Het Franse Lazuli heeft zeer recent een nieuw, bijzonder album uitbracht onder de titel “Dénudé” wat zoveel betekent als ‘kaal’ of ‘naakt’. Het betreft zestien unplugged-versies, opgenomen in 2020, geselecteerd uit de eerste acht studioalbums van de band.
‘Ontklede’ liedjes, al dan niet akoestisch, directer, dichter bij hun oorsprong en de sensaties die tijdens het schrijven worden gevoeld. Zanger/componist Dominique Leonetti verwoordt het als volgt: “Een manier om dichter bij onze luisteraars te komen in deze tijden van gedwongen afstand nemen, om de kilometers tussen ons te verkleinen, als een geluid dat de stilte binnendringt, om de leegte te vullen.” Hoe poëtisch.
“Dénudé” werd uitgebracht op 16 maart, een symbolische datum: precies één jaar na het laatste liveconcert van de Fransen.
2020 was sowieso een turbulent jaar voor de band. Gitarist Gédéric Byar heeft halverwege het jaar besloten de band te verlaten. Een emotioneel moment voor alle betrokkenen en een complete verrassing bovendien. Byar maakte ruim 15 jaar deel uit van het Franse kwintet en werkte mee aan het meest recente studioalbum, “Le Fantastique Envol de Dieter Böhm”. De vervanger van Byar is inmiddels bekend: de talentvolle Franse gitarist Arnaud Beyney is de gelederen komen versterken. Hij is volledig betrokken geweest bij de opnames van “Dénudé”. Lazuli hoopte aanvankelijk om al in 2021 de tournee te kunnen hervatten om het nieuwe materiaal live te kunnen spelen. Onlangs hebben ze echter besloten om alle optredens definitief uit te stellen tot 2022. Het zal dus helaas nog enige tijd duren voor we de sympathieke Fransen weer op een podium kunnen ontmoeten. C’est la vie.
Dénudé dus. ‘Ontkleed’ is een betere beschrijving dan ‘naakt’. Want hoewel de akoestische instrumenten sterk de overhand hebben op het nieuwe album is er toch af en toe ruimte voor de elektrische gitaar en vooral de Léode. Gelukkig maar, zou ik willen zeggen. Volledig akoestische albums hebben soms de neiging om eentonig te worden, saai zelfs. Dat is hier zeker niet het geval. Op uiterst smaakvolle wijze weet l’équipe Francais de luisteraar te boeien en mee te slepen in de wondere muzikale wereld die Lazuli heet. Het lijkt wel of de muziek nog meer aan kracht wint naarmate de kleren uitgaan, in overdrachtelijke zin dan.
De kristalzuivere stem van Dominiqe Leonetti en ingetogen pianoklanken van Romain Thorel zijn de kenmerken van opener J’attends Un Printemps, en die bezorgen mij direct kippenvel. Andere soortgelijke nummers waarin de stem van ‘Domi’ centraal staat zijn 15H40 en La Valse à Cent Ans, die laatste met een sprenkeling percussie.
Het voert te ver om alle zestien nummers individueel te benoemen, maar ik wil er toch graag een paar uitpikken. Zoals de Beatle-achtige muziek op Dans Le Formol Au Museum en het aan Pink Floyd refererende Cassiopée, met dank aan de smaakvolle pedal steel gitaar van nieuweling Arnaud Beyney. Die Beyney zou zomaar een aanwinst kunnen zijn: zijn heldere elektrische gitaarklanken op onder andere Une Ombre Au Tableau, Une Pente Qu’on Dévale en vooral La Vie Par La Face Nord zijn een lust voor het oor. Dat laatste nummer zou ik zelfs pastorale schoonheid willen toedichten, mede door de combinatie van pedal steel en accordeon.
Persoonlijke favorieten zijn het jubelende Vita Est Circus met bijna Vaudeville-achtige instrumentatie van onder andere Franse hoorn en zingende zaag (Léode) en Nos âmes Saoules, een heerlijk nummer met hoofdrollen voor eerdergenoemde Arnaud Beyney op elektrische gitaar en de Genesis-achtige 12-snaar van Dominique Leonetti. Ook tot slot weer zo’n prachtig ingetogen zang & piano nummer in de vorm van Un Automne, in eerste instantie tenminste. Totdat hoorn, Léode en pedal steel hun intrede doen. Sterke referentie aan Big Big Train en wederom kippenvel.
De nummers lijken aan zeggingskracht te winnen in deze gestripte versie en dat is vooral te danken aan de eenvoud van de compositie en de altijd aanwezige melodie waarbij de fenomenale stem van Dominique Leonetti toch het meest opvalt. Hij zal het niet altijd in dank aanvaarden, teamplayer als hij is, maar een groot deel van de aantrekkingskracht van Lazuli is terug te voeren op die geweldige en uiterst herkenbare gouden stembanden van hem.
Maar ik zou de rest tekort doen als ik niet zou attenderen op het gevoelige pianospel van Romain Thorel en zijn spaarzame bijdrage op de Franse hoorn. Drummer Vincent ‘Vince’ Barnavol maakt zich grotendeels ondergeschikt aan het groepsgeluid, hetgeen niet gezegd kan worden van Claude ‘Clo’ Leonetti. De zingende zaag schreeuwt, fluistert en loeit weer als vanouds, maar meer gedoseerd nu. De bijdrage van nieuweling Arnaud Beyney (nog geen bijnaam) is nu al sterk waarneembaar. Dat belooft veel voor zijn toekomstige rol in deze ‘band of brothers’. Daarnaast is er extra aandacht voor de vocale harmonieën, altijd al sterk maar nu nog beter te horen, soms zelfs ronduit indrukwekkend.
Het vijftal uit het kleine Zuid-Franse stadje heeft weer eens kans gezien om een prima album te produceren, met de bekende nummers in een ander jasje, soms zelfs zonder dat laatste. De kracht van goede muziek zit hem niet in overdaad maar in goede melodieën en sterke composities. En daarover beschikt Lazuli in ruime mate. Salut et chapeau, mes amis!