Met het derde titelloze album heeft Hasse Fröberg met zijn Musical Companion in 2015 een vaste stek veroverd in de harten van veel progliefhebbers. Het vierde album uit 2019, “Parallel Life”, heeft die stek alleen maar steviger verankerd. Na beluistering van het nieuwe album “We Are The Truth” blijft ondergetekende echter met een dubbel gevoel achter.
De bandleider omschrijft dit album als het meest avontuurlijke tot nu toe. Dat kan ik volkomen onderschrijven. Het schijfje barst bijna uit zijn voegen van de muzikale ideeën. Het wordt daarmee wel lastiger om al die ideeën op een organische wijze tot een song te smeden.
In de openingstrack manifesteert dat probleem zich al een beetje onder de oppervlakte. Na het versnipperde intro, funky couplet en het tragere refrein duikt ineens uit het niets een stukje Johnny Guitar Watson op. Erg leuk, knap uitgevoerd ook, maar het haalt de samenhang uit de song. Na het tweede refrein wordt Johnny Guitar Watson ingeruild voor een stukje reggae…
Voor het overige valt er in dit To Those Who Rule The World meer dan genoeg te genieten van de nimmer verzakende stem van Hasse, het bijtende, technisch knappe, gitaarwerk van Lindsjö en het fijne, gevarieerde toetsenwerk van Haraldsson. Daarmee blijft deze track ruim aan de goede kant van de streep.
Dat geldt ook voor Other Eyes dat met zijn bijna dertien minuten epische proporties aanneemt. Hier weten de heren wel een gestroomlijnde compositie aan de dag te leggen. Het gitaarthema na het eerste deel wordt in een jazzy context geplaatst en uitgebouwd tot een heerlijke solo. Daarna wordt het nummer op zijn Flower Kings’ stilgelegd en gaat Hasse klein, slechts begeleid door akoestische gitaar, verder. De band weet dit uiteindelijk fraai geleidelijk op te bouwen tot het slotrefrein.
Het aanstekelijke Rise Up is een compacte song met in het refrein frisse violen uit de toetsen van Haraldsson. Die hadden waarschijnlijk meer effect gehad wanneer er meer jubelende euforie had geklonken in het refrein.
Dan volgt een aantal tracks waarin naar mijn gevoel te veel abrupte themawisselingen, tempowisselingen en ritmewisselingen kort na elkaar voorkomen waardoor ik de weg kwijtraak. Zit je net naar een lekkere gitaar- of toetsensolo te luisteren, wordt het roer weer omgegooid. Daarnaast zijn de melodieën, met name in de refreinen, niet altijd even sterk. Het ingetogen Every Second Counts vormt in dat opzicht een oase van rust tussen de overige nummers. Een mooie ballad met een eenvoudige melodie. Mede door de enigszins orkestrale invulling van Haraldsson klinken hier elementen van The Long And Winding Road van The Beatles in door.
Zoals gezegd leidt de hoeveelheid muzikale ideeën in een aantal nummers tot een soort muzikale dadendrang die niet altijd prettig luistert. Wanneer je dat van je af kunt laten glijden hoor je wel een band die steeds meer aan zelfvertrouwen wint. De ritmesectie staat als een huis en de nieuwe bassist Sampo Axelsson vormt daarin zeker een toegevoegde waarde. Hij schreef overigens ook het nummer Yoko. Drummer Strandberg verzorgt in twee tracks zeer verdienstelijk een gedeelte van de lead-vocalen en draagt compositorisch aan drie nummers bij.
Het felle, soms agressieve gitaarwerk van Anton Lindsjö is met vlagen onnavolgbaar. Hetzelfde geldt voor het gevarieerde toetsenwerk van Kjell Haraldsson die ik in het slotnummer als een volleerde Jon Lord en Rick Wakeman tekeer hoorde gaan. De zangkwaliteiten van Hasse Fröberg staan uiteraard buiten kijf.
De teksten hebben een hoog hippie-gehalte en vormen naar Fröbergs eigen zeggen een schreeuw om compassie, respect en liefde. Hij weet daarin de vinger op de zere plek te leggen in deze gepolariseerde, harde en overgeëconomiseerde wereld. En dan heb je mijn sympathie meteen aan je zijde.
CD:
Vinyl: