“Ik verliet Paradiso echter in een roes verkerend en met de nieuwe dvd van de “Deadwing”-tour onder mijn arm, zodat ik thuis op de bank nog eens na kan genieten en het wachten tot het nieuwe album uitkomt dragelijker kan maken…”
En dragelijk was het net. De dvd “Arriving Somewhere...” arriveerde en bivakkeerde de laatste maanden in mijn dvd-speler, de oude albums gleden één voor één mijn cd-speler in. Op 27 september 2006 trakteerde Porcupine Tree het publiek in Paradiso al op de verpletterende drumsolo’s, het stevige gitaarwerk en de harmonieuze zanglijnen van “Fear Of A Blank Planet”, het nieuwe album. Dit voorproefje smaakte naar meer, maar op meer smaakvols moest ik nog even wachten. Ik heb de dagen afgeteld, streepjes in mijn agenda gezet, maar het is zo ver: “Fear Of A Blank Planet” ligt voor me!
Twee grote blauwe ogen staren me droevig aan vanaf de cover; de lege, wezenloze blik van een jong kind, dat opgroeit tussen computerspelletjes, internet, drugs, seks en videoclips. Steven Wilson is bezorgd om de jeugd van tegenwoordig; zij worden gebombardeerd met prikkels van buitenaf en hebben geen geduld meer voor waardevolle boeken of muziek. Zoals de titel (die is afgeleid van Public Enemy’s “Fear Of A Black Planet”) al doet vermoeden, is de angst dat cultuur verdwijnt, en straks een amoebe nog meer inhoud heeft dan de gemiddelde jongere op planeet Aarde, het thema van dit album.
Ik wend mijn blik af van de doordringende kijkers op de voorkant en plaats de cd in mijn speler. Op mijn display is te lezen: 6 nummers, 50:51 minuten. Deze tijd in combinatie met het korte aantal nummers is al snel te verklaren als ik skip naar het derde nummer, Anesthetize, dat maar liefst 17:42 minuten klokt.
Dromerig, met lichte drumslagen en met het getinkel van belletjes vertrekt dit muzikale gevaarte mijn kamer in. Om mij heen ontstaat een broeierige sfeer, die wordt versterkt wanneer Steven Wilson zijn lange, hoge uithalen over de muziek heen legt. Op de achtergrond maakt John Wesley met zijn achtergrondzang het geluid nog voller en warmer. Een scheurende, distortion gitaar vliegt voorbij; duister, onheilspellend en zwaar. Voordat de donkere sfeer de overhand krijgt, mengt Alex Lifeson (Rush) zich nog even in het geheel met een prachtige, emotionele gitaarsolo. Dan breekt het nummer snoeihard open met ruig gitaarwerk en een verpletterende drumexplosie van Gavin Harrison. Een progmetaleruptie van ongekende hardheid, die nog een paar keer met vlagen Tool en Opeth terugkeert. Zo plotseling als de storm opkwam, gaat hij weer liggen. Het laatste deel van Anesthetize is langzaam en emotioneel, melancholisch met zijn haast tragische keyboardklanken en wonderschoon door de hoge zang in a-capella. Anesthetize is een muzikale tijdreis langs alle facetten die Porcupine Tree rijk is.
Om het letterlijke en figuurlijke middelpunt van het album heen stralen nog vijf progpareltjes. Het titelnummer kent heerlijk log gitaarwerk, licht vervormde zang en stuwend drumwerk. Twee rustbakens tussen het drum- en gitaargeweld vormen de gloedvolle ballades My Ashes en Sentimental. My Ashes is een droevig, Blackfield-achtig lied, dat door de simpele opbouw en het iets te zoetsappige geluid naar mijn zin het minst goede (maar zeker geen slecht) nummer is. Way Out Of Here wordt gekenmerkt door de weelderige soundscapes van Robert Fripp (King Crimson) en het contrast tussen dromerige, ingetogen passages en harde metalstukken. Afsluiter Sleep Together is een zweverig, licht hypnotiserend nummer met aanzwellende strijkers en OSI-achtige synthesizerbliepjes.
Met “Fear Of A Blank Planet” heeft Porcupine Tree de hardere muzikale lijn van “In Absentia” en “Deadwing” doorgetrokken. De verwijzing naar “In Absentia” is zelfs erg letterlijk aanwezig: het gitaargeriedel aan het einde van Sentimental is ook te horen op het van dat album afkomstige Trains! Vrij stevig en donker dus, dit album, maar Porcupine Tree grijpt ook zo nu en dan ook terug op het meer psychedelische geluid van albums als “The Sky Moves Sideways“, “Up The Downstair” en “Signify“.
Opgelucht adem ik uit als de laatste noot wegsterft in mijn kamer: Porcupine Tree heeft aan mijn hoge verwachtingen voor dit album voldaan. En voor wie de gewone versie van “Fear Of A Black Planet” nog niet genoeg is, is er in beperkte oplage ook nog een speciale versie uitgebracht, met een extra dik boekje, mooi artwork en een dvdtje. Zolang music-a-holic Steven Wilson, met welk van zijn vele projecten dan ook, muziek over onze aardbol blijft verspreiden, hoeven wij voorlopig niet te vrezen voor een “Blank Planet”, dat is duidelijk!
Shireen Bekker