Voor de vierde maal komt Robert McClung onder de naam Telergy met een episch conceptalbum op de proppen. Ook nu weer wordt in hetzelfde stramien elk muzieknummer kort onderbroken om het verhaal in chronologische volgorde tussendoor te vertellen. Wat resteert is zo’n uur aan grotendeels instrumentale muziek waar het woord crossover prog voor is uitgevonden.
Zijn muzikaal netwerk is net zo intrigerend als die van Ayreon want hij weet andermaal uit zijn balboekje een keur aan verschillende muzikanten voor zijn nieuwe project te strikken. Met een enorm arsenaal aan muzikanten en een batterij aan zangers en zangeressen weet hij vooral sfeer op te roepen omtrent het verhaal, al ontgaat mij nut en noodzaak om zeven gastbassisten voor tien muzieknummers in te huren. En dan tel ik hem zelf als multi–instrumentalist en Tony Levin die de contrabas beroert gemakshalve niet eens mee.
Het concept gaat ditmaal over het waargebeurde verhaal van Eugene Bullard, de eerste afro Amerikaanse gevechtspiloot in de 1e wereldoorlog. Voor het bijzonder leven waar deze Eugene voor geleefd en gevochten heeft verwijs ik graag naar het internet met als zoekopdracht ‘The Black Shallow Of Death’. Daarmee zijn de titelnummers makkelijk te herleiden naar zijn levensverhaal dat als leidraad vrijheid en gelijkheid heet. En dat tegen al het racisme en oorlogen die op zijn levenspad kwamen. Het eerste nummer roept datgeen op wat ik mij bij de zuidelijke Amerikaanse staat Georgia ook voorstel. De moerassen, de hitte over de katoenvelden en Bourbon. Nooit gedacht dat gospel vermengt met blues in het openingsnummer progressief kon zijn. Zelfs de harmonica en dobro gitaar in combinatie met de hard rock riffs die overlopen in een heerlijke zompige hammond orgelsolo passen prima en ondersteunen het bijzondere verhaal dat naast film, boek en ere-medailles op deze manier voor het nageslacht bewaard blijft.
Niet alles is beluisterend waardig voor de progliefhebber. Marcelle als pure jazz en Le Grand Duc als een dansbare Charleston uit de jaren 20 begrijp ik voor het verhaal, maar qua muziekstijl skip ik het liever. Positieve uitschieters zijn de demonische gothics Infantary en All Blood Runs Red. Dat geldt nog meer voor Take To The Sky dat zo in een actiefilm kan worden gebruikt en de metal nummers Spy en Chased Pt. 2. Dit laatste nummer is een interpretatie van het klassiek georiënteerde Chased Pt. 1 dat het geheel fraai inkleurt. Dat geldt ook voor het meer militair getinte Honor. De warme koperblazers doen me denken aan het blazersensemble van Big Big Train die het als slotnummer dit bijzondere album mooi en gepast uitblazen.
Meneer McClung is andermaal niet vies van een portie pompeuze instrumentale bombast en met zijn symfonische progmetalpower speelt het album als een film zonder plaatjes voor je ogen af. Ook nu weer nestelen de melodieën zich niet makkelijk in je hoofd. Toch blijft het geheel aardig om te beluisteren ondanks de wirwar en het ratjetoe aan uiteenlopende muziekstijlen die elkaar opvolgen. Ook nu weer krijgen verschillende instrumenten ruim de gelegenheid om op een gepast moment voor het voetlicht te treden. De gesproken stukken, onderverdeeld in negen scènes en elk beperkt tot een krap minuutje, zijn voor mij niet storend om de muzikale verbeelding van het album kracht bij te zetten. Toch had ik het liefst het uurtje aan muziek ononderbroken beluisterd zoals mede recensenten ook al eerder hebben aangegeven op het vorige werk, “Hypatia” en “The Exodus” van Telergy. Het is lovenswaardig dat McClung zijn nek blijft uitsteken voor dit soort complexe en dure werkstukken. Voor mij mag hij voor zijn volgende project een progheld uit de jaren ‘70 uitbeelden. Benieuwd hoe dit uit gaat pakken en vooral wie hij dan kiest. Keith Emerson is een persoonlijkheid die met zijn levenswerk en –wandel hier voor mij zeker in aanmerking komt.