen van composities, maar het klinkt allemaal vlotter en (nog) aangenamer dan de originele uitvoering op “Threshold”.
Verder heeft onze vingervlugge vriend diverse toetsensolo’s ingespeeld op Minimoog en zijn sommige gitaarsolo’s flink aangescherpt en uitgebreid. Goed voorbeeld daarvan valt te beluisteren op Fanfare For Absent Friends, afkomstig van zijn meest elektronische album “Seas Of Orion”. Maar ook het Lana Lane-nummer Astrology Prelude heeft een dergelijke verjongingskuur ondergaan. En wat te denken van Trantor Station, dat dankzij een fantastisch solo op Minimoog met een minuut is verlengd. Het zijn verlengingen waar je op zit te wachten.
Rocket Scientists is op deze uitgave met een half uur ruim vertegenwoordigd. Eerst is daar een nieuwe bewerking van het van “Revolution Road” afkomstige After The Revolution. In deze versie vallen de steviger en melodieuzer klinkende gitaarsolo’s en de achtergrondzang van Lana Lane op. Maar er is meer.
Het album kent eigenlijk geen zwakke punten, integendeel. Het laatste kwart van dit (letterlijk) doorlopende hoogtepunt, is ingeruimd voor een door mij en ongetwijfeld vele anderen lang gekoesterde wens. Sterker nog, het lijkt erop alsof Norlander mijn ooit aan hem gedane advies heeft overgenomen.
Wat op het tweede Rocket Scientists album “Brutal Architecture” uit 1995 begon als twee instrumentale interludes onder naam Dark Water Part One & Part Two, werd vier jaar later op “Oblivion Days” vervolgd door deel 3 en 4 die werden voorzien van een subtitel, respectievelijk Neptune’s Sun en Heavy Water. Voor het album “Looking Backward The 2007 Sessions”, dat onderdeel uitmaakt van de boxset “Looking Backward”, besloot Norlander om deel 5 en 6 toe te voegen. Zo waren er zes afzonderlijke, bij elkaar horende nummers die verspreid zijn over drie albums in een tijdspanne van twaalf jaar. Natuurlijk had ik deze zes nummers al lang achter elkaar op een schijfje gebrand, iets wat met het epische The Dark Water officieel navolging heeft gekregen, ware het niet dat de zes nummers zijn samengebundeld tot deze meer dan twintig minuten durende compositie van grote klasse. Maar dan zijn we er nog niet.
Zijn cd-boekjes vaak een sluitpost van de begroting, bij Erik Norlander is dat nooit het geval. Net als zijn soloalbums en de werken van Rocket Scientists en Lana Lane, is het cd-boekje bij deze verpakking uiterst smaakvol en met zorg ontworpen. Er is een uitbreide inleiding van Michelle Moog – Koussa, de dochter van Bob Moog. Verder is elk nummer voorzien van uitgebreide ‘liner notes’. Een breed scala aan fotomateriaal maakt het boekje compleet en zelfs tot een plezierige ontdekkingsreis.
Laat je met “The Galactic Collective” meevoeren in een hommage aan de Moog synthesizers of beter nog, een “Hommage Symphonique”.
Hans Ravensbergen