Ik was van mijn sokken geblazen door “Avenoth”, de debuut-cd van La Bocca della Verità. In mijn recensie sprak ik van wereldklasse en dit album prijkte dan ook bovenaan in mijn jaarlijstje van 2017. Lees vooral ook even terug wat La Bocca della Verità betekent en wat mijn (hooggespannen) verwachtingen waren voor het vervolg.
Jaren later is dat vervolg er nu en “[Un]connected” is…anders. Laat ik het er op houden dat je de muziek van LBdV niet cadeau krijgt. De grilligheid, de niet altijd vloeiende melodielijnen en de vele omschakelmomenten van dit typische RPI-werk maken dat je dit echt goed op je moet laten inwerken om het goed te doen landen. Het begint al met de zang, die is in het Engels, en al zingt Fabrizio Marziani zeker niet slecht, het is toch een aderlating ten opzichte van het Italiaans. Hij brengt natuurlijk wel zijn Italiaanse passie mee.
Het begint furieus en fraai op Connected Overture, met uitbundig toetsen- en gitaarwerk. De slotsolo op gitaar werkt bijna rustgevend. De muziek heeft trekken van Arena en Spock’s Beard en ook wel van The Flower Kings. De stemming slaat vaak ineens om. Zo is Winter in Our Mind rustig en ook mooi. De wolken Mellotron zijn niet van de lucht en de Hammond gromt als een tevreden poes. Deze geluiden komen vaak terug. Een tokkelgitaar doet het ook altijd goed, zeker ook op Lullaby of the Ancient World, dat een beetje (pastoraal) Genesis aandoet.
Naar een epic (van een kwartier) kijk je altijd uit, maar Liquid Suite mist de klasse om echt te bekoren, met te veel langdradige zangstukken en te weinig hoogtepunten; wel met een beetje hardrock, met Black Sabbath-gitaarwerk. LBdV geeft ons een boodschap mee. We kunnen tegenwoordig makkelijk aan alles komen, inclusief (onpersoonlijk) contact. Dat maakt dat we minder in staat zijn om diepgaande menselijke relaties aan te gaan en zo dus juist ‘unconnected’ raken. De enige manier om hieraan te ontkomen en ons weer tot betere mensen te maken is weer te gaan leven naar de waarden als liefde en respect, ook voor de natuur. Dat brengt allerlei geluiden, vervormde stemmen en gesproken stukjes uit tekenfilms (?) met zich mee, waar je dan even doorheen moet.
Het venijn zit ‘m dit keer niet in de staart. Het tweede deel van de cd is wat minder. We kunnen de zanger nog een beetje koppelen aan Unitopia en Moongarden (wel iets minder!) en vooruit, we hebben ook flarden Pink Floyd gehoord. Dat het titelnummer een fraaie, gevoelige ballade is met getokkel en zachte orkestraties, wil ik toch nog even melden. De gitaarsolo’s van Roberto Bucco blijven onverminderd boeien en het hele toetsenarsenaal doet doorlopend zijn zalvende werking. Aan het slot van Like an Amphibious gaat een ongrijpbare gitaarsolo die langzaam wegebt nog even voor een lichte siddering zorgen.
Na zoveel draaibeurten sta ik nog op mijn benen. Prachtige stukken heb ik gehoord, mooi vintage toetsenwerk, krachtig gitaarspel naast subtiliteiten, maar ook flink wat passages die het net niet waren. Een heel positief beeld overheerst toch en ik durf met een gerust hart mijn hand in la bocca te stoppen en uit te spreken dat we over zoveel jaren weer iets bijzonders kunnen verwachten.