Progwereld startte begin deze eeuw met haar site waarmee vanaf dat moment actuele Prog Rock CD releases werden gerecenseerd. Het ontbrak ons aan tijd om al het materiaal van voor die tijd te recenseren hoe vaak we ook verzoeken hiervoor kregen. Het was een inspirerende mail van een lezer die ons wees op zijn geliefde album ’V’ van Spock’s Beard uit 2000. Juist een album dat net voor de oprichting van Progwereld gepubliceerd werd. In zijn ogen was dit het absolute meesterwerk uit de Neal Morse periode waarin alles samen kwam. Geweldige harmonieën, tegendraadse ritmes, melodieën om je vingers bij af te likken en opbouw van de langere nummers, die het niveau van (en ik citeer) “knutsel symfo” ver ontstijgt. Ik kan mij hier helemaal in vinden maar weet ook dat vele andere Spock’s Beard liefhebbers juist moeite hebben met dit zware album dus heb ik tijd vrij gemaakt om dit album uit de archiefkast te trekken en 20 jaar na dato nog eens kritisch te beluisteren om een zo helder mogelijke recensie te schrijven. Het is aan de lezer om te beoordelen of het knutselwerk of briljante symfo is geworden.
Discussiëren wat nu een goed Beard album is, is hetzelfde als Goudrenetten met Elstars te vergelijken. Je krijgt altijd hetzelfde in een nieuwe jasje met een iets ander smaakje. De criteria is voor mij of het jouw raakt. En dan gaat het gaat bij ‘V’ bij mij om het laatste nummer. Uiteraard een epic van een dikke 27 minuten waar het thema steeds in een ander jasje terugkomt. Dit is zo slim aangepakt want het thema nestelt in je hoofd en is na al die jaren ook nooit meer weg gegaan. In het bijzonder het strijkje rond minuut 20 op cello blijft mij intrigeren en levert het getokkel op akoestische gitaar daarvoor een briljante variatie op. Begrippen als vol en veel is op dit nummer ook van toepassing, wellicht dat daar een enkele Beard fan een verzadigd gevoel aan overhoud en aanhikt tegen deze zware kost. Kent het album met ‘V’ een weinig inspirerende titel, dan is dit nummer getiteld The Great Nothing de cryptische betiteling die de noodzakelijke diepte aan het geheel meegeeft. Het zijn achteraf gezien ook de eerste tekenen op de naderende breuk door Neal Morse om een hoger doel te gaan dienen.
Voor al dit fraais krijgen we nog een paar sterke nummers te beginnen met At The End Of A Day die qua opzet en uitvoering net zo goed The Light “part 2” had kunnen heten. Er zit in dit zeer stevige en rappe nummer net zoals in The Light een korte samba onderbreking in a la Señor Valasco’s Mystic Voodoo Love Dance maar daar worden ditmaal geen draken mee gestoken. Nee ‘V’ is serieuze kost en daar passen weinig fratsen op. Een jazzy overgaan word dan ook serieus gespeeld. Frivoliteit is verder weg dan ooit. Wat direct opvalt, is het kraakheldere geluid en open productie terwijl alle register in dit nummer toch open staan. Ook als Ryo Okumoto met zijn onderarmen zo’n beetje alle toetsen op z’n Hammond aandrukt en Alan Morse er krijsend overheen gaat met zijn herkenbaar gitaar terreur. Kenmerkend zijn ook hier weer de thema’s die in verschillende tempi en instrumentaria worden gebracht. De gloedvolle samenzangen met vlot lopende melodielijnen brengen je van hoogtepunt naar hoogtepunt. En zelfs de paar blazers blazen gepast hun partijtje beperkt mee. Soms zacht, meestal opbouwend agressief.
Revelation is het enige nummer op dit vijfde studioalbum waar alle groepsleden aan mee geschreven hebben en behoort tot het beste wat Spock’s Beard ooit heeft gemaakt. Emotioneel, krachtig zijn de begrippen die hier mij te binnen schieten al hoort daar reflectie en subtiliteit als tegencomponenten ook bij. Enig minpuntje is dat dit nummer slechts zes minuten duurt en hadden de gitaarsolo’s wel langer mogen duren.
De credits voor het derde nummer Thoughts part II wordt gedeeld met Alan Morse en is net als deel 1 (dat staat op het ‘Beware of Darkness’) en deel 5 (dat staat op het soloalbum ‘Momentum’ van Neal Morse) duidelijk schatplichtig aan Yes, UK en Gentle Giant. Het zal wel de onbegrepen humor zijn van de gebroeders Morse zijn want een Thoughts part 3 en 4 zijn (nog) niet bekend. Voor mij komt dit nummer vooral tijdens het gebruik van tegengestelde maatsoorten chaotisch over. Sommige stukken zijn zelfs niet prettig om aan te horen als er vals gespeeld moet worden om boven het lawaai uit te komen. De uitvoer van de meervoudige zang stukken heeft meer te maken met Gibberish van ‘Day For Night’ en vraag ik me af of Brian Wilson dit nou allemaal wel zo geslaagd zou vinden. En daar waar bij andere nummers ruim de tijd genomen word om het mooi instrumentaal af te ronden, is het hier een kort nazingertje als fade out en past dit dan weer wonderwel.
Wat dan nog volgt zijn het Beatles-eske All on a Sunday en het rustige Goodbye to Yesterday. Het zijn korte nummers die voor Spock’s Beard begrippen wat simpel overkomen. Voor de één een noodzakelijk rustmoment voor de ander een bittere teleurstelling of voor de twijfelaar ergens daar tussen in. Wellicht was het anders positioneren van deze nummers op het album beter geweest. Nu krijgen we 2 doorsnee nummers achter elkaar die daarmee wellicht onterecht als dissonanten overkomen.
‘V’ is door het veelvuldig uitwerken van verschillende thema’s, stijlen, stevige gitaaruithalen en opgepompte toetsenpartijen vooral een druk album alsof alle talenten en kunsten er in gestopt moesten worden. Het zijn de twee korte nummers die mij niet raken en lukt het alleen Goodbye to Yesterday als enige om mij een rustmoment te gunnen terwijl Thoughts part II voor mij als compositorisch trucje te gekunsteld in elkaar is geknoopt en komt zelfs bij vlagen onaangenaam over. Maar hé de ene Beard fan is ander Spock’s aanhanger niet. Wellicht is dit waar jij wel jouw prog noten in vind. Knutsel symfo wil ik ‘V’ daarom zeker niet noemen daarvoor kent het album teveel briljante stukken en weet Neal Morse zich handig en adequaat muzikale doolhoven te creëren. De vraag is hoe vaak de heer Morse zich nog kan herhalen. 20 jaar na dato weten we het: heel vaak dus. En vervelen doet het voor de echte Neal Morse geloofsfanaat nooit.