Peter Lawson kennen wij van het album Pandora’s Paradox, waarop hij onder de groepsnaam Venus Loon zo’n beetje alle uithoeken van het proguniversum wel bezocht heeft. Op het grotendeels instrumentale soloalbum “The Witchfinder” is de muzikale zoektocht hetzelfde, maar blijft het, in samenhang met het concept van het album, een coherent geheel.
Het album “The Witchfinder” is namelijk gebaseerd op het waargebeurde verhaal van de zelfverklaarde heksenjager Matthew Hopkins. Verwijzend naar de “Witchcraft Act” uit 1542 (dan weet je gelijk ook waarom een van de nummers zo heet) terroriseerde hij het Engeland van de zeventiende eeuw door vermeende heksen op te sporen en ze aan de lokale magistraten aan te bieden voor berechting. Veel onschuldige vrouwen werden daardoor naar de galg gestuurd en hij ontving vaak aanzienlijke bedragen voor zijn wanstaltige praktijken.
Niet alleen het conceptverhaal heeft veel overeenkomsten met “The Witches Of Finnmark” van de Noor Anders Buaas, ook de muziek op dit album van Lawson kent een soortgelijke instrumentale invulling. Als multi-instrumentalist speelt hij net als Buaas alle gitaren en toetsenpartijen zelf, met als toevoeging het incidenteel gebruik van een bodhran en mandoline, waarmee hij sfeervolle muziekstukken weet te creëren.
Het is de vervormde elektrische gitaar die prominent in beeld is als solo-instrument, terwijl het akoestisch getokkel vooral sfeerbepalend is. Passende psychedelica horen we in The Witchfinder en metalriffs in The Witch’s Pyre en Accursed, dat verrassend begint met de krautrock van Duitse synthesizergroepen uit de jaren 70. Met het gebruik van moderne keyboardinstrumenten in combinatie met traditionele 17e-eeuwse muziek zoals in Saint Vitus Dance en Third Eye Blind, ontstaat een verrassend gelaagd instrumentaal album dat zijn progressieve invalshoek vooral in de composities vindt.