Toch apart dat Nightingale tot deze heruitgavecampagne nog niet vertegenwoordigd was op Progwereld. Misschien komt het doordat bandleider Dan Swanö oorspronkelijk uit de death metalhoek komt, of doordat de band niet helder binnen een specifiek genre te vangen is. Zoals Swanö zelf in ons interview aangeeft: HET geluid van Nightingale bestaat niet. Debuut “The Breathing Shadow” (1995) heeft zijn wortels vooral in de goth rock, maar de daaropvolgende albums schoven steeds meer op richting een mix van melodieuze rock en AOR met een stevig prograndje.
Het derde album “I” uit 2000 was mijn eerste kennismaking met Nightingale, en (ongetwijfeld mede daardoor) nog steeds mijn favoriete werk van het Zweedse gezelschap. Het album is in het kader van een reeks heruitgaven door Inside Out opnieuw uitgebracht in een geremasterde versie, waarbinnen we eerder al verzamelaar “Nightfall Overture” konden bespreken.
De eerste helft van “I” is meer rockgeoriënteerd. Openingstrack Scarred For Life is met zijn energieke gitaarriff en dominante toetsen een blauwdruk voor de eerste paar tracks. Maar vanaf Remorse And Regret wordt het tempo omlaag geschroefd en slaat de sfeer om. Dreigende Hammond-klanken en meer akoestische gitaar ondersteunen de ene prachtige melodie na de andere. De refreinen van Alonely en I Return weten bij mij nog steeds kippenvel op te roepen.
De stem van Dan Swanö drukt een groot stempel op het geluid van Nightingale. Hij was eerder vooral bekend van zijn diepe grunts bij progressieve death metalband Edge Of Sanity, en het is duidelijk dat hij in deze fase van zijn zangcarrière nog wat onzeker was over zijn “normale” zangstem. Daardoor klinkt hij soms alsof hij zijn kaken op elkaar klemt. Desondanks is zijn donkere diepe sound (specifiek daarvoor ingevlogen door Arjen Lucassen voor zijn “Star One”-project) ook op dit album al een onderscheidende factor binnen een genre waarin een hoger register nog steeds een beetje de norm is.
Dat stemgeluid past uitstekend bij de melancholische sfeer op “I”. Het zal je op basis van tracktitels als Alonely, Drowning In Sadness en Remorse And Regret niet verbazen dat de teksten (onderdeel van een concept dat de eerste vier Nightingale-albums beslaat) minder geschikt zijn voor een avondje feesten in de skihut. Toch is dit album geen deprimerend tranendal. Daarvoor zijn de melodieën simpelweg te pakkend, met een bijna poppy vibe. De erfenis van ABBA zit toch diep in het Zweedse muzikale DNA. De combinatie van de weemoedige sfeer en de toegankelijke melodieën weet mij decennia na de lancering van het album nog steeds diep te raken, zeker op de tweede helft van het album.
Nightingale is nooit een echt grote naam geworden in het (prog)rockwereldje, misschien juist wel door de eigenzinnige benadering van Dan Swanö en zijn broer Dag, die samen het muzikale hart van de band vormen. Maar dat maakt de albums van Nightingale juist zo interessant voor een rockliefhebber met een iets bredere blik. De muziek bevat invloeden van zowel de jaren zeventig als tachtig, van classic rock tot prog, en van AOR tot hardrock.
Swanö heeft zich lekker uitgeleefd bij de samenstelling van deze heruitgaven. De eerste schijf bevat naast de geremasterde versie van het originele album een rits studiobonustracks. Daarnaast krijg je nog een bonusschijf met een interessante ruwere mix van het album en een bonte verzameling livetracks, die qua geluidskwaliteit het bootlegniveau helaas niet ontstijgen. Mocht je nog niet bekend zijn met Nightingale, dan is de heruitgave van “I” een uitgelezen mogelijkheid om kennis te maken met dit schromelijk ondergewaardeerde gezelschap.
CD:
LP: