‘Degenen die het best met een crisis omgaan, zijn mensen die zich snel aan weten te passen’. Aan het begin van de Coronacrisis hoorde ik dit iemand zeggen in een interview. Ik denk dat hij gelijk heeft. Door je krampachtig vast te houden aan hoe het was, bouw je alleen maar frustratie op. Meebewegen en nieuwe kansen zien én benutten maakt dat je overeind blijft.
Als er één band is die dit heeft toegepast dan is het wel de Engelse formatie Kyros. Tijdens de lockdown introduceerde zij hun ‘Isolation Gigs’ die ze op hun YouTube kanaal plaatsten. Dat leidde eerder dit jaar tot het album “Celexa Streams”. In die You Tube sessies speelden ze eigen werk, maar ook covers van bands die hun inspireerden en die aan de wieg stonden van hun eigen muzikale ontwikkeling. Die covers hebben ze nu samengebracht op dit album.
Over al die covers zit het bekende Kyros sausje. Een laagje 80’s synthesizers en veelal galmende drums. Een sausje dat elk gerecht smaakvol maakt. Bij Behind The Lines (Genesis – “Duke”) ontstaat er al bij de eerste tonen kippenvel op mijn armen, niet alleen omdat ik het zo’n gaaf nummer vind, maar ook door de kracht van hun versie. Het drumwerk is hier zalig, evenals het baswerk. De stem van Shelby Logan Warne past er perfect bij. Wellicht ken je de zanger van Kyros als Adam Warne, maar onlangs maakte hij, in een prachtig statement op hun Facebookpagina, bekend voortaan als Shelby door het leven te gaan.
Op Force Ten (Rush – “Hold Your Fire”) is de zang in het begin wat rommelig, maar dat herstelt zich gelukkig snel. Ze spelen het iets sneller dan het origineel en dat maakt het wat meer overweldigend. Rush wordt op dit album twee keer geëerd. Het nummer Where’s My Thing (album “Roll The Bones”) krijgt een stomende versie waarbij ook hier het bas- en drumwerk uitzonderlijk goed is.
Er staan ook voor mij wat onbekende covers op. Under My Skin komt van het powerpop trio Jukebox The Ghost uit Washington D.C. Het is een bij vlagen bombastische popsong die ook wel iets ‘fouts’ in zich heeft. Ook de progmetalformatie Sordid Pink is mij niet bekend. In de cover van hun song Fu worden er stevige gitaarmuren opgetrokken en waagt Shelby Logan Warne zich ook aan wat grunts. Dankzij het eerdergenoemde ‘Kyros sausje’ is het een vermakelijk nummer. Eén van de tofste tracks is de Haken cover The Good Doctor waarin Haken drummer Ray Hearne acte de préséance geeft. Het nummer is van zichzelf al wervelend en Kyros doet het nummer volledig eer aan met zijn versie.
In de regel ben ik niet direct een fan van covers, maar dit album heb ik toch met een brede grijns beluisterd. “Recover” is een toffe ode aan de muzikale helden van Kyros. Wat het album veruit de meeste aantrekkingskracht geeft is het enorme spelplezier dat eraf druipt. Heerlijk tussendoortje!