The Samurai Of Prog zal bij veel lezers waarschijnlijk bekend zijn als het samenwerkingsverband tussen Marco Bernard (Italië), Kimmo Pörsti (Finland) en Steve Unruh (Verenigde Staten) die met behulp van een uitgebreid leger aan hulptroepen met de regelmaat van de klok albums uitbrengen die uitpuilen van ‘old school’ symfo uit de jaren zeventig.
Ditmaal hebben Bernard en Pörsti, met een minimale bijdrage van Unruh, een conceptalbum uitgebracht. Het album is gewijd aan het boek “Gulliver’s Travels” van de Ierse schrijver Jonathan Swift uit 1726. Het boek is een scherpe satire op de Engelse (en Europese) samenleving van die tijd en bestaat eigenlijk uit vier losse verhalen: deel 1 Lilliput (een eiland met kleine wezens van 15 centimeter groot), deel 2 Brobdingnag (een land met grote reuzen van wel 22 meter hoog), deel 3 Laputa (een vliegend eiland) en deel 4 Houyhnhnms (een land waar edele paarden de baas zijn). In elk land komt Gulliver uiteindelijk in conflict met de oorspronkelijke bewoners als gevolg van misverstanden en cultuurverschillen en vertrekt hij weer of moet hij vluchten.
Het boek was voor diverse film- en televisiemakers een dankbare inspiratiebron. De Belgische componist Bert Appermont componeerde er zelfs een muziekstuk over.
Het album “Gulliver” wordt uitgebracht onder de naam Bernard and Pörsti. Toch staat op de, wederom schitterende, hoes van de hand van Ed Unitsky het “The Samurai Of Prog”-logo klein afgebeeld. Na beluistering kun je rustig concluderen dat het hier eigenlijk om een “The Samurai Of Prog”-album gaat. Ook de werkwijze is als vanouds. Er doet weer een twintigtal gastmuzikanten mee en de composities zijn gecomponeerd door een aantal toetsenisten die ook in de uitvoering hun kunstje op hun instrument mogen laten horen. Een aanzienlijk deel van de gastmuzikanten behoort inmiddels tot de vertrouwde kring van huurlingen van de Samurai, zoals gitarist Ruben Álvarez (Upon A Burning Body) die ook hier in Lilliput Suite weer een oorstrelende gitaarsolo aflevert. Hetzelfde geldt voor onder anderen toetsenisten Luca Scherani en Oliviero Lacagnina en saxofonist Marek Arnold.
De vier verhalen van Gullliver’s Travels zouden zich uitstekend kunnen lenen voor een programmatische aanpak. Iemand als Rick Wakeman zou daar wel raad mee hebben geweten. Luister bijvoorbeeld maar eens naar zijn “The Myths And Legends of King Arthur And The Knights Of The Round Table”. Het duo Bernard en Pörsti, of misschien de toetsenisten die de composities hebben geschreven, hebben daar duidelijk niet voor gekozen. Het resultaat is zes losstaande muziekstukken (inclusief Overture en Finale) die in hun muzikale verbeeldingskracht in weinig tot niets doen denken aan kleine drukke wezentjes, grote reuzen, vliegende eilanden of edele paarden. In drie van de vier delen is gekozen voor het vertellen van het verhaal door middel van gezongen passages. Dit leidt over het algemeen tot weinig memorabele melodielijnen. Vooral The Land Of The Fools grossiert, ondanks de vocale bijdragen van Daniel Fäldt, in ronduit weinig aansprekende melodieën.
Gelukkig valt er instrumentaal meer dan genoeg te genieten. Zoals te doen gebruikelijk putten de Samurai rijkelijk uit de prehistorische bronnen van de prog en zijn de invloeden van ELP, Genesis, Camel en zelfs een vleugje Focus nooit ver weg.
Het album opent met een klavecimbel. De Overture XI wordt verder in het eerste deel gedomineerd door een thema dat aanvankelijk via een fluit, daarna via een Hammond van links naar rechts tot ons komt. In het tweede deel neemt de gitaar van Kari Riihimäki het heft in handen, zij het met een ietwat slordig trage timing.
Het magnum opus Lilliput Suite klinkt het meest symfonisch, met name ook door het gebruik van diverse orkestinstrumenten zoals hoorn, trompet, fluit, piccolo en viool. Daarnaast veel tempo- en sfeerwisselingen. The Giants is vooral een showcase voor gitaar, saxofoon, piano en synthesizer, maar zeer genietbaar.
The Land Of The Fools valt helaas uit de toon, te langdradig, zowel instrumentaal als vocaal. In Gulliver’s Fourth Travel wordt Italiaanse en Engelse zang afgewisseld in een opera-achtige aanpak en u raadt het al: de Italiaanse passages staan bol van dramatiek en pathos. Lastig voor Unruh om zich daar in het Engels aan op te trekken.
In de Finale lijkt de hele bonte stoet aan ons voorbij te trekken onder de heerlijk bombastische Hammond- en synthesizerklanken van Alessandro Lamuraglia. Al lijkt het er verdacht veel op dat hij heel goed naar “Love Beach” van ELP heeft geluisterd.
Voor een debuut van Bernard and Pörsti is dit album niet consistent, maar biedt het vooral instrumentaal voldoende aanknopingspunten om op een eventueel volgende release tot een volwaardige bijdrage aan de progrock uit te kunnen groeien.
Om voor het “The Samurai Of Prog” label in aanmerking te kunnen komen voldoet dit album niet helemaal aan de, daarvoor in de afgelopen jaren gecreëerde, standaard.