Kimmo Pörsti is lid van het ‘heilige genootschap’ The Samurai Of Prog. Menig album van deze symforidders is op deze site door diverse collega’s, incluis ondergetekende, de proghemel in geschreven. De laatste tijd lijken er enige scheurtjes in het genootschap te ontstaan. Begin dit jaar kwam het album “Gulliver” uit onder de naam Bernard And Pörsti en nu een soloalbum van drummer Kimmo Pörsti.
Niets is echter minder waar. De verstandhouding binnen het trio is nog immer uitstekend en terwijl je dit leest wordt er ongetwijfeld al weer gewerkt aan een nieuw hoofdstuk.
En Covid-19 of niet, op afstand werken is nooit een probleem geweest voor dit Italiaans-Fins-Amerikaans gezelschap. Zij zijn meesters in het bij elkaar zoeken van geschikte symfonische composities, meestal geschreven door toetsenisten uit allerlei windstreken. Daarnaast wordt er een keur aan musici benaderd die het geheel smaakvol invult.
Deze beproefde werkwijze hanteert Pörsti op zijn tweede soloalbum eveneens. Het resultaat is echter gevarieerder dan bij The Samurai Of Prog. Naast pure symfo voert deze ‘reiziger’ ons ook langs (Keltische) folk en zelfs een toefje jazzrock. Daarbij moet ik constateren dat zijn drumstijl bij de instrumentale jazzy tracks als Thunkit, Witch Watch en, in iets mindere mate, Heavy Winter ietwat hoekig klinkt.
Het fraaie, eveneens instrumentale Connection Lost krijgt met diverse fluiten, bodhrán, bouzouki en mandoline een lichtvoetige folky invulling. Morning Mist lijkt in eerste instantie een epiloog voor Connection Lost te zijn. Maar wanneer Jenny Darren begint te zingen, laat zij als het ware, met haar fraaie stem, de mist uit je luidsprekers verdwijnen. Zo weet zij ook in de breekbare titeltrack Wayfarer met een meer jazzy vocale benadering te overtuigen. Verder levert zij nog een bijdrage aan het rustig kabbelende Icy Storm, dat in niets aan zijn titel doet denken.
Wie nu denkt, wie is eigenlijk deze Jenny Darren, moet maar eens op YouTube kijken naar haar auditie in Britain’s Got Talent uit 2018, waar zij met haar versie van Highway To Hell van AC/DC uit een heel ander vaatje tapt.
De symfonische tracks Creer, Crecer en Cruz Del Sur stammen van de Colossus Tribute albums en zijn voor deze gelegenheid voorzien van nieuwe drum- en baspartijen. Bij beide dynamische nummers is de zang in het Spaans en vooral in laatstgenoemde compositie komt veel fraai toetsenwerk voor.
Heaven’s Gate drijft voor het overgrote deel op een ‘Bolero’-ritme en lijkt vooral wanneer de dwarsfluit inzet verdacht veel op het origineel van Ravel. Verder is de opbouw erg goed gelukt met zwaar orkestrale passages en een heerlijke gitaarsolo van Dave Bainbridge in het middendeel.
Enig minpunt van dit album is This Day Is Yours met zang van Kev Moore, wiens geknepen stem hier volledig misplaatst is. Het nummer wordt enigszins gered door het fraaie saxofoonspel van Marek Arnold. Laatstgenoemde was ook al overtuigend te horen in Witch Watch.
Voor het overige bewijst Kimmo Pörsti hier dat hij zonder zijn mede-Samurai heel goed in staat is om een muzikaal hoogwaardig album af te leveren. Het mooie is dat hij naast old school symfo ook andere wegen weet te bewandelen waardoor we een sterk, maar vooral gevarieerd, album krijgen voorgeschoteld.