Ondanks de suggestieve bandnaam die niet meer past in dit #metoo tijdperk wil het uit Leicester afkomstige Maybeshewill met het nieuwste studioalbum “No Feeling Is Final” een positieve boodschap aan de wereld uitbrengen van hoop en solidariteit. Dat doen ze niet uitgebreid in teksten, maar juist vooral in muzikale uitingen, want er wordt andermaal geen noot op gezongen.
De fans hebben er na de aangekondigde pauze lang op moeten wachten. In de zeven jaar na hun voorlaatste – en door collega Govert Krul als pareltje bestempelde – album “Fair Youth”, bleven de bandleden afzonderlijk van elkaar aan nieuw materiaal werken. Instrumentaal bleef alles bij het oude. Voor de band betekende dat ze niet alleen meer te zeggen hadden, maar dat Maybeshewill het stokpaardje werd waarmee ze het ook kunnen uitdragen.
“No Feeling Is Final” komt namelijk voort uit de noodzaak om de snelle achteruitgang van ons klimaat versus de ontkennende miljardairs die het veroorzaken aan te kaarten. Ze reppen op hun bandcamp site over een wereld die op zelfvernietiging afstevent, terwijl we zelfgenoegzaam consumeren en onze medeplichtigheid aan de structuren en systemen die dat gedrag ondersteunen vergeten. Het is te gemakkelijk te doen alsof alles verloren is. Er is geen andere keuze dan betrokken te blijven en je angst en frustratie als katalysator te gebruiken om er juist een positieve draai aan te geven, zodat het gevoel van hopeloosheid opzij gezet wordt.
Voor de muziekliefhebbers levert het in elk geval wonderschone muziek op die het oor streelt en de hartepijn verzacht. En dat terwijl er toch altijd een dreigende ondertoon rondwaart vanwege de teneur van het verhaal dat Maybeshewill ons zonder woorden wil vertellen. We krijgen daarmee ruim vijftig minuten aan atmosferische post rock voorgeschoteld waar dreigende donderwolken met zware hoosbuien ons opjagen. Het zijn vooral de toetsenpartijen die sfeer- en kleurbepalend zijn en vergelijkbaar met de filmische soundscapes van het Zweedse Lights & Motion. Als extra toevoeging wordt het ook nog eens ondersteund met een rijk arsenaal aan strijksamples waar een gemiddeld kamerorkest zijn hand niet voor zou omdraaien.
Er zijn plezierige rustmomenten, terwijl bij de volle productie de wanhoop af en toe nabij klinkt zoals in Refuturing en Green Unpleasant Land. Er is dan nog altijd zoiets als een verlossing door warme trompetsamples in bijvoorbeeld Even Tide of het pianostuk op Tomorrow dat zo op één van de Rick Wakeman’s trilogie-albums Night-, Country-, of Sea Airs kon staan. Al met al haalt Maybeshewill makkelijk het hoge niveau van Mogwai en geeft ons hoop op in elk geval een mooie muzikale toekomst.