Achter de naam Robeone schuilt toetsenist Robert Schindler. Met veel verschillende artiesten en dito muziekstijlen trad hij sinds de jaren 70 live op en speelde veel studiowerk en soundtracks in. Met zijn synthesizer draagt hij als patroonheilige zijn album “Dream Suite” ten faveure van de Bob Moog Foundation op. Alle opbrengsten van dit album gaan dan ook naar deze non-profitorganisatie, die zich inzet voor het behoud van de nalatenschap van Bob Moog en door middel van wetenschap, muziek en innovatie anderen wil inspireren. Het biedt daarmee broodnodige innovatieve en effectieve onderwijsmogelijkheden aan kinderen die de generatie van denkers en probleemoplossers van morgen zullen worden.
Uiteraard koestert Robeone de Moog op dit album als was het zijn eigen kindje. Toetsenliefhebbers kunnen daarnaast ook genieten van de Mellotron, Kurzweil, Yamaha, Roland, Korg, Ensonic Roli Seaboard, EMU en de Ashun Sound Machine. Het album laat uiteindelijk de veelzijdige stijlkunsten van Robert Schindler horen die voortkomen uit zijn lange muzikale loopbaan. We krijgen een bonte mix voorgeschoteld van progressieve rock, jazz-fusion, enkele new age rustpunten, filmische aspecten, synthesizer elementen en symfonische uitspattingen. Hij wilde hier vooral hulde brengen aan zijn grootste muzikale invloeden: Keith Emerson, Jon Lord en Brian Auger en vele andere creatieve grootmeesters op de zwarte en witte toetsen.
Waar opener Hollow vooral geïnspireerd is door filmmuziek laat het zich wel raden waar All That Razz en Jazzmorphis op teren. Het zijn hier de toetsaanslagen van Herbie Hancock, gehangen in een Gershwin jasje, die de liefhebber van jazz zeker zal aanspreken. Tussendoor brengt Robeone met het introspectieve Levels een eerbetoon aan de overleden Zweedse Hammondspeler Bo Hansson en zie ik dit nummer als het lichtpuntje van dit album. In M Is For Moog haalt Robert Schindler uiteraard zoveel mogelijk uit de Moog wat Bob Moog aan de wereld heeft gegeven. Persoonlijk had ik hier liever meer van gehoord, zoals Klaus Schulze en Pete Namlook dat op maar liefst vier albums van ‘The Dark Side Of The Moog’ in 230 minuten samen hebben uitgewerkt.
Met 20 minuten heeft Dream Suite als slotnummer wel de lengte van een epic, maar is toch vooral –op z’n Duits gezegd- ‘spielerij’, om zoveel mogelijk verschillende registers open te trekken, zonder een rode draad mee te geven aan de luisteraar. De bombastische opening klinkt daarmee uiteindelijk behoorlijk gedateerd en linkt het meest naar Vangelis’ ‘Heaven & Hell’. Als je het positief wilt benaderen kun je het ook old school noemen. Al met al geen straf maar vooruitstrevend is het allemaal niet.
Het album is er vooral een van: “zie mij dit met twee handen en tien vingers eens allemaal kunnen”. Toch heb ik sympathie voor dit initiatief en hoop dat het de kinderen niet demotiveert maar juist inspireert om eens een keyboard aan te schaffen en te ontdekken wat de prachtige wereld van progressieve toetsenmuziek allemaal te bieden heeft; met of zonder hulp van de Bob Moog Foundation.