Het is al weer enige tijd geleden dat ik Jan Akkerman solo met band zag spelen. De meest recente ervaringen waren zijn ‘Knight of the Guitar’ sessies waarin hij, vergezeld van het puikje van de (Nederlandse) gitaarscene, vooral als orkestleider/begeleider optrad en minder in de spotlights was te vinden…
Dat zou deze avond wel anders zijn, gewapend met zijn laatste, uitstekend ontvangen, uiterst gevarieerde studioalbum “Close Beauty” en een tour en setlist die opgebouwd zijn rondom voornoemd recent materiaal. De verwachtingen waren dan ook hooggespannen, daarom was het enigszins teleurstellend dat de snarenvirtuoos slechts een driehonderdtal enthousiastelingen had weten te lokken naar het nummer één rocktheater in Nederland, de Boerderij in Zoetermeer. De zaal was desondanks gezellig gevuld met louter fans en gitaarfetisjisten die er eens goed voor gingen zitten/staan.
De band opent de avond met een aantal nummers van het nieuwe album, Spiritual Privacy bijt het spits af. Het nummer wordt gespeeld als een soort freestyle jazzsessie, het ritme tijdens de intro komt uit een drummachine. Het lijkt erop alsof er nog wat kleine technische probleempjes opgelost moeten worden, Akkerman’s gitaar klinkt verre van ideaal. Tijdens Beyond The Horizon is het geluid al een stuk beter, gelukkig maar. De groove is onweerstaanbaar evenals het geweldige basspel op de fretloze Fender van De Marez Oyens. Veel vervorming op de gitaar van Jan, zijn grapje tijdens de introductie valt helaas in het water.
Reunion is weer van een heel ander kaliber met zijn tegendraadse ritmes en jazz/fusion stijl. Close Beauty is het titelnummer van het nieuwe album. Ditmaal geen akoestische gitaar, Akkerman speelt uitsluitend elektrisch tijdens dit optreden, dat geeft het nummer een meer heavy gevoel. De setlist wordt aangepast: “Ik speel liever nog wat van Close Beauty”, bromt de grote leider tegen zijn toetsenist. Zo gezegd, zo gedaan, Tommy’s (50th) Anniversary is het voorlaatste nummer van het voornoemde album. De soepele shuffle van Marijn van den Berg, de vederlichte solo van ‘papa’ Coen Molenaar en een excellerende David de Marez Oyens op basgitaar, maken dit nummer met zijn verwijzing naar het origineel tot een heerlijk moment tijdens de show. Akkerman kan het niet nalaten in zijn aankondiging nog een sneer naar de heer TvL uit te delen, waar heb dat nou voor nodig? De druiven zijn nog steeds zuur blijkbaar.
Het is de beurt aan wat ouder werk, in dit geval Streetwalker van “Jan Akkerman” uit 1977. Swingende jazz/fusion met een hoofdrol voor Molenaar met een lichtvoetige synthesizersolo, terwijl de gitaarsolo van de hoofdrolspeler zelf zeker niet vergeten mag worden. Persoonlijk vind ik Akkerman het sterkst tijdens dit soort nummers: een beetje up-tempo, jazzy, een strakke band die zijn plaats weet en een fabelachtige gitarist die zijn techniek en snelheid ondergeschikt weet te houden aan zijn gevoel, chapeau!
Tijdens Pietons mag David de Marez Oyens de spotlight op zich vestigen en hij doet dat met aplomb: een briljante solo op zijn 5-snaar bas vloeit uit zijn capabele handen, het publiek klapt op zijn beurt zijn handen stuk. Het nummer wordt één langgerekte sessie met aan het einde, zoals bekend, een klein stukje Hocus Pocus.
Big Sir is afkomstig van het voorlaatste studioalbum “Minor Detail” en is al weer acht jaar oud. Het is het startschot voor een grote improvisatieshow van vooral gitaar en toetsen. Wah wah is troef, wow, wat een gefreak. Akkerman bespeelt voor de verandering zijn zwarte Gibson Les Paul, daar waar tot dusverre alle nummers op een Les Paul Gold Top zijn gespeeld. Het laatste nummer van het nieuwe album is Don Giovanni, een rustpuntje na het drukke gitaargeweld van het vorige nummer. Rustig of niet, Akkerman ziet kans om tijdens een van de razendsnelle passages een snaar te breken (voor de liefhebbers: de D-snaar). Niet dat iemand er iets van gemerkt heeft, behalve het zichtbare feit van een loshangend draadje: Akkerman ziet kans om op vijf snaren net zoveel (en misschien wel meer) indruk te maken dan met eentje meer. Het publiek beloont de snarenbreker met een welverdiende ovatie.
Dan een verrassing: Tranquillizer van “Eli” uit 1976 is een persoonlijke favoriet en tot dusverre nog niet op de setlist voor deze tour verschenen. Het nummer krijgt een veel ‘zwaardere’ uitvoering dan normaal, mede dankzij Jan’s gitaarwerk. Het door Paul Weller geschreven nummer You Do Something To Me wordt ditmaal in een ander arrangement gespeeld, meer ingetogen ook, nét iets andere akkoorden, prachtig. Afsluiter is het aloude Hocus Pocus, what else, deze keer in een zo mogelijk nog wildere versie dan ooit. Met de onvermijdelijke tweede snaarbreuk tot gevolg. Niemand zal verbaasd zijn als ik vertel dat Akkerman ook nu weer kans ziet om de song, die hij inmiddels wel kan dromen, tot een goed einde te brengen. Ik wed dat hij in staat is om dit oude Focus nummer ook op vier snaren nog zonder noemenswaardige problemen over de finish te trekken.
Dan is de koek op, na ruim een uur en vijftig minuten zuivere speeltijd. Het enthousiaste publiek, waaronder ongetwijfeld veel (aspirant) gitaristen, beloont de band met een ovationeel applaus. De kleine hoop op meer wordt al snel de kop ingedrukt, ‘that’s all folks’.
Elke keer weer valt het me op wat een absolute topband de begeleidingsband van Akkerman is. Oké, de heren spelen al weer geruime tijd samen, maar dat feit op zich is nog geen garantie voor kwaliteit, integendeel. Maar het hechte ensemble dat Akkerman om zich heen verzameld heeft verdient met recht het predicaat ‘verbluffend goed’. Als ‘hecht’ een criterium zou zijn voor een band dan haalt deze groep de hoogste cijfers op zijn rapport. Aan de basis hiervan ligt vooral spelvreugde, de onderlinge lol is groot, de blikken van plezier, waardering en respect zijn legio en werken inspirerend, ook voor het publiek.
Het is onmogelijk om een uitblinker te selecteren: misschien de super strak drummende benjamin Marijn van den Berg, die in zijn stijl soms een beetje lijkt op één van zijn illustere voorgangers, Hans Waterman. En wat te denken van musical director ‘papa’ Coen Molenaar, al sinds mensenheugenis de muzikale kompaan van Akkerman, zijn blik voortdurend gericht op de lange gitarist, lettend op het juiste moment om zijn muzikale ‘pass’ te versturen, zoals Frenkie de Jong op Messi let. Zijn toetsenspel is swingend, ondersteunend dan weer solerend, jazzy en funky, de Nederlandse versie van Bob James en/of Dave Grusin. Wat mij betreft gaat de trofee ‘man of the match’ ditmaal naar bassist David de Marez Oyens, de stille maar oh zo betrouwbare kracht op basgitaar. Ik ben steeds opnieuw zwaar onder de indruk van zijn spel, of het nou fretloos of gefret is, rock, funk, jazz, het maakt allemaal niet uit, hulde!
Tja, en dan Jan Akkerman zelf. Wat moet je nou nog zeggen over de onbetwiste Dutch master op zes snaren, de Rembrandt van de gitaar? Het is een genot om de inmiddels al weer 73-jarige geboren Amsterdammer aan het werk te zien. Hij behoort nog steeds tot de top van zijn genre, en heeft met het laatste album aangetoond nog niets van zijn gitaristische en compositorische kwaliteiten te hebben ingeboet. Afwisselend razendsnel solerend, dan weer fluisterzacht, bijna teder de snaren beroerend, van metal tot funk en weer terug, in die kenmerkende stijl, het gaat hem allemaal op het oog en het oor even makkelijk af. Losjes communicerend met het publiek, plezier makend met zijn collega muzikanten op het podium, relaxed. Volledig in het zwart gekleed, met poloshirt en onafscheidelijke pet ziet hij er nog steeds patent uit. Hopelijk klaar voor een nieuw decennium en veel nieuwe (en oude) muziek.
Geluid en licht zijn weer als vanouds in de Boerderij, fijn ook om directeur Arie Verstegen weer gezond en wel te zien rondlopen na zijn operatie, zelfs Akkerman memoreerde dit heugelijke feit nog even in zijn dankwoord.