
Lenne Huisman kan geen genoeg krijgen van progrock, als organisator van concerten in Parkvilla, Alphen aan den Rijn, via Serious Music Alphen, en als schrijver over dit muzikale genre. Na zijn boek “50 jaar Progressieve Rock – Introductie gids” en “Verborgen prog-parels 1970-1980” (samen met Henk Tuin), verblijdde hij de wereld met “Progrock uit Noorwegen – Introductiegids”. Voor weer een nieuw boek duikt hij in de jaren 80.
In ”Progrock in de jaren 80 – gids en verborgen parels” wijst Huisman de lezer op de ‘moeilijke’ periode voor de progrock, nadat eind jaren 70 punk en new wave sterk opkwamen. De ‘klassieke’ progrock raakte uit de mode. Huisman kwam bij het schrijven van zijn boeken en het organiseren van concerten veel platen uit de jaren 80 tegen, die hij niet kende of toen niet mooi vond, maar waar hij nu met veel meer interesse naar luistert. Dat bracht hem op de volgende vraag, tevens drijfveer voor het boek: “Was het in de jaren 80 echt zo slecht gesteld met de progrock?” Het antwoord is natuurlijk nee en in dik 200 bladzijden probeert hij ons dat duidelijk te maken.
Hij bakent het terrein af, gretig gebruik makend van Progarchives.com. Zijn zoektocht gaat langs: symfo, neo-prog, folk-prog, eclectic, heavy prog, cross-over, canterbury, RPI, space/psychedelisch en electronic. Huisman heeft uitgezocht dat binnen die subgenres in de jaren 80 zo’n 1800 studio-albums zijn uitgebracht, waarvan hij er 1300 als minder bekend kenschetst. Zo komen we er bijvoorbeeld achter dat er in Nederland in die periode twintig minder bekende progrockalbums uitkwamen. Zo, dit feitje zit toch mooi in de knip. Hij begint overigens met een korte schets van de tijdgeest van deze decade en de verschillende (andere) muziekstromingen.
In de jaren 80 zijn voldoende interessante ontwikkelingen in de progrock te melden en volgens de schrijver heel veel interessante bands en albums te ontdekken. Hij verkent de progrock in een twaalftal landen en grotere gebieden aan de hand van genoemde subgenres. En passant noemt hij vijftig verborgen parels, want Huisman is verzot op dit soort parels, en voorziet hij ons van een aantal tips. We krijgen de albumhoezen (in kleur) van die parels te zien en een beschrijving per parel van twee pagina’s elk.
Op de inmiddels van hem bekende wijze gaat Huisman uiterst gedegen te werk en presenteert hij in een prettige schrijfstijl een interessant overzicht van deze vaak wat verguisde periode in de progrock. Hij strooit rijkelijk met de kennis die hij zichzelf eigen heeft gemaakt. Iedereen kent natuurlijk de grote namen (ik noem geen namen) en zal een aantal parels herkennen. Zo viel mijn oog op de Nederlandse bands Pythagoras en Coda, ging mijn bloed iets sneller stromen van Anyone’s Daughter (“In Blau”) en kwam het LP Show van Wim van Putten weer even bovendrijven bij het lezen over Terraced Garden. (“Hé, nog weer eens luisteren!”). Maar menigeen zal ook met de oren staan klapperen van de hoeveelheid onbekende namen die Huisman uit zijn hoge hoed tovert (de échte kenners daargelaten, uiteraard).
Huisman is er zelf vol van en wil dit graag met de proggemeenschap delen. Het levert een boeiend en uitgebreid overzicht op voor elk wat wils. Je kunt het laten bij over de jaren 80 te lezen, maar je kunt ook in Huismans voetsporen treden door op zoek gaan naar jouw verloren parels.