Tijdens mijn eerste bezoeken aan deze site was ik altijd onder de indruk van de ‘dekkingsgraad’ op Progwereld. Als ik dan een (voor mijn eigen gevoel) verborgen progmetalparel had weten op te duikelen via een of ander obscuur labeltje, dan stond er natuurlijk al lang en breed een recensie op de site. Inmiddels ben ik daardoor eerder verbaasd als blijkt dat we een keer een dikke plaat gemist hebben: “Opus” van Nospūn was zowaar nog niet afgevinkt. De release van de “Ozai”-ep (lees hier onze recensie) is een mooie aanleiding om het vooralsnog bescheiden oeuvre van Nospūn op Progwereld te completeren. Hierbij dus een retro-recensie van het debuut uit 2023.
Als ik een nieuw album recenseer, probeer ik krampachtig andere recensies te vermijden, juist om ervoor te zorgen dat ik er blanco instap. Dat is in dit geval natuurlijk onmogelijk. “Opus” deed in 2023 nogal wat stof opwaaien in het melodieuze progmetalwereldje. De plaat ontving veelal juichende reacties, en daar kan ik zeker inkomen. Dit was eindelijk weer eens een ECHT nieuwe band, geen verkapte ‘supergroep’ met leden die al ruimschoots hun sporen hebben verdiend binnen andere genre(sub)toppers. De band klinkt verbazingwekkend volwassen op het debuut, er wordt over de gehele linie virtuoos gemusiceerd, de zang van Phillip Rich klinkt sterk en gevarieerd, en zelfs de productie laat voor deze oren weinig te wensen over. De plaat is op alle vlakken gewoon ‘af’.
Nospūn slaat daarbij een brug tussen de traditionele melodieuze progmetal uit de jaren negentig en de modernere variant met zijn djenty riffs en grooves. De band bewoont een indrukwekkende villa tussen de stulpjes van Dream Theater en Periphery, waarbij natuurlijk ook Haken en Caligula’s Horse langskomen op de buurtborrel. Voor een samenvatting van het Nospūn-geluid in pakweg zeven minuten verwijs ik naar …And Then There Was One: een Floydiaanse gitaarsolo als aanloopje naar een melodieuze ingetogen start, een funky middenstuk overgaand in een staccato djentriff, afgesloten met de lekkerste gitaarsolo die John Petrucci nooit gespeeld heeft. Een fantastisch nummer, dat zowel de grote kracht als de tekortkomingen op “Opus” blootlegt.
Want hoe GOED het allemaal ook klinkt, het klinkt allesbehalve NIEUW. Natuurlijk is “Opus” een conceptalbum, met een complexe verhandeling over kunst, obsessie, en de gevolgen daarvan, verteld vanuit het perspectief van een componist in een huis waaruit steeds meer bewoners verdwijnen. Het verhaal wordt gepresenteerd via een structuur met wel heel nadrukkelijke referenties: een akoestisch intro als openingsnummer, gevolgd door een instrumentale ouverture, voordat met track drie het eerste ‘echte’ nummer begint. Als je dan toch elementen kopieert, kan je je maar beter baseren op het ultieme melodieuze progmetalalbum, nietwaar? En wanneer er later op de plaat met 4D Printing ook nog een compleet geschifte instrumentale track voorbij komt met de sfeer van Dance Of Eternity en een (bewuste?) muzikale hommage aan A Nightmare To Remember, zitten we definitief in ‘imitation is the sincerest form of flattery’-territorium.
Ook doet het album ietwat overdadig aan. De ambitie en het enthousiasme van Nospūn zijn prijzenswaardig, maar het is veel, het is lang, het is vol, en daardoor uiteindelijk knap vermoeiend. Het devies lijkt zeventig minuten lang ‘more is more!’ te zijn. Als “Opus” een roman was, gunde je Nospūn een ervaren eindredacteur met een kritische rode pen. Er valt dus voldoende op deze plaat aan te merken, maar wat klinkt hij fijn, en wat zit er veel potentie in deze band. “Opus” toont enorme speltechnische en compositorische kwaliteiten, gecombineerd met enthousiasme en ambitie. Een gouden combinatie om door te stoten naar de absolute top van het progmetalgenre.
De verwachtingen voor een regulier tweede album zijn daarmee torenhoog, en ik ben heel benieuwd hoe Nospūn zich verder ontwikkelt en zijn eigen stem vindt. De heropgenomen oudere tracks op de “Ozai”-ep zijn daarvoor waarschijnlijk nog geen ideale graadmeter, maar het schijnt dat nieuw werk ook in de pijplijn zit. Hoe dan ook beloven wij van Progwereld hierbij plechtig dat we “Nospūn 2” direct bij release recenseren.