Dit is een vreemde recensie. Het begint namelijk met een onverschrokken mening over het walgelijke gedrocht van een film genaamd “Roger Waters – The Wall” uit 2015. En Eugene, ik zal niet eens voorzichtig zijn met die hakbijl.
Wat is Roger Waters naar oud geworden! En hoe irrelevant kwam het altijd al vrij weinig zeggende verhaal van “The Wall” daar uit de verf. Ook in vroegere versies is het met name het visuele aspect dat sterk was aan dit beroemde werk. Eén gescripte scène uit deze laatste film vertelt je alles wat je erover moet weten. In een donker Frans kroegje zit Roger Waters eenzaam met een barman. De barman verstaat geen Engels. Dat maakt niet uit. Roger Waters vertelt gewoon alsnóg het hele verhaal van zijn vader die in de oorlog heeft gevochten. Hij vertelt het met zijn diepe, levensbeschouwelijke stem en mimiek. Dat de ander het niet verstaat maakt hem niet uit. En precies dát vind ik treffend; Roger Waters heeft geen interesse in het daadwerkelijk bereiken van de ander. Hij wil gewoon zelf dé grote Roger Waters zijn. Maar dat is hij niet, misschien wel nooit geweest. Hij is gewoon een oude man en zijn waarheden zijn flinterdunne anekdotes waar geen mens wat aan heeft. Bekijk voor de complete rancuneuze ervaring ook even de lange opening van de film, een film door Roger Waters, naar een script van Roger Waters, gebaseerd op een idee van Roger Waters, met muziek van Roger Waters…
Hoe anders is het dan vergaan met Pink Floyd drummer Nick Mason. Hij is nooit de hoogvlieger van de band geweest, al werd hij bij “Live In Pompeii” toch aardig in het zonnetje gezet. Na decennia in de schaduw werd de man verleid door Lee Harris en Guy Prat (die sinds de jaren ‘90 al actief is bij Pink Floyd en David Gilmour projecten) om op tour te gaan met een programma van enkel materiaal van voor de tijd van “Dark Side Of The Moon”, zeg maar gerust een ode aan de tijd van Syd Barret ook, maar dan eens zonder het herkauwen op het sentiment van zijn vroegtijdige val. Dit is gewoon een viering van het vroege Pink Floyd. Geen gelul, gewoon liedjes als See Emily Play, Bike en Lucifer Sam die vol enthousiasme en speelplezier worden gepresenteerd in een nieuwe eeuw.
Daarmee hadden ze mij al voor zich gewonnen, maar dat ook vroege progklassiekers als Atom Heart Mother, Set The Controls For The Heart Of The Sun, One Of These Days en A Saucerful Of Secrets worden gespeeld maakt dit uiterst memorabel en afwisselend ook. Gelukkig slaan ze het trage Echoes eens over, daar is deze band toch veel te energiek en spontaan voor. Oké, toegegeven, deze versie van Atom Heart Mother van zeven minuten schreeuwt eigenlijk om meer, maar jeetje wat is deze uitvoering ráák. Zelfs zonder brass- en koorwerken weet de band de dromerige, melancholische sfeer van het origineel prachtig te vertalen naar het podium. Je mist David Gilmour ook geen moment. Roger Waters gaf ooit aan in een interview dat hij Atom Heart Mother nog voor geen miljoen euro opnieuw zou spelen. Deze geknipte uitvoering van Nick Mason’s groep maakt voor eens en al duidelijk hoe zonde dat eigenlijk is.
De uitvoering van A Saucerful Of Secrets weet dan zelfs die prachtige versie van “Live At Pompeii” te overtreffen dankzij zijn interessante psychedelische klankbad in de eerste paar minuten. En wat klinken die eerste orgelakkoorden met die slepende, zangerige gitaar statig! Kippenvel is onvermijdelijk als de fijn galmende meerstemmige zang ingezet wordt en dan moet je nog aan de gitaarsolo beginnen die zo erg ontbrak bij eerdere uitvoeringen.
De vocalen van Pratt en Kamp zijn even wennen bij sommige liedjes, ze hebben andere stemmen dan Gilmour en Barret, maar eigenlijk hindert dat maar weinig, zeker na een paar luisterbeurten. Dat Nick Mason nog zo prima in vorm is, is dan juist erg interessant. Hij geeft dit project toch een bepaalde authenticiteit en gunfactor mee. Ook door met een bepaalde autoriteit het slagwerk te verzorgen weet hij ook een aanzienlijke bijdrage te leveren aan de kwaliteit van dit project. Naast Mason, Harris en Prat is gitarist Gary Kamp van Spandou Ballet overigens ook een opmerkelijke aanwezige in de line-up.
Nick Mason’s “Saucerful Of Secrets” is geen poging om nóg een Pink Floyd monument op te richten, het is gewoon een prachtig generatiefeest en een ode aan de psychedelische muziek van eind jaren ’60; verdwaalde liedjes van de rommelige eerste albums van de groep, maar ook nummers van de soundtrack albums “More” en “Obscured By Clouds” komen hier mooi samen. En dan zijn er natuurlijk de eerder genoemde vroege progpareltjes. Heerlijk dat deze groep zich weet te focussen op hoe leuk, prettig nietszeggend, onbeholpen creatief en instinctief interessant de muziek van Pink Floyd was in plaats van hoe diep en volwassen. Het is een verademing. De live dvd’s van David Gilmour en gevolg zijn natuurlijk erg sterk, maar eigenlijk is dit “Live At The Roundhouse” mijn favoriete release van een Pink Floyd-lid in de 21e eeuw.