I Am The Manic Whale werd opgericht in 2015, in Reading, Engeland, door bassist/zanger Michael Whiteman. In datzelfde jaar zag ook het debuutalbum “Everything Beautiful In Time” het levenslicht, gevolgd door “Gathering the Waters” (2017). Het eerste livealbum (tevens dvd) “New Forms of Life” volgde in 2019 en studioalbum nummer drie, “Things Unseen” in 2020. Ik moet eerlijk toegeven dat ik de naam weleens was tegengekomen, maar niets wist van hun muziek. Daar kwam verandering in toen ik, min of meer bij toeval, op het nieuwe album van deze Britse progband stuitte, getiteld “Bumper Book of Mystery Stories”. Wat ik hoorde beviel me prima: zeer melodieuze prog, met herkenbare en terugkerende thema’s, prachtige vocale harmonieën, uitstekende muzikanten, sterke teksten met bijzondere onderwerpen en ook nog eens in de vorm van een conceptalbum. Meer dan voldoende aanleiding om dat album eens meer gedetailleerd onder de loep te nemen.
Het idee voor dit album kwam uit een stoffig oud boek, dat beelden en een sfeer opriep die tegelijkertijd opwindend en verontrustend waren, maar ook met een behoorlijke dosis nostalgie omgeven waren. Geen van de verhalen uit het boek is uiteindelijk rechtstreeks in een liedje omgezet, maar er is voor elk muziekstuk inspiratie gehaald uit verschillende mysterieuze verhalen en omstandigheden, sommige uit het echte leven, sommige puur verzonnen. Er is maar één manier om ze te beleven, zoals de band ook al aangeeft tijdens het openingsnummer: klim aan boord van de Spook Trein, hou je stevig vast en laat je meevoeren op een buitengewone muzikale reis door spookachtige werelden vol mysterie, verwondering, opwinding en avontuur.
“Bumper Book of Mystery Stories” bulkt werkelijk van de prachtige zang harmonieën, gemene maar melodieuze gitaarriffs, leuke vintage toetsensolo’s (Moog, Mellotron, Hammond) en heerlijke afwijkende ritmes. Ik hoor fragmenten van Big Big Train, natuurlijk, maar ook Moon Safari, Neal Morse, Franck Carducci en Tiger Moth Tales komen voorbij. De gitaarpartijen van David Addis doen me in de verte een beetje denken aan Saga’s Ian Crichton, maar ook Steve Morse en Steve Hackett schieten me te binnen.
De solozang van Michael Whiteman ligt prettig in het gehoor, een beetje Nik Kershaw-achtig, wat hoger, meer galm ook. Daarnaast weet hij zelfs het maniakale stemgeluid van Roger Waters te emuleren, bijvoorbeeld in openingssong Ghost Train (part 1), knap hoor. De briljante samenzang is de kers op de taart.
Pure progressieve rock uit Engeland, vertolkt door uitstekende musici. Op hun website hebben ze het over ‘onbeschaamde progressieve muziek’ als ze hun albums beschrijven. Maar er is hier niets om je voor te schamen, integendeel zou ik zeggen. Met gastoptredens van Sally Minear (Dave Bainbridge, Celestial Fire) en Ryo Okumoto (Spock’s Beard) wordt het al indrukwekkende gezelschap musici nog eens verder versterkt.
Er staat veel zang op het album, heel veel zang zelfs, enorme lappen tekst. OK, het is een conceptalbum, maar ik word af en toe een beetje moe van de vele vocale gedeelten en snak soms naar wat meer instrumentale stukken, de balans is bij tijd en wijle een beetje zoek. Maar dat is dan ook de enige kritiek die ik heb op het nieuwe werk van The Whale.
Er is een veelheid aan mooie thema’s en memorabele melodieën, terugkerend ook zoals het in goede progrock traditie hoort; het eerste en laatste nummer vormen samen een zogenaamd ‘book-end’, de thema’s van Ghost Train (part 1), keren terug in We Interrupt This Broadcast. Dit laatste nummer is meteen ook het meest epische van alle songs. Het duurt bijna een kwartier en bevat al die aspecten die I Am The Manic Whale maken tot wat het is: een van de beste progrockbands van het moment. Maar ook het verhalende Nautilus, klokkend op ruim dertien minuten, mag er zijn.
Wederom is gebruikgemaakt van de uitstekende, glasheldere productie van Rob Aubrey, bekend van zijn werk voor Big Big Train. Er zijn meer overeenkomsten met BBT: de melodieën, de bijzondere verhalende onderwerpen, het conceptuele karakter, het typisch Engelse ook. Overigens hebben ze op hun tweede studioalbum “Gathering the Waters” uit 2017 een nummer staan over de Nederlandse kunstenaar Theo Jansen, bekend van zijn ‘strandbeesten’, dus niet alles gaat over puur Engelse onderwerpen. Hetzelfde geldt voor het verhaal over het ontstaan van de Rubik’s Cube in Erno’s Magic Cube op het nieuwe album.
Dit is bepaald een prettige kennismaking met dit kwartet uit het graafschap Berkshire, ruim een uur prima prog in de beste traditie van het genre. Met zekerheid een van de betere uitgaven dit jaar. En nu maar hopen dat ze ook nog eens de oversteek maken voor optredens buiten het Verenigd Koninkrijk. Dat moet voor een walvis toch geen probleem zijn lijkt me.