Gitaarlegende Steve Hackett is al aan zijn dertigste (!) soloalbum toe. Ongelofelijk, en de man gaat maar door. Na het akoestische “Under A Mediterranean Sky” en het elektrische “Surrender Of Silence”, beide uit 2021, en de liveregistratie “Foxtrot At Fifty + Hackett Highlights: Live in Brighton” uit 2023, gaat hij onverdroten voort. Met “The Circus and the Nightwhale” bewijst hij nog lang niet toe te zijn aan het op zijn lauweren rusten. De cd heeft een autobiografische inslag, gepresenteerd als een rite-of-passage conceptalbum, met het jonge karakter Travla in het middelpunt.
Allerhande alledaagse geluiden gaan over in opzwepende orkestratie, als Steve Hackett zich meldt met furieus en ongrijpbaar gitaarspel. Een bijna hemels gezongen intermezzo luidt de tweede explosie in. Met People of the Smoke laat Hackett direct horen dat hij er zin in heeft.
Een kort romantisch stukje orkestmuziek met fraai slepend gitaarspel geeft de luisteraar kans weer even bij te komen. De enige bijdrage van zanger Nad Sylvan is te horen op Taking You Down. Rob Townsends saxofoon zorgt voor een jazzy noot. Hackett verkent vervolgens weer wat nieuwe mogelijkheden op zijn snaren. Het ijle slot gaat over in zo’n prachtig akoestisch gitaarminiatuurtje, Found And Lost, dat in een trage blues eindigt, gezongen door de meester zelf. Hij neemt toch verreweg de meeste zangstukken voor zijn rekening.
Heel slecht weer bij de start bij Enter The Ring, we horen even Clannad en als broer John een stukje dwarsfluit speelt is het weer Focus, de opmaat van weer zo’n herkenbare, zalige solo. De hoge samenzang horen we ook niet voor het eerst. Wat te denken van circusgeluiden, het kan niet op, maar ook ijle uithalen bij een orkest. Roger King is hier uiteraard verantwoordelijk voor. Hij is met zijn toetsenspel nadrukkelijk aanwezig, vaak subtiel. Ontspannen blueswerk in Get Me Out, met een gitaar die volledig ontspoort (geen idee welke maatsoort dit is), de rust keer terug met een ‘normale’ solo. Topstuk is voor mij Ghost Moon and Living Love. Slechts een half minuutje zingt Amanda Lehmann, prachtig, dat wel en woordloos. Hackett krijgt (gelukkig) zelf geen genoeg van zijn geweldige solo, in rustig vaarwater dit keer. Een overgang laat even het pastorale Genesis horen, met 12-string gitaar en fijne samenzang, akoestisch getokkel dient hij als toetje op. Genieten dit!
Een stukje wereldmuziek mag niet ontbreken. De tar van Malik Mansurov brengt ons direct in oosterse sferen in Circo Inferno, dat qua heftigheid zijn naam eer aandoet. Het is kort, maar heftig. Hackett is toch kort van stof, vier nummers klokken onder de twee minuten. Nog korter is Breakout, dat bol staat van de hardrockriffs en bijpassende solo. De gitaar als misthoorn maakt duidelijk dat we op zee zitten, of onder water, Hacketts solo klinkt gedempt in dit licht psychedelische werkje, dat doorloopt in Into The Nightwhale, waarin veel dreiging doorklinkt. Hackett zwiert mee met Kings orkest. Violen blijven kabbelen, qua sfeer klinkt dit even als Karfagen, mooie hoge gitaarklanken bij gevoelige zang luiden dit nummer uit.
Het gaat weer alle kanten op in Wherever You Are, rust is de luisteraar niet gegund. We horen riffs, aparte zang, weer nieuwe gitaarakkoorden en kletterend drumwerk van Craig Blundell. Het is bijkomen geblazen op het akoestische slotstuk White Dove, fraai gespeeld uiteraard, Hackett laat zijn gitaar soms als een banjo klinken.
Eigenzinnig als altijd laat Steve Hackett de luisteraar voortdurend naar adem happen. Het is een cliché als ik zeg dat je zijn muziek niet cadeau krijgt. Zoveel variatie in sfeer, ritme en geluiden, waarbij hij ruige en brute momenten afwisselt met lieflijke passages. Hij gaat wel opvallend vaak behoorlijk stevig tekeer. Om over zijn gitaarspel nog maar te zwijgen. Dat is –standaard- van grote klasse en hij lijkt nog steeds op zoek om nieuwe geluiden aan zijn instrument te ontlokken.
Een topalbum? Daar ben ik nog niet uit, eerst nog maar eens tien keer luisteren. Bijzonder? Absoluut!