De kruisbestuiving tussen de diverse medewerkers van het Samurai Of Prog-collectief leidt tot een ongekende vloedgolf aan releases. Ook nu, een jaar na hun vorige album, verschijnt “Sea Of Mirrors” van het duo Pacha and Pörsti. Tussendoor werkten beide musici nog aan het soloalbum van Rafael Pacha, een soloalbum van Marco Bernard en een Samurai Of Prog-album. En als ik het goed heb gezien, is de nieuwe Samurai Of Prog alweer onderweg.
Het maritieme aspect uit de titel van dit album, maar zeker ook uit het fraaie hoesontwerp en begeleidend boekje, vinden we terug in bijna alle tracktitels: Sailor’s Tale, Tara’s Joy In The Beach, The Island Of Lotus-Eaters, Charybdis, Shipwreck en ga zo maar door. Waar het vorige album nog onze innerlijke strijd bij de zoektocht naar oplossingen voor problemen in ons dagelijks leven als overkoepelend thema droeg, heeft het duo nu met de subtitel ‘Old Man Wishes, Sailor’s Tales’ voor een andere insteek gekozen.
Muzikaal gezien beweegt dit “Sea Of Mirrors” zich meer in het folk-genre dan zijn voorganger. Rafael Pacha liet met zijn “Bunch Of Forest Songs” al horen daarmee tot grote hoogten te kunnen stijgen. Dat lukt hem in samenwerking met Kimmo Pörsti eveneens, zij het nu met minder virtuositeit, maar met meer sfeer.
Er wordt in vijf van de tien tracks gezongen door Laura en Paula Pörsti (dochter en nicht van…) en Alejandro Suárez, een Spaanse zanger.
Laatstgenoemde zingt, het ruim negen minuten lange, Fascination. Een proggy, soms funky, song met een folky opening. Zijn zang matcht niet zo best met de rest van het album. De eerlijkheid gebiedt te vermelden dat het karakter van deze song daar ook aan bijdraagt. De instrumentale passages in deze track spreken meer tot de verbeelding.
In de feeërieke opening van het album laat Laura Pörsti prachtige vocalises horen. Wanneer het zeemansverhaal op stoom komt horen we meer proginvloeden en wordt het soms zelfs heavy; elektrische gitaar en synthesizer spelen hier de hoofdrol.
In Diving Into Infinity een soortgelijk feeërieke opening, ditmaal met akoestische gitaar en hobo. Een mooie inleiding voor een lieflijk volksliedje, gezongen door Paula Pörsti. Het vervolg is symfonisch met een fraai duel tussen synthesizer en elektrische gitaar.
In het symfonische The Island Of Lotus-Eaters zingt Laura Pörsti de sterren van de hemel met haar prachtige, heldere stem. Ze wordt hierin afgewisseld door het sterke gitaarspel van Rafael Pacha, ondersteund door vette toetsen.
Paula zingt met haar iets lichtere stem het eerste ballad-achtige deel van House Of The Light. Het vervolg wordt vooral in fraai samenspel door de fluit van Olli Jaakkola en de gitaar van Rafael Pacha gedragen.
In de instrumentale tracks horen we heerlijk fluit-, mandoline- en synthesizerspel van Pacha, zoals in het speelse Tara’s Joy In The Beach.
Het zeemonster Charybdis blijkt een heel vriendelijk wezen te zijn. Van het sfeervolle pianospel van De Benedetti en het gitaargetokkel van Pacha gaat tenminste geen enkele dreiging uit. Ook wanneer Pacha de elektrische gitaar ter hand neemt blijft het spel uiterst melodieus.
De titeltrack wordt opgeluisterd met het karakteristiek vloeiende, licht jazzy spel van Marek Anrnold op de sopraansaxofoon. Het deed me onmiddellijk terugdenken aan de prachtige bijdragen van Branford Marsalis op het eerste soloalbum van Sting.
In Lead, Silver And Gold horen we voor het eerst Iberische invloeden. Het nummer heeft dan ook als ondertitel Song For Cadiz. Prachtig speels spel van Pacha op toetsen, akoestische en elektrische gitaar. Maar luister ook eens naar die schitterende baspartij, ook door hem gespeeld.
Mooie fluitmelodieën door Olli Jaakkola in de inleiding van, het eveneens van Spaanse elementen doordrenkte, Shipwreck. De dreigende gitaar van Pacha kondigt de op til zijnde schipbreuk aan die we in het heftige slotdeel aan ons voorbij zien trekken.
Dit alles wordt op uitmuntende en functionele wijze van drums voorzien door Kimmo Pörsti, die daarnaast ook nog een beetje toetsen, gitaar en bas invult.
Op elektrische gitaar weet Pacha steeds meer te overtuigen met zijn spel, dat het midden houdt tussen Hackett en Latimer, voorwaar geen slechte referenties.
Wie van goed verzorgde symfo met een sterke folkinslag houdt, kan ook dit album blindelings aanschaffen.